grammatica les 1 (1-6-7-8) ontleden rvl

PTA grammatica les 1 
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

PTA grammatica les 1 

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Na deze les: 

- Heb je pv, wwg, ond, lv, mv en bwb nog eens herhaald. 

Slide 2 - Diapositive

Zin in zinsdelen verdelen
1. Werkwoordelijk gezegde
2. Onderwerp
3. Lijdend voorwerp
4. Meewerkend voorwerp
5. Bijwoordelijke bepaling

Slide 3 - Diapositive

herhaling WWG
Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in een zin. Een persoonsvorm behoort dus ook altijd tot het werkwoordelijk gezegde.

wwg = wat gebeurt er? 
(werkwoorden zijn doe-woorden)

Slide 4 - Diapositive

herhaling OND
1. zoek het wwg
2. vraag: wie/wat + wwg

onderwerp = wie/wat doet het? 



Slide 5 - Diapositive

herhaling lv
1. zoek het wwg
2. vraag: wie/wat + wwg
3. vraag: wie/wat + wwg + ond

tip: een lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel!



Slide 6 - Diapositive

herhaling mv
1. zoek het wwg
2. vraag: wie/wat + wwg
3. vraag: wie/wat + wwg + ond
4. vraag: aan/voor wie? 

tip: staat nooit in een zin als er geen LV in staat! 
mv geeft aan aan wie/voor wie iets bestemd is. 




Slide 7 - Diapositive

herhaling bwb
- alles wat overblijft nadat je tm lv hebt ontleed. 
- geeft altijd een plaats, tijd of reden aan. 
(waar, wanneer, hoe, waarom, waarom, hoe laat, hoe lang etc) 






Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Wat is het lijdend voorwerp?
gekeken.
Het lijdend voorwerp
We 
hebben
vanavond
een serie 

Slide 10 - Question de remorquage

Ik zie hem

hem = ?
A
Onderwerp
B
Meewerkend Voorwerp
C
Lijdend voorwerp

Slide 11 - Quiz

Is dit een meewerkend voorwerp?
'Heb jij een voldoende van de docent gekregen?'
A
Wel een meewerkend voorwerp
B
Geen meewerkend voorwerp
C
er staat geen meewerkend voorwerp in

Slide 12 - Quiz

Jan gaf de toets aan de leraar.

Wat is 'de toets'?
A
meewerkend voorwerp
B
lijdend voorwerp
C
onderwerp
D
meewerkend voorwerp

Slide 13 - Quiz

Huiswerk

Maak opdracht 1- 6 -7-8 
blz 185 - 188

Slide 14 - Diapositive