week 13 Show, don't tell

Wat doen we vandaag? 
  • herhaling leerdoelen vorige week 
  • leerdoelen deze week 
  • interactieve instructie leerdoelen 
  • aan de slag: opdracht dialogen afmaken + starten opdrachten 'show, don't tell' 
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Wat doen we vandaag? 
  • herhaling leerdoelen vorige week 
  • leerdoelen deze week 
  • interactieve instructie leerdoelen 
  • aan de slag: opdracht dialogen afmaken + starten opdrachten 'show, don't tell' 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen vorige week
  • Je kunt uitleggen hoe je een dialoog schrijft en daarbij varieert in taalgebruik.
  • Je kunt een dialoog schrijven en daarbij variëren in taalgebruik.

Slide 2 - Diapositive

Welke drie manieren van beschrijven kun je gebruiken om een dialoog te schrijven?

Slide 3 - Question ouverte

Welke synoniemen voor 'zeggen'
kun je bedenken?

Slide 4 - Carte mentale

Meest gemaakte fouten:
1. Het meisje riep: "Hé jongen, waar ga je naar toe?" De jongen antwoordde "naar school!"
2. 'Hoi hoi.' Zei de docent tegen de leerling.
3. Lisa: "Sara, zullen we samen fietsen?"
    Sara: "Ja, leuk, gezellig."

Slide 5 - Diapositive

Goed:
1. Het meisje riep: "Hé jongen, waar ga je naar toe?" 
   De jongen antwoordde: "Naar school!"
2. 'Hoi hoi.' zei de docent tegen de leerling.
3. "Sara," riep Lisa, "zullen we samen fietsen?"
    "Ja, leuk, gezellig." gaf Sara als antwoord.

Slide 6 - Diapositive

Schrijf de volgende zinnen uit in de directe rede. Dit kan op verschillende manieren.

Mickey zei tegen June dat hij dolverliefd op haar was en dat hij heel graag met haar wilde trouwen. Gelukkig wilde June dat ook.

Slide 7 - Question ouverte

Als je een context bij een dialoog moet bedenken, welke dingen kun je dan beschrijven? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
A
ruimte(plaats)
B
tijd
C
weer
D
geluiden

Slide 8 - Quiz

Leerdoelen deze week
  • Je kunt uitleggen wat 'show don't tell' is
  • Je kunt 'show don't tell' zelf gebruiken in een verhaal

Slide 9 - Diapositive

Maak hier een printscreen van
  • Tell:Ryan is boos en gooit zijn speelgoedauto door de kamer.’

  • Show: ‘Ryan perst zijn lippen op elkaar en balt zijn vuisten. Met fronsende wenkbrauwen kijkt hij naar zijn speelgoedauto. Gisteren reed de auto nog als een speer in het rond…? Driftig grist hij hem van de grond en met een stevige zwaai laat hij de auto een afdruk maken op de muur.’

Slide 10 - Diapositive

Gebruik je printscreen van de vorige dia. Wat probeert de schrijver te bereiken bij een lezer wanneer hij 'showt' in plaats van 'tellt'?

Slide 11 - Question ouverte

Theorie 'show, don't tell'
Les 2: Vertellen, hoe doe je dat: ‘show, don’t tell’.

Show, don’t tell
Ervaren schrijvers weten natuurlijk precies waar dit over gaat, maar voor aspirantschrijvers is het vaak erg worstelen. Wat is nou precies dat ‘show, don’t tell’? (Letterlijk vertaald, krijg je ‘toon, niet vertellen’.)

Het idee erachter is dat je niet zomaar moet vertellen (tell) hoe iets is. In plaats daarvan laat je de lezer door middel van de woorden die je opschrijft, zien (show) hoe iets is.
Wanneer je simpelweg vertelt hoe de situatie is, zal de lezer waarschijnlijk denken: oké, dat zal wel zo zijn. Alsof het feiten zijn, die de schrijver opnoemt.
Laat je echter door het gebruik van de juiste woorden zien wat er gebeurt, dan zal de lezer eerder zelf een plaatje of scene in zijn hoofd krijgen en daardoor veel meer betrokken raken bij het verhaal. Ook is het een goede manier om de lezer nog wat meer informatie te geven over het verhaal of de specifieke situatie.


Slide 12 - Diapositive

Herschrijf de volgende zin, vermijd ‘tell’ en gebruik zo veel mogelijk “show”.

Tell: Nadine verstopte zich achter het groepje leerlingen en liet Ron voorbij lopen zonder dat hij haar zag.
Show:…………

Slide 13 - Question ouverte

Herschrijf de volgende zin, vermijd ‘tell’ en gebruik zo veel mogelijk “show”.

Tell: Arthur geeft Romée een zwarte doos met een strik er omheen en loopt weg. Romée maakt de doos open en moet hard lachen om de grap die Arthur met haar heeft uitgehaald.
Show:…………

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Opdracht deze week
  • (opdracht week 12: dialogen)
  • opdracht deze week:  Zie studiewijzer week 13. 

  • Opdrachten week 13 lever je in via Opdrachten/Magister. Je maakt dit tijdens de les. 
  • Niets ingeleverd, te laat of slecht of niet eigen werk? 1 punt van jouw tussentoetscijfer af.

Slide 16 - Diapositive

Iedere spreker 5x, dus sowieso 10 regels.
Dan context erbij, ook weer een paar regels... Maak een leuk verhaaltje en kijk niet op een paar woorden, maak iets moois!

Slide 17 - Diapositive