T&G periode 7 les 1 Periodisering

Periodisering les 1
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
T&GMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Periodisering les 1

Slide 1 - Diapositive

Aankomende periode
  • Deze periode krijg je theorie over het maken van een trainingsschema (periodisering) en ga je aan de slag met het maken van een plan voor jezelf.

  • Periode 7 houden we nog een test je kennis.

  • In Periode 8 wordt je beoordeeld op het trainingsplan wat je gaat maken.

Slide 2 - Diapositive

Wat is een periodisering?
  • Een structurele tijdsindeling van de trainingsstructuur (Lange en korte termijn).
  • Geldt in meer of mindere mate voor alle geledingen binnen de sport.
  • Is onafhankelijk van de (training) leeftijd of de kwaliteit van de sporter.

Doel: Het hoogst mogelijk prestatie niveau halen voor jou sporters.

Slide 3 - Diapositive

Voor wie is een periodisering?
  • Periodiseren is in meer of mindere mate zinvol voor alle sporters binnen de sport.
  • Periodiseren is dus onafhankelijk van (trainings-) leeftijd of de kwaliteit van de sporter. Het kan voor iedereen die slim wilt trainen.
  • Verschil zitten in de verhouding van omvang en intensiteit en algemene en specifieke trainingsmiddelen.

Slide 4 - Diapositive

Trainingswetmatigheden
Supercompensatie
Overload
Specificiteit
Individualiteit
Verminderde meeropbrengst
Reversibiliteit
Duurzaamheid

Slide 5 - Diapositive

Supercompensatie
Verdeelt in 4 fases:
  • Trainingsfase
  • Herstelfase
  • Supercompensatie
  • Daling tot beginniveau

Trainingswetmatigheden zijn regels die iets zeggen over de supercompensatie.

Slide 6 - Diapositive

Overload & verminderde meeropbrengst
Overload: trainingen moet (langzaam) steeds meer inspanning vragen om beter te worden.

Verminderde meeropbrengst: Hoe beter je bent hoe moeilijker het is om nog beter te worden.

Slide 7 - Diapositive

Duurzaamheid & Reversibiliteit
Duurzaamheid: 
Verbeteringen die geleidelijk ontstaan blijven langer behouden. Wie voor de snelle, korte weg kiest zal een minder hoog prestatieniveau behalen.

Reversibiliteit (omkeerbaarheid): 
Trainingseffecten verdwijnen of de ontwikkeling van een bewegingseigenschap stagneert, als de sporter geen of te weinig belastingprikkels toedient.

Slide 8 - Diapositive

Specificiteit & Individualiteit
Specificiteit: Je verbetert alleen datgene wat je traint. De sporter zal specifiek belast moeten worden, wil hij er in de eigen sport op vooruit gaan.

Individualiteit: Elke sporter heeft een eigen beginsituatie. Elke sporter moet op zijn eigen niveau belast of getraind worden.

Neem trainingsschema’s NIET klakkeloos over.

Slide 9 - Diapositive

Training
Het verstoren van de homeostase (evenwicht) door het uitvoeren van fysieke oefeningen met een progressie in omvang en/of intensiteit met als doel de fysieke prestatie te verbeteren.


Gevolg: Adaptatie! 

Slide 10 - Diapositive

Wanneer moet je trainen?
Supercompensatie treedt na een training na een bepaalde en gedurende een beperkte tijd op. 
Wil je effect van je training hebben dan moet je het lichaam op het juiste moment, dus het moment van de supercompensatie, weer een nieuwe prikkel geven. 
Train je niet op het moment van de supercompensatie dan heeft de training geen effect of zelfs een negatief effect!

Slide 11 - Diapositive

Te laat trainen
De trainingsprikkels volgen elkaar op nadat het effect van de supercompensatie is verdwenen. Er is geen stijging van het prestatieniveau.

Slide 12 - Diapositive

Te vroeg trainen
De trainingsprikkels volgen elkaar op bij een onvolledig herstel. Het prestatieniveau zal dalen. Overbelasting en zelfs overtraining zullen op langere termijn volgen.

Slide 13 - Diapositive

Trainen op het juiste moment
De progressieve trainingsprikkels vallen in de fase van de supercompensatie. Het prestatieniveau zal stijgen.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Test je kennis!?

Slide 16 - Diapositive

Een periodisering is geschikt voor:
A
Topsporters
B
Amateur sporters
C
Startende sporters
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 17 - Quiz

Leg in je eigen woorden uit wat supercompensatie is:

Slide 18 - Question ouverte

Welke trainingswetmatigheid
zie je hiernaast:
(klik om te vergroten)
A
Overload principe
B
Verminderde meeropbrengst
C
Overtraining
D
Reversibiliteit

Slide 19 - Quiz

Elke sporter heeft een eigen beginsituatie.
Dit zegt is over:
A
Specificiteit
B
Individualiteit
C
Duurzaamheid
D
Reversibiliteit

Slide 20 - Quiz

Leg uit wanneer je traint op het juiste moment:

Slide 21 - Question ouverte

Wat is er aan de hand op de
afbeelding hiernaast:

(Klik om te vergroten)
A
Er is niet zwaar genoeg getraind
B
Er wordt te vroeg getraind
C
Er wordt te laat getraind
D
Er is te zwaar getraind

Slide 22 - Quiz