2km Taalverzorging spelling les 1

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 2

Welkom!

Ga op je plek zitten en pak je spullen. 

• lesboek Nieuw Nederlands
• schrift
• leesboek

Wacht rustig tot de les begint. 

Stil lezen

Pak je boek. 

Je blijft stil. 

Ik zie je lezen.

Lesdoelen 

Ik kan de persoonsvorm op een correcte manier spellen.

Startopdracht

Maak de startopdracht op blz. 32. Schrijf de zin in je schrift. 

Aant. bij blz. 32

Tegenwoordige tijd (tt)

Ik-vorm bij ik of jij/je achter ww                      ik vind, vind jij/je

Ik-vorm + t bij hij, jij, zij, je, u                              hij/zij vindt, jij vindt

Hele ww bij wij, jullie, zij                                      wij vinden

Aant. bij blz. 32

Verleden tijd (vt)

Ik-vorm + te/de bij ik, hij, zij, je, u                   Ik pakte, hij gooide

Ik-vorm + ten/den bij wij, jullie, zij                 Wij lustten, zij landden

Aant. bij blz. 32

Verleden tijd (vt) sterke werkwoorden

Veranderen van klank in de verleden tijd. Je schrijft ze zo kort mogelijk op.

Ik wist, ik vond

Jullie wisten, wij vonden

Opdracht 1 blz. 32

1. bellen - bel- belt - belde
2. haten - haat - haat - haatte
3. lezen - lees - leest - las
4. schenken - schenk- schenkt - schonk
5. vangen - vang - vangt - ving
6. vegen - veeg - veegt - veegde
7. vissen - vis- vist- viste

Opdracht 2 blz. 32

1. struikelt
2. doneert
3. vind
4. brandt
5. lapt
6. bied 

Opdracht 3 blz. 33

1. weigerde
2. verloor
3. reed
4. ontplofte
5. leidde
6. richtten

Opdracht 4 blz. 33

Eigen invulling

Opdracht 5 blz. 33

1. kreeg
2. meld
3. zweette
4. komt
5. rondt
6. hoorden

Opdracht 6 blz. 33

Zelf nakijken

Zelfstandig werken 

1.Groene theorie blz. 50 lezen

2. Maken opdr. 1 en 2 blz. 50-51

Lesdoelen 

Ik kan de persoonsvorm, het onderwerp en het gezegde in een zin vinden. 

Ik kan samengestelde zinnen herkennen. 

Ik kan voegwoorden herkennen. 

Ik kan de persoonsvormen en onderwerpen in samengestelde zinnen vinden. 

Evaluatie les

1. Wat heb je deze les geleerd?
2. Wat ging deze les goed?
3. Waar gaan we de volgende les met elkaar op letten / voor zorgen?

veilig - vriendelijk - verantwoordelijk - optimaal - ongestoord

Opruimen en vertrekken

Stop al je spullen in je tas. (Als de docent dit zegt!)

Is je tafel helemaal leeg en schoon?

Is de grond onder en rondom je tafel helemaal opgeruimd?

Wacht tot je docent zegt dat je mag vertrekken. 

Zet je tafel recht en schuif je stoel aan. 

Verlaat rustig het lokaal.