Havo 3: wederkerige, wederkerende voornaamwoorden + herhaling nevensch. en onderschikkendvoegwoord

Wederkerende en wederkerige voornaamwoorden en voegwoorden
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Wederkerende en wederkerige voornaamwoorden en voegwoorden

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
  • kan ik nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden benomen.
  • kan ik wederkerende voornaamwoorden herkennen en benoemen in een zin.
  • kan ik wederkerige voornaamwoorden herkennen en benoemen in een zin

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • herhaling persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden
  • wederkerende voornaamwoorden
  • wederkerige voornaamwoorden
  • Huiswerkopdracht dinsdag 18 januari: opdracht Google Forms

Slide 3 - Diapositive

Geef drie voorbeelden van persoonlijke voornaamwoorden

Slide 4 - Question ouverte

Geef drie voorbeelden van bezittelijke voornaamwoorden

Slide 5 - Question ouverte

Benoem de vier nevenschikkende voegwoorden

Slide 6 - Question ouverte

Noem twee voorbeelden van onderschikkende voegwoorden

Slide 7 - Question ouverte

Voegwoorden
Voegwoorden: Voegen twee zinnen aan elkaar
Nevenschikkend: En, maar, want, of
Onderschikkend voegwoord: omdat, daarom, waarmee, om etc.

Slide 8 - Diapositive

Benoem het woord in hoofdletters uit de zin: Ik heb een lunch gehad EN ik ging een nieuwe jurk kopen.
A
Onderschikkend voegwoord
B
Nevenschikkend voegwoord
C
Wederkerig voornaamwoord
D
Wederkerend voornaamwoord

Slide 9 - Quiz

Benoem het woord in hoofdletters uit de zin: Hij schaamde ZICH enorm voor die grote blunder
A
Onderschikkend voegwoord
B
Nevenschikkend voegwoord
C
Wederkerig voornaamwoord
D
Wederkerend voornaamwoord

Slide 10 - Quiz

Benoem het woord in hoofdletters uit de zin: Heb jij JE ook zo zitten ergeren aan het gedrag van klas 3?
A
Persoonlijk voornaamwoord
B
Onderschikkend voegwoord
C
wederkerig voornaamwoord
D
wederkerend voornaamwoord

Slide 11 - Quiz

Benoem het woord in hoofdletters uit de zin: JIJ hebt mij nog niet horen zingen!
A
Persoonlijk voornaamwoord
B
Onderschikkend voegwoord
C
Wederkerig voornaamwoord
D
Wederkerend voornaamwoord

Slide 12 - Quiz

Ik kan nu wederkerende voornaamwoorden en wederkerige voornaamwoorden herkennen in een zin.
Helemaal mee eens
Een beetje
Helemaal mee oneens

Slide 13 - Sondage

Welke onderdelen vind jij nog moeilijk bij taalkundig ontleden?

Slide 14 - Question ouverte

Huiswerk voor volgende week
  • Maandag 17 januari: Maken: examentekst Scholieren worstelen nog steeds met schermpjes in de klas. 
  • Maandag 17 januari: Maken bladzijde 77 t/m 86 Blok 2 lezen opdracht 1 t/m 5
  • Dinsdag 18 januari: Maken opdracht wederkerende, wederkerige voornaamwoorden en nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden in Google Forms. 

Slide 15 - Diapositive