Les 3 lezen H3 en H4

Welkom! Fijn dat jullie er weer zijn!
Jas: Kapstok
Telefoon: Koffer
Op tafel: Laptop (dicht) en leesfragment.
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom! Fijn dat jullie er weer zijn!
Jas: Kapstok
Telefoon: Koffer
Op tafel: Laptop (dicht) en leesfragment.

Slide 1 - Diapositive

Vandaag:
  • samen lezen (8 min.)
  • lesdoel
  • korte instructie
  • Formatieve toets
  • evaluatie

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

LESDOEL
Aan het eind van de les kan ik de verbanden 'oorzaak en gevolg' , 'voorbeeld' , 'opsomming' en 'tegenstelling' herkennen aan onder andere de signaalwoorden. 

Slide 4 - Diapositive

Instructie
De vorige les hebben we de verbanden 'tegenstelling' en 'opsomming' geleerd. Ook hebben de verbanden 'oorzaak-gevolg' en 'tegenstelling behandeld. Geef een voorbeeld van een tegenstelling en vertel welke signaalwoorden je hierbij gebruikt. 

Slide 5 - Diapositive

Instructie/herhaling
Verband opsomming.

Signaalwoorden: ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook (nog), verder, ten slotte, en. Je kunt een opsomming ook herkennen aan streepjes (–), dots (•), getallen (1, 2, 3) of een dubbele punt (:).

Slide 6 - Diapositive

Instructie/herhaling
Verband tegenstelling.

Signaalwoorden: tegenover, maar, hoewel, echter, toch, aan de ene kant … aan de andere kant. 

Slide 7 - Diapositive

Instructie/herhaling
Verband voorbeeld.

Signaalwoorden:  bijvoorbeeld, zo, zoals, denk aan, neem nou, onder andere.

Slide 8 - Diapositive

Instructie/herhaling
Verband oorzaak-gevolg.

Signaalwoorden:  daardoor, doordat, de oorzaak hiervan is, waardoor, ten gevolge van.

Slide 9 - Diapositive

Instructie/herhaling
Welk verband? Wat is het signaalwoord?

'Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk'
'De oude achtbaan is niet heel mooi, maar hij gaat wel ontzettend hard.'
'Sommige mensen houden juist van actieve vakanties. Zo gaan steeds meer vakantiegangers fietsen, wintersporten, diepzeeduiken of bergbeklimmen.'
'Voor een cake heb je nodig: bloem, boter, suiker, een ei en bakpoeder.'

Slide 10 - Diapositive

Formatieve toets
timer
20:00

Slide 11 - Diapositive

Evaluatie
Heb jij je lesdoel behaald?

Slide 12 - Diapositive

Huiswerk
Hoofdstuk 3 en Hoofdstuk 4 lezen/verbanden en signaalwoorden, helemaal af. 
Bedankt voor jullie aandacht. 
Tot de volgende les!

Slide 13 - Diapositive