Hoofdstuk 2 economisch beleid

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Hoogconjunctuur

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Diapositive

In het langetermijnevenwicht
A
Is er geen inflatie
B
Is er wel inflatie, maar bevindt deze zich op een stabiel niveau
C
Is er een hele hoge inflatie

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

In een hoogconjunctuur zullen de looneisen
A
Stijgen
B
Gelijk blijven (er gebeurt niets op het gebied van looneisen)
C
Dalen

Slide 9 - Quiz

Bij laagconjunctuur is de output gap
A
Positief
B
Negatief

Slide 10 - Quiz

In een laagconjunctuur is de arbeidsmarkt
A
Ruimer dan in het lange termijnevenwicht
B
Krapper dan in het lange termijnevenwicht

Slide 11 - Quiz

De rente die de centrale bank berekent aan banken als zij geld lenen (omdat ze structureel geld tekort komen) bij de centrale bank noemen we
A
Depositorente
B
Marginale beleningsrente
C
Refi-rente

Slide 12 - Quiz

De rente die de ECB vaststelt is de
A
Nominale rente
B
Reële rente

Slide 13 - Quiz

De ECB probeert met haar rentebeleid in eerste instantie
A
De conjunctuur te sturen
B
Prijsstabiliteit te handhaven

Slide 14 - Quiz

In een hoogconjunctuur zal de ECB dus de rente
A
Verhogen
B
Verlagen

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Als de overheid met haar begrotingsbeleid de conjunctuurbeweging probeert af te remmen noemen we dat
A
Procyclisch beleid
B
Anticyclisch beleid

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Als de overheid anticyclisch begrotingsbeleid voert in een laagconjunctuur zal het overheidssaldo
A
Verslechteren
B
Verbeteren

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

De hoeveelheid belasting die de overheid ontvangt is afhankelijk van

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive