3.4 Voedselrelaties

WELKOM
1 / 49
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 49 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

WELKOM

Slide 1 - Diapositive

Doelen van vandaag
Korte herhaling van 3.3
Uitleg over 3.4
Samen aan de slag!

Slide 2 - Diapositive

Fotosynthese
  • Fotosynthese is het proces waarbij de plant glucose maakt.

  • Nodig: Zonlicht, water en koolstofdioxide.
  • Maakt: Glucose en zuurstof.

  • Glucose bevat energie en is dus een energierijke stof.

Slide 3 - Diapositive

Verbranding
  • Verbranding is het proces waarbij energie wordt vrijgemaakt uit glucose.
  • Cellen breken glucose af met behulp van zuurstof (energie komt vrij).
  • Er onstaan 2 afvalstoffen: Koolstofdioxide en water.

Slide 4 - Diapositive

Voedingsstoffen
Alle glucose die een plant maakt bij fotosynthese wordt ergens voor gebruikt:
Glucose wordt omgezet in de volgende dingen:
  • Eiwitten en cellulose zijn bouwstoffen.
  • Vitaminen zijn beschermende stoffen.
  • Zetmeel, suiker en vetten worden gebruikt als reservevoedsel

Slide 5 - Diapositive

Planten: Vindt verbranding overdag plaats? Vindt fotosynthese overdag plaats?
A
Verbranding niet, fotosynthese wel.
B
Verbranding wel, fotosynthese niet.
C
Verbranding wel, fotosynthese wel.
D
Verbranding niet, fotosynthese niet.

Slide 6 - Quiz

Welke stof ontstaat of welke stoffen ontstaan bij de fotosynthese?
A
Bij de fotosynthese ontstaat alleen glucose.
B
Bij de fotosynthese ontstaan glucose en koolstofdioxide.
C
Bij de fotosynthese ontstaan glucose en zuurstof.
D
Bij de fotosynthese ontstaan water, koolstofdioxide en glucose.

Slide 7 - Quiz

Glucose + zuurstof -> water + koolstofdioxide.
Deze reactie is :
A
Verbranding
B
Fotosynthese

Slide 8 - Quiz

Biotisch of Abiotisch?
Voedsel.
A
Biotisch
B
Abiotisch

Slide 9 - Quiz

Maak steeds de juiste keuze:
biotisch / abiotisch
wind
A
biotisch
B
abiotisch

Slide 10 - Quiz

Biotische of Abiotisch
A
Biotisch
B
Abiotisch

Slide 11 - Quiz

Biotisch of abiotisch?
Licht
A
biotisch
B
abiotisch

Slide 12 - Quiz

huidmondjes zorgen voor
A
gaswisseling
B
verdamping
C
mooie bladeren
D
gaswisseling en verdamping

Slide 13 - Quiz

Als een tomaat rijp wordt, welke verandering vindt dan plaats?
A
Zetmeelkorrels worden kleurstofkorrels
B
Bladgroenkorrels worden zetmeelkorrels
C
Kleurstofkorrels worden bladgroenkorrels
D
Bladgroenkorrels worden kleurstofkorrels

Slide 14 - Quiz

3.4 Voedselrelaties 

Slide 15 - Diapositive

Leerdoelen 3.4
- Je kunt uitleggen waaruit een ecosysteem bestaat.
- Je kunt voedselrelaties noteren in een voedselketen en een voedselweb.
- Je kunt een voedselpiramide tekenen en de vorm verklaren.
- Je kunt uitleggen waardoor er energie uit een voedselketen verdwijnt. 

Slide 16 - Diapositive

Hoe zit een ecosysteem in elkaar?

Slide 17 - Diapositive

Waaruit bestaat een ecosysteem?
- Individu
- Populatie
- Levensgemeenschap
- Ecosysteem

Slide 18 - Diapositive

Leerdoel: Je kunt uitleggen waaruit een ecosysteem bestaat.
Gebruik bron 1 op blz. 171
Deze begrippen moet je kennen:
Ecosysteem= alle biotische en abiotische factoren in en om de sloot.
Levensgemeenschap= alle levende organismen in de sloot. 
Populatie= alle kikkers die samenleven in de sloot.
Individu= één kikker uit de populatie kikkers in de sloot.

