Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
H1 De tijd van jagers en boeren
Priesters en mummies
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we vandaag doen?
Herhaling vorige les
Klein stukje uitleg
Samenvatten
Slide 2 - Diapositive
Waar hebben we het de afgelopen lessen over gehad?
Slide 3 - Carte mentale
Hiërogliefen
Grottekening
Reconstructie
Sleep de juiste begrippen naar de bijbehorende afbeelding!
ongeschreven bron
primaire bron
secundaire bron
ongeschreven bron
geschreven bron
primaire bron
Slide 4 - Question de remorquage
Geef aan wat bij welke samenleving past.
Jagers en verzamelaars
Landbouwsamenleving
Hutten van gras
Woning van leem
Geen dieren
Huisdieren
Steeds verhuizen
Op één plek wonen
Veel jagen
Graan oogsten
Grote groep
Kleine groep
Slide 5 - Question de remorquage
Waarom maakten Egyptenaren mummies van overleden mensen?
A
Alleen een goed bewaard lichaam kon verder leven in het dodenrijk.
B
Rijke mensen konden zo laten zien hoe rijk ze waren.
C
Dat stond erg mooi in de piramide en in het dodenrijk.
D
Ze haalden de ingewanden uit een lichaam.
Slide 6 - Quiz
Is dit een afbeelding van vóór of na de landbouwrevolutie?
A
Vóór de landbouw revolutie
B
Na de landbouwrevolutie
Slide 7 - Quiz
Wat is een farao?
A
de farao is de leider van het land en is een soort koning
B
de farao is een rijke boer
C
de farao is de belangrijkste schrijver
D
de farao is degene die in contact staat met de goden
Slide 8 - Quiz
De farao was een alleenheerser. Wat betekent dit?
A
Hij was de enige bestuurder in Egypte en niemand mocht hem tegenspreken.
B
De Farao wilde graag alleen zijn.
C
De koning werd opgevolgd
door zijn oudste zoon.
D
Alleen de koning werd als een god vereerd.
Slide 9 - Quiz
Wat is een staat?
A
Een land met duidelijke grenzen en een eigen bestuur
B
Een provincie binnen een gebied
C
Een provincie binnen een land
D
Een land met een koning
Slide 10 - Quiz
Hieronder staat een tekst waarin nog een aantal woorden moeten worden ingevuld.
=> Sleep de woorden die onderaan staan op de juiste plaats.
De Egyptenaren geloofden dat na de dood van de farao hij verder regeerde in . Het lichaam van de farao moest goed bewaard worden. Daarom maakten ze een van het lijk. De farao werd begraven met veel spullen en die hij nodig zou hebben. Om alles goed te beschermen werd het graf verborgen of gebouwd als een piramide.
de hemel
het dodenrijk
mummie
ijsmummie
geld
schatten
Slide 11 - Question de remorquage
slaven
Handelaren
Soldaten
Farao
Ambtenaren
Schrijvers
Ambachtslieden
Arbeiders
Slide 12 - Question de remorquage
Bestuur
De farao is koning, legeraanvoerder én god
Meeste taken worden uitgevoerd door:
ambtenaren: bestuur
priesters: godsdienst
officieren: leger
Omdat het een groot land is, zijn er geschreven wetten
Slide 13 - Diapositive
Hiërogliefen
Egyptische schrift, dat bestaat uit pictogrammen
De naam hiërogliefen is Grieks en betekent: 'heilige groeven'.
De Egyptenaren noemen ze zelf: Medu Netjer ('Goddelijke Woorden')
Hiërogliefen werden gebeiteld in rots of geschreven op papyrus
Wat is dit?
Slide 14 - Diapositive
het snellere hiëratische schrift
Slide 15 - Diapositive
Het schrift ontstaat
Het besturen van de staat was ingewikkeld
Door simpele tekens konden dingen onthouden worden
Afspraken
tussen handelaren
2
Wetten en belasting
1
Gedachten delen
3
Slide 16 - Diapositive
Natuurgodsdienst
De Egyptenaren waren erg afhankelijk van de natuur, denk maar aan de Nijl
Misoogst, zandstorm, ziektes, plagen
Goden moesten al deze onverklaarbare dingen veroorzaken
Veel goden zagen eruit als dieren
Slide 17 - Diapositive
Polytheïsme
Poly = meerdere
Theos = goden
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
Aan de slag
Werkboek pagina 24
Opdracht: 66, 67, 70, 75
-->Klaar? Kies opdracht 33 op pagina 16 (herhaling paragraaf 3) Weet je niet wat een mindmap is? Steek je hand op.