Toets KV 12 Voorkomen ongevallen en EHBO

De "c" bij de ABCDE methode staat voor:
A
cyanose
B
contusie
C
circulation
D
cyber
1 / 29
suivant
Slide 1: Quiz
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De "c" bij de ABCDE methode staat voor:
A
cyanose
B
contusie
C
circulation
D
cyber

Slide 1 - Quiz

Hoe handel je bij een vergiftiging?
A
Laat het slachtoffer braken.
B
Laat het slachtoffer water drinken.
C
Zorg voor professionele hulp .
D
Leg het slachtoffer op zijn rug neer.

Slide 2 - Quiz

Wat is preventief/preventie?
A
Ergonomisch werken in de zorg
B
Voorkomen van ...
C
Risico op beroepsziekte als je te lang in de zorg werkt
D
Een behandeling achteraf

Slide 3 - Quiz

Wanneer leggen we een slachtoffer stabiel?
A
Zodra je merkt dat het slachtoffer niet ademt.
B
Nadat je alle zichtbare letsels hebt behandeld
C
Nadat je bij het bewusteloze slachtoffer een goede ademhaling hebt gezien.
D
Alleen op advies van de 1-1-2 centralist.

Slide 4 - Quiz

Hoe lang moet de ademhaling gecontroleerd worden als iemand buiten bewustzijn op de grond ligt?
A
max 10 seconden.
B
max 5 seconden.
C
Tot je zeker bent van wel of geen ademhaling.
D
Tot de AED er is.

Slide 5 - Quiz

Je draait het slachtoffer op zijn zij door:
A
Te trekken aan de arm die het verst van je af is.
B
Te trekken aan de heup.
C
Het slachtoffer aan de gebogen knie naar je toe te trekken.
D
Aan de heup en de schouder te trekken.

Slide 6 - Quiz

Nadat het slachtoffer stabiel is gelegd:
A
Ben je klaar en wacht je op de ambulance.
B
Moet je het bewustzijn en ademhaling blijven controleren.
C
Ga je de AED halen.
D
Moet je het slachtoffer wat te drinken geven.

Slide 7 - Quiz

Bij een shock is er sprake van te weinig druk in de bloedvaten om in leven te kunnen blijven
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Wat bedoelen we in de EHBO met shock?
A
Dat je heel erg geschrokken bent.
B
Een te kort aan rondpompend volume in de bloedvaten.
C
Een elektrische stroom door het lichaam.
D
Aanval van spierspanning

Slide 9 - Quiz

Welk punt is één van de aandachtspunten bij Eerste Hulp?
A
Koel het slachtoffer door koud water in zijn gezicht te deppen
B
Verwijder kleding en sieraden van het slachtoffer
C
Let op gevaar
D
Blijf het slachtoffer aanspreken totdat hij bewustzijn komt

Slide 10 - Quiz

Wat is het vierde aandachtspunt/ basisregel bij het verlenen van EHBO?

Slide 11 - Question ouverte

Zorg dat het slachtoffer licht voorover buigt.
 Sla je armen van achteren om het slachtoffer heen.
 Pak met je andere hand de vuist vast.
 Trek met een stevige ruk je handen schuin omhoog naar je toe.
 Leg een vuist, met de duim in je hand, op de buik van het slachtoffer, ter hoogte van het middenrif.

Bij welke EHBO handeling horen bovenstaande stappen?

Slide 12 - Question ouverte

Welk nummer geeft het scharniergewricht aan?
A
1
B
2
C
4
D
3

Slide 13 - Quiz

Er is iemand flauwgevallen, hij is niet bewusteloos. Wat doe je nu als eerste?
A
Je laat het slachtoffer zitten
B
Je geeft het slachtoffer mond- op mondbeademing
C
Je legt de benen van het slachtoffer iets lager dan de rest van het lichaam
D
Je zorgt ervoor dat het slachtoffer genoeg frisse lucht krijgt

Slide 14 - Quiz

Wanneer geef je het slachtoffer vijf rugslagen tussen de schouderbladen en als dat niet helpt ook nog maximaal vijf buikstoten?
A
Bij ernstige verslikking
B
Bij een schouder uit de kom
C
Bij een bloedneus
D
Bij een bewusteloos persoon

Slide 15 - Quiz

Welk cijfer geeft de linker
hartkamer aan?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 16 - Quiz

Wat betekent de afbeelding hiernaast?
A
Irriterend
B
Giftig
C
Brandbaar
D
Milieugevaarlijk

Slide 17 - Quiz

Zijn de volgende beweringen over de aders en slagaders waar of niet waar?
Slagaders vervoeren zuurstofarm bloed vanuit het lichaam naar het hart. Aders vervoeren zuurstofrijk bloed vanuit het hart naast het lichaam.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

De noodvervoerdersgreep die men bij verplaatsing van een slachtoffer gebruikt heet ook wel:
A
Heimlichgreep
B
Rautekgreep
C
Sandwichgreep
D
Brandweergreep

Slide 19 - Quiz

De organen die bij de shockcirkel als laatste uitvallen zijn de
A
Nieren
B
Hart, longen en hersenen
C
Huid en slijmvliezen
D
Spijsvertering, lever en milt

Slide 20 - Quiz

Een meisje van twee laat haar moeders hand los en rent de straat op. Hier is sprake van:
A
Fysieke onveiligheid
B
Sociaal-emotionele onveiligheid

Slide 21 - Quiz

Het heeft geijzeld, voor de winkeldeur is niet met zout gestrooid. Hier is sprake van:
A
Fysieke onveiligheid
B
Sociaal-emotionele onveiligheid

Slide 22 - Quiz

Wat betekent dit pictogram?
A
AED
B
Nooduitgang
C
Eerste hulp
D
Vluchtrichting

Slide 23 - Quiz

Welke techniek wordt gebruikt om de luchtweg van een bewusteloos ademend persoon open te houden?
A
Rautek
B
Kinlift
C
Stabiele zijligging
D
Sandwichmethode

Slide 24 - Quiz

Wat doet de AED?
A
Meet de hartslag en beoordeeld of een schok noodzakelijk is
B
Geeft een elektrische schok
C
Meet de bloeddruk en geeft een signaal wanneer deze te hoog is
D
Meet de lichaamstemperatuur en geeft een signaal wanneer deze te hoog is

Slide 25 - Quiz

Je loopt over straat en ziet een oudere meneer op de grond liggen, in de volle zon. Hij heeft duidelijk pijn. Je kijkt om je heen, de situatie is veilig om hem ter plekke te helpen.
Wat is de volgende stap die je neemt?

A
Je verplaatst meneer naar de schaduw
B
Je waarschuwt de hulpdiensten
C
Je vraagt aan meneer wat er gebeurt is
D
Je vraagt waar meneer pijn heeft

Slide 26 - Quiz

Waar staat de afkorting BHV voor?

Slide 27 - Question ouverte

Noem 3 punten die je doorgeeft aan de hulplijn wanneer je 112 belt

Slide 28 - Question ouverte

Waarvoor staan de letters EHBO?

Slide 29 - Question ouverte