Slide 19 - Diapositive

Leerdoel: Je kunt voedselrelaties noteren in een voedselketen en een voedselweb.
3 manieren om voedselrelaties weer te geven:
voedselrelatie= geeft aan welke organismen in een ecosysteem elkaar eten. 
  1. voedselketen: een rijtje (producenten, consumenten)
  2. voedselweb: een aantal voedselketens die met elkaar verbonden zijn.
  3. voedselpiramide: piramide van aantallen

Slide 20 - Diapositive

Voedselketen

Slide 21 - Diapositive

Voedselweb

Slide 22 - Diapositive

Piramide van aantallen
1 havik 

100 koolmezen

100.000 rupsen

1 eikenboom

Slide 23 - Diapositive

Maak een voedsel web van de volgende organismen:

Konijn, Muis, Uil, gras, vos, roofvogel, lammetje, bessenstruik, mus, rat

Slide 24 - Question ouverte

Aan de slag
We gaan nu samen de opdrachten van 3.4 maken
Schrijf alsjeblieft mee in je werkboek 
Met de antwoorden in je werkboek kan je later leren voor je toets!

Slide 25 - Diapositive

3.4 Les 1 
Maak opdracht 1 t/m 13 + Nakijken


Slide 26 - Diapositive

3.4 Les 2
- Je kunt uitleggen waaruit een ecosysteem bestaat.
- Je kunt voedselrelaties noteren in een voedselketen en een voedselweb.
- Je kunt een voedselpiramide tekenen en de vorm verklaren.
- Je kunt uitleggen waardoor er energie uit een voedselketen verdwijnt. 

Slide 27 - Diapositive

Herhalen vorige les 

Slide 28 - Diapositive

Op welk plaatje zie je een voedselweb?
A
B
C

Slide 29 - Quiz

Waarmee begint iedere voedselketen?
A
Producent
B
Consument
C
Reducenten
D
Afvaleters

Slide 30 - Quiz

Wie is de producent
A
Pissebed
B
Kat
C
Kastanjeboom
D
Egel

Slide 31 - Quiz

Deze voedselketen bestaat uit..........
schakels
A
3
B
4

Slide 32 - Quiz

WELKOM

Slide 33 - Diapositive

Wat gaan we doen?
3.4 Voedelpiramides 
Quizlet live (begrippen oefenen)
Aan de slag 

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Vidéo

Twee soorten voedselpiramides
In een voedselpiramide geef je eigenlijk een voedselketen weer.  
Piramide van aantallen: hoeveel organismen zitten in elk niveau.
Piramide van biomassa: wat is de biomassa van elk niveau.

Slide 36 - Diapositive

Voedselpiramide
Voedselpiramides
Piramide van aantallen
Piramide van biomassa

Slide 37 - Diapositive

Piramide van aantallen
1 havik 

100 koolmezen

100.000 rupsen

1 eikenboom

Slide 38 - Diapositive


Piramide van biomassa= gewicht van alle stoffen in een organisme, behalve water

Elke stap naar boven gaat er energie verloren aan verbranding

Slide 39 - Diapositive

Verschil tussen de piramides
Deze is altijd piramidevorm!

Slide 40 - Diapositive

leerdoel: Je kunt uitleggen waardoor er energie uit een voedselketen verdwijnt. 

Slide 41 - Diapositive

piramide van biomassa
Energieverlies

Slide 42 - Diapositive

Maak een piramide van biomassa van de volgende organismen:
boom, bladluis, musje, roofvogel

Slide 43 - Question ouverte

In een voedselpiramide van biomassa is er energieverlies door ....
A
verbranding en voeding
B
fotosynthese en voeding
C
verbranding en onverteerbare stoffen
D
Fotosynthese en onverteerbare stoffen

Slide 44 - Quiz

Dit is een piramide van ...
A
aantallen
B
biomassa

Slide 45 - Quiz

Welke piramide heeft niet altijd een piramidevorm?
A
Piramide van aantallen
B
Piramide van biomassa
C
Beide piramides
D
Geen van beide piramides

Slide 46 - Quiz

Aan de slag
Maak opdracht 3.4 t/m 19 + Nakijken

Slide 47 - Diapositive

Slide 48 - Vidéo

Slide 49 - Vidéo