Oefenen ademhalingsstelsel en verbranding

Oefenen ademhalingsstelsel en verbranding
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Oefenen ademhalingsstelsel en verbranding

Slide 1 - Diapositive

Je lichaam maakt energie met de verbranding in cellen. Wat is verbranding?
A
zuurstof + koolstofdioxide --> energie + glucose
B
glucose + zuurstof --> energie + koolstofdioxide + water
C
water + glucose --> energie + zuurstof + koolstofdioxide

Slide 2 - Quiz

de verbranding
Voor verbranding heb je altijd zuurstof nodig.
A
een brandstof omzetten in water en koolstofdioxide
B
water koken

Slide 3 - Quiz

Herhaling: Wat heb je nodig voor de verbranding en wat komt vrij bij verbranding?
A
Nodig: Water Komt vrij: energie
B
Nodig: zuurstof Komt vrij: energie
C
Nodig: Brandstof Komt vrij: Zuurstof
D
Nodig: koolstofdioxide Komt vrij: energie

Slide 4 - Quiz

Verbranding is ...
A
glucose + zuurstof -> koolstofdioxide + water + energie
B
koolstofdioxide + water =-> glucose + zuurstof + energie
C
koolstofdioxide + glucose + energie -> zuurstof + water
D
glucose + water + energie -> koolstofdioxide + zuurstof

Slide 5 - Quiz

Wat is de functie van ademhaling?
timer
0:15
A
Voedsel opnemen en afvalstoffen afgeven
B
Lucht zuiveren
C
Water opnemen en koolstofdioxide afgeven
D
Zuurstof opnemen en koolstofdioxide afgeven

Slide 6 - Quiz

Je hebt twee soorten ademhaling, borst- en buikademhaling. Bij welke ademhaling speelt de middenrif een grote rol?
A
Borstademhaling
B
Buikademhaling

Slide 7 - Quiz

Longen
Nieren
Lever
Huid

Slide 8 - Question de remorquage

Neus
Mond
luchtpijp
Long

Slide 9 - Question de remorquage

neusholte
keelholte
strottenhoofd
luchtpijt
long

Slide 10 - Question de remorquage

Ademhalings-
stelsel
Spier
stelsel
botten
stelsel
bloedvaten
stelsel

Slide 11 - Question de remorquage

strottenhoofd
bronchiën
longblaasjes
keelholte
luchtpijp
neusholte
longen

Slide 12 - Question de remorquage

luchtpijp
longen

Slide 13 - Question de remorquage

Spieren tussen de ribben waarmee de ribben en het borstbeen kunnen worden bewogen.
Spieren waarmee het midden-rif kan worden bewogen.
Ademhaling dankzij het samentrekken van het middenrif en de buikspieren.
Ademhaling dankzij het bewegen van de ribben en het borstbeen.
Tussenribspieren
Middenrifspieren
Buik-ademhaling
Borst-ademhaling

Slide 14 - Question de remorquage

Maak de reactievergelijking van verbranding kloppend.
+
+
  _______>
verbranding
koolstofdioxide
zuurstof
water
Brandstof

Slide 15 - Question de remorquage

Nodig voor verbranding
Over na verbranding
Zuurstof
Koolstofdioxide
Water
(Energie)
Brandstof

Slide 16 - Question de remorquage

Maak de reactievergelijking van verbranding kloppend.
+
+
  _______>
Verbranding
Koolstofdioxide
Zuurstof
Water
Glucose

Slide 17 - Question de remorquage

In de afbeelding is een lengte doorsnede van een schematisch hart weergegeven. Sleep de onderdelen naar het hart.
Rechterboezem
Rechterkamer
Linkerboezem
Linkerkamer
Bloed stroomt het hart in
Bloed stroomt het hart in
Bloed stroomt het hart uit
Bloed stroomt het hart uit

Slide 18 - Question de remorquage

Ader
Haarvat
Slagader

Slide 19 - Question de remorquage

------------------
----------------------
hart
bloedvaten

Slide 20 - Question de remorquage

In de afbeelding zie je verschillende typen bloedvaten.
Wat is de naam van elk type bloedvat? 
Slagader 
Ader
Haarvat

Slide 21 - Question de remorquage

Zuurstofarm -
kleine bloedsomloop
Zuurstofrijk -
grote bloedsomloop
Zuurstofrijk -
kleine bloedsomloop
Zuurstofarm -
grote bloedsomloop

Slide 22 - Question de remorquage

Zuurstof uit                                wordt
koolstofdioxide uit                             wordt
In de longblaasjes vindt gaswisseling plaats
de lucht
het bloed
opgenomen in het bloed
afgegeven aan de lucht

Slide 23 - Question de remorquage

_________________  uit de lucht wordt opgenomen in het bloed. 
_________________  uit het bloed wordt afgegeven aan het bloed. 
Zuurstof
Koolstofdioxide

Slide 24 - Question de remorquage


1) Kleine bloedsomloop =
Hart -                           - hart

2) Grote bloedsomloop =
Hart -                           - hart

hele lichaam
longen

Slide 25 - Question de remorquage

Lucht gaan 
erin en eruit
Haarvat
Longblaasje
Zuurstof
Koolstofdioxide

Slide 26 - Question de remorquage

Bloedsomloop
Longen
hart

Slide 27 - Question de remorquage

Herhaling: Wat heb je nodig voor de verbranding en wat komt vrij bij verbranding?
A
Nodig: Water Komt vrij: energie
B
Nodig: zuurstof Komt vrij: energie
C
Nodig: Brandstof Komt vrij: Zuurstof
D
Nodig: koolstofdioxide Komt vrij: energie

Slide 28 - Quiz

Welk onderdeel van het hart wordt aangegeven met nummer 4 ?
A
Linker boezem
B
Linker kamer
C
Rechter boezem
D
Rechter kamer

Slide 29 - Quiz

Welk onderdeel van het hart wordt aangegeven met nummer 1 ?
A
Linker boezem
B
Linker kamer
C
Rechter boezem
D
Rechter kamer

Slide 30 - Quiz

Welk onderdeel van het hart wordt aangegeven met nummer 2 ?
A
Linker boezem
B
Linker kamer
C
Rechter boezem
D
Rechter kamer

Slide 31 - Quiz

Welk onderdeel van het hart wordt aangegeven met nummer 3 ?
A
Linker boezem
B
Linker kamer
C
Rechter boezem
D
Rechter kamer

Slide 32 - Quiz