Hoofdstuk 3 deel vier

Hoofdstuk 3
de individuele aanbodlijn
herhaling 
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 3
de individuele aanbodlijn
herhaling 

Slide 1 - Diapositive

Planning
3 juni online les 
weektaak: herhalen hoofdstuk 3 en lezen paragraaf 3.7 

vanaf 8 juni: werken aan reparatiepakketjes
10 juni Quayn-test in online les
weektaak: documentaire donuteconomie kijken


Slide 2 - Diapositive

Reparatiepakketjes
1. het tekenen van de collectieve vraag- en aanbodlijn,
2. 'elasticiteiten' (de stof van de vorige Quayn-test)
      dit pakketje heeft twee versies

8 juni worden de pakketjes uitgedeeld door de mentoren en moeten uiterlijk twee weken later weer ingeleverd worden.

N.B. sommige leerlingen hebben geen reparatiepakketje.

Slide 3 - Diapositive

In hoofdstuk 3 kom je veel afkortingen tegen. Wat betekenen de volgende letters?
variabele
opbrengsten
hoeveelheid
totale
kosten
winst
constante
prijs
gemiddelde
marginale
G
q
V
K
C
P
T
W
O
M

Slide 4 - Question de remorquage

Koppel de afkorting aan de formule.
TVK / q
TO - TK
GVK + GCK
P x q
TO =
TW =
GTK = 
GVK =

Slide 5 - Question de remorquage

Hoe groot is de winst in het breakeven- punt?
A
Dat hangt af van de productiecapaciteit.
B
Dan is er geen winst.
C
Dan is de winst gelijk aan de totale opbrengsten.

Slide 6 - Quiz

Bij welke productieomvang (q) maakt een ondernemer maximale winst?
bij progressief/degressief variabele kosten
bij proportioneel variabele kosten
bij de hoeveelheid waar MO = MK
bij de productie-capaciteit

Slide 7 - Question de remorquage

De individuele aanbodlijn
Ondernemers streven naar maximale winst (die op de marktvorm volkomen concurrentie niet hoog is), MO=MK.

Gegeven de marktprijs (=MO) bepaalt MK dus hoeveel een ondernemer aanbiedt. Daarom geldt:

de individuele aanbodlijn is gelijk aan MK, zolang MK>GVK.

Slide 8 - Diapositive

Als GO > GVK is stoppen met produceren verliesgevender dan doorgaan zolang de constante kosten doorlopen.
Als GO > GTK maakt de ondernemet winst.
TW is maximaal als MO=MK.

Slide 9 - Diapositive

GVK = 680 + 0,02q
De gemiddeld variabele kosten zijn
A
proportioneel
B
progressief
C
degressief
D
een combinatie: progressief+degressief

Slide 10 - Quiz

MK = 16 + q
A
GVK is progressief.
B
GVK is degressief.
C
GVK is een combinatie: progressief/degressief.
D
GVK is proportioneel.

Slide 11 - Quiz

De gemiddeld variabele kosten zijn
A
proportioneel
B
progressief
C
degressief
D
een combinatie van progressief/degressief

Slide 12 - Quiz

MK=2q. MO=80.
TO=80q. TK= q2 + 625.
Bereken de maximale winst
A
q=40 TW=975
B
q=40 TW=3.200
C
q=40 TW=2.225
D
q=75 TW=0

Slide 13 - Quiz

Antwoord
De variabele kosten zijn progressief/degressief, dus
stap 1: MO=MK
80 = 2q --> q=40

stap 2: TW = TO - TK
 TW = 80x40 - (402 + 625) = 925

Slide 14 - Diapositive

TO=80q. TK= q2 + 625.
Stel de totale winstfunctie (TW) op.
A
TW= q2 - 80q - 625
B
TW = -q2 + 80q - 625
C
TW=q2 + 80q + 625
D
TW = -q2 -80q + 625

Slide 15 - Quiz

Antwoord
TW = TO - TK
TW = 80q - (q2 + 625)
TW = 80q - q2 - 625
TW = -q2 + 80q - 625

Slide 16 - Diapositive

Metavo is een bedrijf dat staalkabels maakt. De marktprijs van een kabel is €840. De productiecapaciteit is 8.000 kabels (per kwartaal). De marginale kostenfunctie luidt: MK = 680 + 0,04q.
Hoeveel kabels produceert Metavo als zij streeft maar maximale totale winst?

Slide 17 - Question ouverte

Antwoord
De GVK zijn progressief dus de winst is maximaal bij MO=MK.
MO = 840, MK = 680 + 0,04q.

840 = 680 + 0,04q
840 - 680 = 0,04q
q = 160/0,04 = 4.000 staalkabels

Slide 18 - Diapositive

Metavo produceert 4.000 staalkabels. De prijs van een kabel is €840. De constante kosten bedragen €1.800.000 (per kwartaal). De GVK-functie luidt: GVK = 680 + 0,02q.
Bereken de maximale winst.

Slide 19 - Question ouverte

Antwoord
P=840. q = 4.000 staalkabels. TCK = 1.800.000.
TVK = GVK x q = (680+0,02q)xq= 680q + 0,02q2

TW = TO - TK
TW = 840 x 4.000 - (680x4.000 + 0,02x40002 + 1.800.000) 
TW = -1.480.000 euro


Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Vragen?

Volgende week Quay-test om 10.00 uur.
Let op: de vragen gaan over paragraaf 3.1 t/m 3.5.
Weektaak: lezen paragraaf 3.7 en herhalen hoofdstuk 3.

Succes deze week!

Slide 22 - Diapositive