Rekenen D1 Paragraaf 1.8

                                                          Welkom!


Vak: Rekenen mbo niveau 4
Blok 1 les 8
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1-4

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

                                                          Welkom!


Vak: Rekenen mbo niveau 4
Blok 1 les 8

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Hoofdstuk 1 Grootheden en eenheden
Paragraaf 1.8 Gemengde opgaven

Domein 1
Toets 1
Domein 2
Toets 2
Domein 3
Toets 3
Domein 4
Toets 4
Domein 5
Examen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lezen H1


Groep: PBSD 

Vak: Nederlands blok 1

Docent: mevrouw K. van Zaalen

Les 1
Les 2
Les 3
Les 4
Les 5
Les 6
Les 7
Les 8
Les 9
Les 10
Introductie
Par. 1.1
Par. 1.2
Par. 1.3
Par. 1.4
Par. 1.5
Par. 1.6
Par. 1.7
Par. 1.8
TOETS
Wat gaan we doen?
Starten
Opstarten van de les
Kennis trainen
Maken (selectie van) opdrachten par. 1.8
Kennis checken
Nabespreken (selectie van) opdrachten par. 1.8
Afronden
Beantwoorden van individuele vragen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Aan het werk via de korte route
  • Blijf ingelogd in ZOOM.
  • Zet het geluid van de les uit.
  • Maak opdracht 4, 6, 12 en 15 van par. 1.8.
  • Lever de gemaakte opdrachten in.
  • Meld je af via de chat.
 

Voortgang
Ik volg tijdens de les de voortgang van je opdrachten.

Slide 4 - Diapositive

83737 dinsdag
13922 donderdag
77688 vrijdag

Opdracht 2
timer
5:00

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions




a. Hoe laat moet Sofie van huis vertrekken als zij 8 minuten voor het vertrek van de metro op het metrostation wil zijn?
A
11:26 uur
B
11:24 uur
C
11:22 uur
D
11:18 uur

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions




b. Hoeveel minuten is Sofie in totaal onderweg? Reken vanaf huis tot aan het huis van de vriendin.
A
97 minuten
B
105 minuten
C
120 minuten
D
146 minuten

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe schrijf je dat op bij je examen?
Opdracht a [1,5p]

11:34 - 8 - 8 =
[0,5p] 11:18 [0,5p] uur [0,5p]

Opdracht b [1,5p]

11:34 - 12:00 uur = 26 minuten 
12:00 - 13:29 uur = 1 uur en 29 minuten
1 uur en 29 minuten = 89 minuten

89 + 26 + 8 + 8 + 15 = [0,5p] 146 [0,5p] minuten [0,5p]


Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Opdracht 4
timer
7:00

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions





a. Hoeveel uur werkt Gerda in april?
A
64 uur
B
67, 75 uur
C
70,5 uur
D
78,5 uur

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions




b. Hoeveel uur heeft Gerda in mei meer gewerkt dan in april?
A
3,75 uur
B
4,5 uur
C
8,25 uur
D
9 uur

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe schrijf je dat op bij je examen?
Opdracht a [1,5p]

8 x 3,75 = 30 uur
8 x 4,25 = 34 uur
1 x 6,50 = 6,5 uur

30 + 34 + 6,5 = [0,5p] 70,5 [0,5p] uur [0,5p]

Opdracht b [1p]

Gerda heeft 1 dinsdag méér gewerkt dan in april.


3,75 + 4,50 = [0,5p] 8,25 uur [0,5p]

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
5:00
Pauze

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Opdracht 5
timer
5:00

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions





a. Hoeveel kilogram vervoert Johan in totaal?
A
630 kg
B
780 kg
C
1260 kg
D
1410 kg

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions





b. Welk rijbewijs heeft Johan nodig?
A
rijbewijs B
B
rijbewijs B + code 96
C
rijbewijs BE
D
Ik weet het niet

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe schrijf je dat op tijdens je examen?
Opdracht 5 [2p]

630 kg x 2 + 150 kg = [0,5p] 1410 kg [0,5p] 
Johan heeft rijbewijs BE nodig. [1p]

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Opdracht 6
timer
7:00

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions




a. Hoeveel m3 heeft Onno in 2020 verbruikt? Rond af op een geheel getal.
A
1205,9 m3
B
1206 m3
C
12059 m3
D
12060 m3

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions




b. Hoeveel heeft Onno in 2020 gemiddeld per maand betaald aan gas?
A
€ 18,40
B
€ 97,67
C
€ 184,00
D
€ 976,70

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe schrijf je dat op tijdens je examen?
Opdracht 6a [1,5p]

98714,292 - 97508,375 =
[0,5p] 1205,9 = 1206 [0,5p] m3 [0,5p] 

Opdracht 6b [1,5p]

1206 x € 0,81 = € 976,70 : 12 =  [0,5p] € 18,40 [1p]



Slide 21 - Diapositive

In 2022 en 2023 was de prijs voor een m3 gas maandenlang  € 3,00. De actuele gasprijs is ongeveer € 1,25 per m3. 
timer
5:00
Pauze

