6.4 Klimaatverandering

Weekplenda
Week 23
Week 24
H6 §4
Leerles voor de toetsweek H6 
§1 t/m 4
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Weekplenda
Week 23
Week 24
H6 §4
Leerles voor de toetsweek H6 
§1 t/m 4

Slide 1 - Diapositive

6.4 Klimaatverandering

Slide 2 - Diapositive

Lesdoel(en)
Aan het einde van de les kan je:
uitleggen hoe de ijstijd is begonnen;
wat voor een landschapsvormen het ijs heeft gemaakt;
wat oorzaken en gevolgen zijn van klimaatverandering.

 

Slide 3 - Diapositive

Benodigde voorkennis 
Je kunt de klimaatverandering verklaren.
Je weet wanneer er ijstijden zijn geweest.
Je weet wat een gletsjer is.
Je weet wat het broeikaseffect is.

Slide 4 - Diapositive

Openingsfoto
Wat zie je?
Waar komt dit voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 

Slide 5 - Diapositive

       Klimaatverandering in Europa
                  Je spreekt over klimaatverandering                        als het weer en/of het klimaat over                          een lange periode op aarde verandert.

Slide 6 - Diapositive

IJstijden B118
IJstijden en interglaciale tijden wisselden elkaar af. 

Belangrijk kenmerk: 
er valt in de winter meer sneeuw dan in de zomer wegsmelt.


Ook het albedo effect had een negatief gevolg, het werd daardoor kouder op aarde!

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

15.000 en 45.000 jaar vanaf nu!!

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Landijs en zeeijs
LANDIJS
Kenmerk(en)?



ZEE-IJS
Kenmerk(en)?

Slide 11 - Diapositive

Landijs
Gletsjer B119

Slide 12 - Diapositive

  • Landijs
  • Zee-ijs
  • Drijfijs

Slide 13 - Diapositive

Gletsjers B119
  • Een gletsjer begint in een firnbekken: een verzamelplek voor sneeuw hoog in de bergen.
  • Firn = korrelige sneeuw.
  • Bij een vol firnbekken glijdt een ijstong richting dal.
  • Firnbekken + ijstong = gletsjer. 
  • Lage snelheid. 
  • Een gletsjer is voortdurend in beweging, maar lijkt stil te liggen.  
  • Smelt in het dal en is er een gletsjerrivier. 

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Landijs of gletsjer?

Slide 16 - Diapositive

Landijs of gletsjer?

Slide 17 - Diapositive

Vroeger ...
... en nu!
Klimaatverandering in koude gebieden B142
Zoek de 5 verschillen!

Slide 18 - Diapositive

Gletsjers ontstaan ...
A
in het laagland
B
in berggebieden
C
in het dal
D
hoog in de bergen

Slide 19 - Quiz

Gletsjers zijn een vorm van ...
A
zee ijs
B
landijs
C
waterijs
D
gemengd ijs

Slide 20 - Quiz

Wat is de snelheid van een gletsjer?
A
30 tot 40 meter per dag
B
10 tot 20 meter per week
C
20 tot 50 meter per week
D
40 tot 50 meter per jaar

Slide 21 - Quiz

En nu aan de slag!
1. Maak van 6.4 de opdrachten in
    Learnbeat.

2. Schrijf alle blauwe begrippen over
     in je schrift met een korte
     omschrijving. Deze staan in de
     theorie van 6.4 in Learnbeat of in
     je leerboek.


Werk in tweetallen + overleg zachtjes met elkaar!

Slide 22 - Diapositive

Het klimaat verandert B143

Slide 23 - Diapositive

Broeikaseffect

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Broeikaseffect in koude gebieden B142
  • Arctic greening =meer vegetatie in de koude gebieden.
  • Voordeel: meer landbouwoppervlak.
  • Nadeel:  zeespiegelstijging , landen kunnen overstromen.

Slide 26 - Diapositive

Broeikaseffect in droge gebieden B143
  • Droge gebieden worden nog droger.
  • Meer verdamping.
  • Watertekorten.
  • Verwoestijning.

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Klimaatverandering is het weer gemeten over....
A
1 jaar
B
15 jaar
C
30 jaar
D
60 jaar

Slide 29 - Quiz

Een gletsjer beweegt ...
A
niet
B
wel

Slide 30 - Quiz

Gletsjers kunnen landschappen veranderen in een korte tijd.
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quiz

Zonnestralen worden verwarmt door aardoppervlak
Broeikasgassen in de dampkring
Weerkaatsing van zonnestralen
De aarde geeft warmte af aan de atmosfeer
Vastgehouden warmte

Slide 32 - Question de remorquage

effect in koude gebieden
effect in warme gebieden
meer planten
minder planten
minder water
meer water
meer landbouwgrond
minder landbouwgrond

Slide 33 - Question de remorquage