Woordvolgorde oefenen

Woordvolgorde herhalen en oefenen
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Woordvolgorde herhalen en oefenen

Slide 1 - Diapositive

Gewone volgorde in een hoofdzin:
Onderwerp persoonsvorm iets anders  (OPA)

Jan  loopt naar school
Ik werk elke dag

Slide 2 - Diapositive

Maak zelf een goede zin met de volgende woorden: wij naar school elke dag gaan

Slide 3 - Question ouverte

Maak zelf TWEE goede zinnen met de volgende woorden:
Jan elke avond kijken wil televisie

Slide 4 - Question ouverte

De volgorde in de tweede zin verandert niet.
In de tweede zin verandert de woordvolgorde
en
maar
omdat
zodat
Terwijl
dus
want

Slide 5 - Question de remorquage

Welke zin is NIET goed?
A
Ik hou van jou, want je bent lief.
B
Ik hou van mijn broer omdat hij is lief.
C
Ik lees de krant, terwijl ik muziek luister
D
Ik ga naar school, zodat ik veel kan leren.

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Vidéo

Welke zin is goed?
A
Als het regent, neem ik een paraplu mee.
B
Als het regent, ik neem een paraplu mee.

Slide 8 - Quiz

Welke zin is goed?
A
Ik hoop dat hij haalt zijn examen.
B
Ik hoop dat hij zijn examen haalt.

Slide 9 - Quiz

Welke zin is goed?
A
Als het donker is, ik wil geen autorijden.
B
Als het donker is, wil ik geen auto rijden.

Slide 10 - Quiz

Welke zin is NIET goed?
A
Ik had een onvoldoende, hoewel ik heel hard had geleerd.
B
Hoewel ik heel hard had geleerd, ik had een onvoldoende.
C
Hoewel ik heel hard had geleerd, had ik een onvoldoende.
D
Ik had een onvoldoende, maar ik had heel hard geleerd.

Slide 11 - Quiz

Maak een goede zin met alle woorden:
als jarig Hans is hij een feest geeft

Slide 12 - Question ouverte

Goede zinnen:
Als Hans jarig is, geeft hij een feest.
Hans geeft een feest, als hij jarig is.

Wat ook nog kan:
Als hij een feest geeft, is Hans jarig.
Als Hans een feest geeft, is hij jarig.

Slide 13 - Diapositive

Maak een goede zin met al deze woorden:

ik doe koud wanneer het is aan een warme jas

Slide 14 - Question ouverte

Goede zinnen
Ik doe een warme jas aan, wanneer het koud is.
Wanneer het koud is, doe ik een warme jas aan.


Wat ook nog kan:
Ik doe, wanneer het koud is, een warme jas aan

Slide 15 - Diapositive

Welke zin is NIET goed
A
Omdat het al laat is, ik ga snel naar huis.
B
Omdat het al laat is, ga ik snel naar huis.
C
Ik ga snel naar huis, omdat het al laat is.
D
Ik ga snel naar huis, want het is al laat.

Slide 16 - Quiz

Hoe gaat het nu bij jou met de woordvolgorde in de zinnen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage

Schrijfopdracht
  • Beschrijf een dag uit jouw leven van de afgelopen week: Vertel wat je op die dag allemaal hebt gedaan
  • Maak gebruik van de voltooide tijd
  • Bijvoorbeeld: Ik ben gisteren om zeven uur opgestaan. Daarna heb ik een kopje thee gedronken. Om half acht heb ik gedoucht.

Slide 18 - Diapositive

Wat wil jij in de volgende lessen nog graag oefenen om je schrijven te verbeteren? (iets anders dan woordvolgorde...)

Slide 19 - Question ouverte

Hoe nuttig waren deze extra online lessen tot nu toe voor jou? Geef een cijfer tussen 1 (niet nuttig) en 10 ( heel nuttig)
110

Slide 20 - Sondage

Bedankt voor jullie aandacht
Volgende week gaan we een ander onderwerp behandelen

Slide 21 - Diapositive