1.1 Koning en Parlement

§1 Koning en Parlement
  1. Wat zijn de twee oorzaken voor de Nederlandse grondwetswijziging in 1848?

  2. Wat zijn drie dingen die veranderde met de grondwet van 1848?

  3. Hoe heeft de Luxemburgse kwestie duidelijk gemaakt dat het parlement de macht echt in handen heeft??
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

§1 Koning en Parlement
  1. Wat zijn de twee oorzaken voor de Nederlandse grondwetswijziging in 1848?

  2. Wat zijn drie dingen die veranderde met de grondwet van 1848?

  3. Hoe heeft de Luxemburgse kwestie duidelijk gemaakt dat het parlement de macht echt in handen heeft??

Slide 1 - Diapositive

§1.1 De machtsverhouding tussen koning en parlement voor 1848
  • Nederland is meer dan 200 jaar een republiek, vanaf 1815 wordt Nederland een monarchie o.l.v. koning Willem I 
  • Koninkrijk bestaat uit Nederland, België en Luxemburg.
  • Elke burger kreeg grondrechten d.m.v. een nieuwe Grondwet
    vb. vrijheid van godsdienst, drukpers en meningsuiting

Slide 2 - Diapositive

§1.1 De machtsverhouding tussen koning en parlement vóór 1848


Nederland is een constitutionele monarchie

In de grondwet stond dat de koning veel macht had

  • Ministers waren dienaren van de koning
  • Parlement was er wel maar had weinig inspraak
  • Eerste kamer benoemd door de Koning
  • Tweede Kamer gekozen door Provinciale Staten --> kwamen vooral mensen van Adel en rijke kom af in 

Slide 3 - Diapositive

§1.1 De machtsverhouding tussen koning en parlement vóór 1848
  • 1830 kwamen de Belgen in opstand tegen Willem I
    --> 10 jaar onrust en leger op de been
  • 1839: België wordt onafhankelijk
    --> door hoge kosten van oorlog wilden enkele parlementsleden een verandering in de grondwet
    --> 1840: Willem II volgt zijn vader op

Slide 4 - Diapositive

§1.2 De veranderingen in de grondwet van 1848
  • --> 1848: er breken rellen uit door heel Europa
  • Ook liberalen in Nederland wilden veranderingen
  • Willem II gaf dhr. Thorbecke oprdracht een nieuwe grondwet te maken.

Slide 5 - Diapositive

Deze les maken + huiswerk
Lezen paragraaf 1 op blz. 10

Maken opdracht 1 t/m 5 op blz. 11

Leerdoel 1 beantwoorden in je schrift.

Slide 6 - Diapositive

Grondwet van 1848

Iedereen krijgt dezelfde (klassieke) grondrechten (bescherming tegen de overheid):

  • Recht op vereniging en vergadering
  • vrijheid van godsdienst
  • vrijheid van meningsuiting
  • vrijheid van onderwijs


Slide 7 - Diapositive

  • Koning onschendbaar
  • Ministriële verantwoordelijkheid (verantwoording afleggen aan parlement)
  • Elke 4 jaar rechtsstreekse verkiezingen voor de Tweede Kamer --> census kiesrecht
  • Eerste Kamer indirecte verkiezingen.

Slide 8 - Diapositive

§1.3 Het parlement wordt echt de baas in Nederland
Grondwet van 1848 maakte Nederland een parlementaire democratie 
  • Een bestuur waarbij de burgers het parlement kiezen.
  • Door ministeriële verantwoordelijkheid kon parlement regering controleren.
1849: Willem III komt aan de macht --> accepteert macht van parlement niet 
  • Luxemburgse kwestie (1866-1867):  
  • --> Ruzie tussen koning en parlement over Luxemburg --> Willem III wilde achter de rug van parlement Luxemburg verkopen

Slide 9 - Diapositive

Deze les maken + huiswerk
Lezen paragraaf 2 & 3 op blz. 12 & 14

Maken opdracht 6 t/m 14 op blz. 13 & 15

Leerdoel 2 & 3 beantwoorden in je schrift.

Slide 10 - Diapositive