Spreekwoorden/gezegden

Spreekwoorden & Gezegden
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Spreekwoorden & Gezegden

Slide 1 - Diapositive

Aan het einde van de les..

- Ken je het verschil tussen spreekwoorden en gezegden

- Heb je geoefend met spreekwoorden & gezegden

- Ken je nieuwe spreekwoorden & gezegden


Slide 2 - Diapositive

Welke spreekwoorden en/of gezegden ken je met het woord 'tand'?

Slide 3 - Carte mentale

Voorbeelden:

Aan de tand voelen (=onderzoeken - ondervragen)

De tanden laten zien (=fel verdedigen/laten zien dat men niet bang is)

Haar op de tanden hebben (=van zich af kunnen bijten)

Iemand aan de tand voelen (=op strenge manier ondervragen)

Met de mond vol tanden staan (=versteld staan/niet weten wat te zeggen)

Op zijn tandvlees lopen (=zijn laatste krachten gebruiken/totale uitputting)

Ergens de tanden inzetten (=vasthoudend zijn/niet snel opgeven)

Zich met hand en tand verzetten (=zich heftig verzetten)


Slide 4 - Diapositive

Wat is een spreekwoord

Het is een uitspraak met een algemene levenswijsheid:

zo gaat het nu eenmaal in de wereld.

Voorbeelden van spreekwoorden zijn:

'Na regen komt zonneschijn' & Oost west, thuis best.'

Slide 5 - Diapositive

Wat is een gezegde

Een gezegde is een vaste verbinding van woorden met een figuurlijke betekenis, die geen werkwoord bevat en dus op zichzelf nooit een zin vormt. Bijvoorbeeld:

met hart en ziel, een open deur, een vrolijke frans.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Wat betekent 'beter één vogel in de hand, dan tien in de lucht?
A
Liever heel veel dan heel weinig
B
Liever een beetje, dan helemaal niets
C
Liever een klein probleem dan 10 grote

Slide 8 - Quiz

Wat is een synoniem voor 'ik wil daar wel een beschuitje mee eten'?

Slide 9 - Question ouverte

bijvoorbeeld:

'brommers kiekn'

bij elkaar 'slapen'

croissantje eten :)

Slide 10 - Diapositive

Welke betekent ongeveer hetzelfde als 'we zullen ze een poepie laten ruiken?'
A
Laten kijken of men water ziet branden
B
Koekje van eigen deeg geven
C
Met de mond vol tanden laten staan

Slide 11 - Quiz

Betekenissen

- Kijken of men water ziet branden = Heel erg verbaasd kijken

- Koekje van eigen deeg geven         = Iets geven (of krijgen) wat oorspronkelijk bedacht is door degene die het krijgt

- Met de mond vol tanden                   = Ergens versteld van staan (niet weten wat te zeggen).

- Poepie laten ruiken                              = Iets doen wat hen zal verbluffen/versteld doen staan

Slide 12 - Diapositive

Wat betekent 'iemand onder de duim hebben?'
A
Iemand in bedwang houden
B
De macht hebben over iemand
C
Iets verzinnen en diegene gelooft jou
D
Iemand onder grote druk zetten

Slide 13 - Quiz

Wat betekent 'met het verkeerde been uit bed stappen?'
A
Een pechdag hebben
B
Een verkeerde inschatting maken
C
Een slecht humeur hebben

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Vidéo

Opdracht

- Maak duo's

- Kies samen 10 spreekwoorden/gezegden

- Kies er 2 uit die je gaat uitbeelden (dit mag je voordoen, maar ook filmen)

- De klas moet raden om welke spreekwoorden/gezegden het gaat


Slide 16 - Diapositive