Rekenen Na de toets, blok 3

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 7

Wat gaan we doen?

- Je oefent optellen en aftrekken met eenvoudige benoemde kommagetallen 

- Je oefent sommen als 12x64 cijferend uitrekenen OF  met splitsen 

- Je oefent hoe je de schaal berekent

Reken uit op je wisbordje

285 + 614=

282 + 127=

Reken uit op je wisbordje 

557-212= 

731-219= 

Reken uit

€3,25 + €0,55 =

€6,70 + €1,30 = 

€4,25 - €1,75 =

€3,75- €1,50 = 

Cijferend vermenigvuldigen

Hoe reken je ook alweer een keersom onder elkaar uit?

SPLITSEND

CIJFEREND

Reken uit op je wisbordje

14 x 57=

85 x 13=

12 x 68=

15 x 94=

DOEL VAN DE LES

1. Ik weet wat het begrip schaal inhoudt
2. Ik begrijp wat  ‘1 op ...’ betekent


3. Ik kan bepalen op welke schaal iets is afgebeeld
4. Ik kan rekenen met schaal en de schaal berekenen
5. Ik kan dat m.b.v. een verhoudingstabel 
   

Wanneer reken je
met schaal?

Bijvoorbeeld:
- een landkaart
- een wereldbol
- Google maps
- de tekeningen in je biologieboek
- een plattegrond van je huis
- een modelautootje
- een schaalmodel van een gebouw/schip/machine/wat dan ook.
- foto's (maar daarbij staat de schaal meestal niet aangegeven)
- de wassen beelden in Madam Tussauds zijn modellen met schaal 1:1

Waarom is het handig om met schaal te kunnen rekenen?

Welke maateenheid wordt altijd voor de schaal gebruikt?

wat heb je nodig?

• een kladblaadje of een wisbordje
• een VERHOUDINGSTABEL 

in de tekening
in het echt

de schaal op deze tekening is 1:100

de slang is in het echt dus 200 cm       

                                                

                                                

Reken op je wisbordje uit 

de slang van 5 cm en 10 cm

tekening	1 cm	2 cm
echt	100 cm	200 cm

x2

x2

Vul in:

op je wisbord.

Overleg met elkaar.

Schrijf het antwoord op je wisbord.

10 cm 

4m

Een modelauto is 10 cm.

In het echt is de auto 4 m. Wat is dan de schaal?

Gebruik een verhoudingstabel.

op de tekening
in het echt

Jij doet het alleen

TIP: 

Gebruik een verhoudingstabel!

Hoe is het gegaan?