NT2 Passief

De PASSIEF
Een zin kan in de Actieve en Passieve vorm staan
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
fransVoortgezet speciaal onderwijs

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

De PASSIEF
Een zin kan in de Actieve en Passieve vorm staan

Slide 1 - Diapositive

A. De jongen gooit de bal.
B. De bal wordt gegooid door de jongen.
A
A=passief B=actief
B
A=actief B=passief

Slide 2 - Quiz

A. Er wordt een bal gegooid.
B. Hij gooit een bal.
A
A=passief B=passief
B
A=actief B=actief
C
A=passief B=actief
D
A=actief B=passief

Slide 3 - Quiz

Object in actieve zin = bepaald

De jongen gooit de bal
Jan doet mijn was

Slide 4 - Diapositive

Welke zin heeft nog meer
een bepaald object?
(mogelijk meerdere antwoorden)
A
Men pakt 6 appels
B
Men koopt weinig appels
C
Men eet deze appel
D
Men eet alle appels op

Slide 5 - Quiz

Waarom heb ik als Subject 'MEN' gekozen?

Slide 6 - Question ouverte

Hoe wordt deze zin passief?
"Jan eet alle appels"
A
Er worden alle appels (op)gegeten door Jan
B
Alle appels zijn (op)gegeten door Jan
C
Alle appels worden (op)gegeten door Jan
D
Er worden appels (op)gegeten door Jan

Slide 7 - Quiz

Dus, bij bepaald object in actieve zin:
object --> subject + wordt/worden + participium
Jan slaat de hond (Jan beats the dog)
DE HOND WORDT GESLAGEN (door Jan) (the dog is beaten)

Slide 8 - Diapositive

Object in actieve zin =onbepaald

De cursisten drinken een kop koffie
De docent ziet geen fouten

Slide 9 - Diapositive

Welke zin heeft geen onbepaald object?
A
het bedrijf neemt alle vrouwen aan
B
het bedrijf neemt 3 vrouwen aan
C
het bedrijf neemt weinig vrouwen aan
D
het bedrijf neemt een vrouw aan

Slide 10 - Quiz

Hoe wordt deze zin passief:
Het bedrijf neemt geen vrouwen aan.
A
Geen vrouwen worden aangenomen
B
Er worden geen vrouwen aangenomen
C
De vrouwen worden niet aangenomen
D
Er zijn geen vrouwen aangenomen

Slide 11 - Quiz

Dus, bij onbepaald object:
Er + wordt/worden + object + participium
Dit bedrijf neemt geen vrouwen aan.
ER WORDEN GEEN VROUWEN AANGENOMEN (door dit bedrijf)
no women are hired (by this company)

Slide 12 - Diapositive

ZONDER OBJECT in actieve zin

De mensen in Nederland werken in de tuin op zondag
Ze dansen op straat

Slide 13 - Diapositive

In welke zin staat geen object?
A
Harry kijkt de toets na
B
Ze sms'en de hele dag
C
Op de markt verkopen ze veel fruit
D
Zij verkoopt haar huis

Slide 14 - Quiz

Hoe wordt deze zin passief?
Ze sms'en de hele dag
A
Er wordt de hele dag gesms't
B
De hele dag wordt gesms't
C
Ze sms'en de hele dag
D
Er worden ze de hele dag gesms't

Slide 15 - Quiz

Dus, bij geen object in actieve zin:
Er + wordt + participium
ER WORDT GESMS'T 

Slide 16 - Diapositive

Kies de juiste passieve vorm

Slide 17 - Diapositive

De buren verkopen hun huis
A
Er wordt hun huis verkocht
B
Hun huis verkopen de buren
C
Hun huis wordt verkocht
D
Er worden de buren verkocht

Slide 18 - Quiz

Op de markt verkopen ze veel fruit
A
Er wordt veel fruit verkocht op de markt
B
Er worden veel fruit verkocht op de markt
C
Veel fruit wordt verkocht op de markt
D
Veel fruit worden verkocht op de markt

Slide 19 - Quiz

De klas stelt 3 vragen
A
3 vragen worden gesteld
B
er worden 3 vragen gesteld
C
3 vragen worden de klas gesteld
D
er worden de klas 3 vragen gesteld

Slide 20 - Quiz

Veel mensen wandelen in het park op zondag
A
In het park wordt veel gewandeld op zondag
B
Op zondag wordt er veel gewandeld in het park
C
Er wordt op zondag veel gewandeld in het park
D
Er wordt veel gewandeld in het park op zondag

Slide 21 - Quiz

Passief in Verleden Tijd
Imperfectum: werd + participium
Perfectum: is + participium
Plusquamperfectum: was + participium

Slide 22 - Diapositive

Zet in verleden tijd:
De appel wordt gegeten
A
De appel is gegeten
B
De appel werd gegeten
C
De appel was gegeten

Slide 23 - Quiz

presens 
presens : het gebeurt nu, het is nu gaande
De appel wordt gegeten
De hond wordt uitgelaten
Er wordt koffie gedronken
'is being ...ed'

Slide 24 - Diapositive

Imperfectum
actie die plaatsvindt in verleden, beschrijving van wat er gebeurde op dat moment
De hond werd geaaid (toen hij lag te slapen)
Er werd koffie gedronken (toen ze pauze hadden)
Hij werd geopereerd (toen ik bij hem op bezoek kwam)
'was being...ed'

Slide 25 - Diapositive

Perfectum
Het gaat niet om de actie, maar om het feit van de actie
Hij is geopereerd (en daarom kan hij weer lopen)
De hond is uitgelaten (en daarom ligt hij nu zo lekker te slapen)
Er zijn veel appels verkocht (en daarom is zijn voorraad op)
'has been...ed'

Slide 26 - Diapositive

Plusquamperfectum
Er is een actie geweest in verleden en na die actie ....
De hond was al door de buren uitgelaten, toen zijn baasje terugkwam.
Toen de examens waren nagekeken, kregen de studenten het resultaat. 
'after...had been ..ed'

Slide 27 - Diapositive

Mijn fiets ...gestolen! Kijk dan! Ik sta er gewoon naar te kijken.
A
wordt
B
werd
C
is
D
was

Slide 28 - Quiz

Gisteren ... mijn fiets gestolen terwijl ik er bij stond!!
A
werd
B
wordt
C
is
D
was

Slide 29 - Quiz

Vorige week ...mijn fiets gestolen, daarom heb ik nu een nieuwe.
A
wordt
B
werd
C
is
D
was

Slide 30 - Quiz

Nadat vorige week mijn fiets ...gestolen, kocht ik een nieuwe.
A
wordt
B
werd
C
is
D
was

Slide 31 - Quiz

Welk woord ontbreekt:
The bill is paid by John.
De rekening ...betaald by John.
A
wordt
B
werd
C
was
D
is

Slide 32 - Quiz

En hier:
The car has been sold.
De auto ...verkocht.
A
wordt
B
werd
C
is
D
was

Slide 33 - Quiz

Back at the days, there was a lot of smoking in restaurants.
Er ...vroeger veel gerookt in restaurants
A
wordt
B
werd
C
is
D
was

Slide 34 - Quiz

The red car had just been sold, as I arrived in the store
De auto ...net verkocht toen ik de winkel in kwam.
A
wordt
B
werd
C
was
D
is

Slide 35 - Quiz