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Opdracht 7
timer
5:00

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions




7. Wat is de gemiddelde snelheid van de loper in m/s?
Rond af op één decimaal.
A
3,4 m/s
B
4,8 m/s
C
5,6 m/s
D
5,61 m/s

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe schrijf je dat op bij je examen?
Opdracht 7 [3p] 





42,195 km = 42195 m
2:05:18 uur = 7200 + 300 + 18 = 7518 s

1 : 7518 x 42195  = [1p ] 5,61 = 5,6 [1p] m/s [1p]





afstand in m
    42195 m
          ?
tijd in s
     7518 s
        1 s

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Opdracht 8
timer
7:00
De gemiddelde snelheid van een wandelaar is 5km/h.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions





a. In welke maateenheid wordt de afstand aangegeven? [1p]
A
in meters
B
in decameters
C
in hectometers
D
in kilometers

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions





b. Hoe laat komt Jasmijn ongeveer in Westerbork aan? [2p]
A
9:26 uur
B
10:55 uur
C
11:50 uur
D
12:12 uur

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe schrijf je dat op bij je examen?
Opdracht 8 [1,5p]





60 : 5 x 11,8 = 142 minuten.
142 minuten + 20 minuten = 2 uur en 42 minuten
9:30 uur + 2:42 uur = [0,5p ]12:12 [0,5p ] uur [0,5p ] 







afstand
    5 km
  11,8 km
tijd
   60 min
       ?

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
5:00
Pauze

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Opdracht 12
timer
7:00

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions





12. Hoeveel MB is er in de Cloud vrij voor andere opslag?
A
1540,9 MB
B
3459,1 MB
C
5000 MB
D
6540,9 MB

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe schrijf je dat op bij je examen?
Opdracht 12 [1,5p]
 
5 GB = 5000 MB
566,2 + 519,5 + 455,2 = 1540,9 MB
5000 - 1540,9  = [0,5p ] 3459,1 [0,5p] MB [0,5p]





Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Opdracht 13
timer
5:00

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions




13a. In welke maateenheid wordt de doorvaarthoogte van deze hefbrug aangegeven?
A
in meters
B
in decimeters
C
in centimeters
D
in millimeters

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions





13b. Hoeveel meter hoog is het brugwachtershuisje?
A
2,5 meter
B
3,5 meter
C
4 meter
D
5 meter

Slide 36 - Quiz

2 x 2,5 meter = 5 meter



13c. Hoeveel meter moet de brug minimaal omhoog als er een schip van 8 meter hoog onderdoor moet? [1p]
A
2,5 meter
B
3,5 meter
C
4.5 meter
D
5,5 meter

Slide 37 - Quiz

8 - 2,5 = 5.5 meter
timer
5:00
Pauze

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Opdracht 14
timer
7:00

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions




14a. Hoeveel meter is de remweg van een auto die 50 km/h rijdt?
Bij deze opdracht kan je liggend geld oprapen. Je hoeft alleen maar te bukken!
A
18,75
B
37,5
C
18,75 meter
D
37,5 meter

Slide 40 - Quiz

50 : 10 = 5 x 5 = 25 : 4 x 3 = 18,75

of

50 : 10 = 5 x 5 = 25 x 0,75 = 18,75




14b. De remweg van een auto is 108 m. Met welke snelheid reed deze auto?
A
18,75
B
37,5
C
18,75 meter
D
37,5 meter

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe schrijf je dat op bij je examen?
Opdracht 14a [1,5p] 

50 : 10 x 5 x 5 = 25 : 4 x 3 = [0,5p] 18,75 [0,5p] meter [0,5p] 
of
50 : 10 x 5 x 5 = 25 x 0,75 = [0,5p] 18,75 [0,5p] meter [0,5p]

Opdracht 14b [1,5p] 

1 : 7518 x 42195  = [1p ] 5,61 = 5,6 [1p] m/s [1p]





Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Opdracht 15
timer
7:00

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions




15a. Hoeveel planten heeft de hovenier nodig voor een rechthoekige border van 8 x 0,5 meter?
Bij deze opdracht kan je liggend geld oprapen. Je hoeft alleen maar te bukken!
A
24 planten
B
40 planten
C
48 planten
D
80 planten

Slide 44 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions





15b. Hoeveel m2 kan hij vullen met 200 planten?
A
12 m2
B
36 m2
C
60 m2
D
84 m2

Slide 45 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe schrijf je dat op bij je examen?
Opdracht 15a [1,5p] 

8 x 0,5 m = 4 m2 x 15 + 20 =  [0,5p] 80 [0,5p] planten [0,5p]

Opdracht 15 b  [1,5p] 

200 - 20
----------- = 12
    15

200 - 20 = 180 : 15 = [0,5p] 12 [0,5p] m2 [0,5p]





Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Ben je klaar voor de voortgangstoets?
  • Heb je de lessen van domein 1 actief doorlopen?
  • Heb je een geactiveerde licentie?
  • Ben je gekoppeld aan de klas? 

Dan ben je klaar voor de voortgangstoets!

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions