Week 6 W42 M4

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

#6 W42 M4

Weektaak

M4A

Lesson 1 - TL Exam

Make an inventory of the mistakes. What kind of questions do you need to work on?

Lesson 2 - Mediadossier

Start your movie assignments. What do you need?

Lesson 3 - Exam Idiom

Finish the sentences of unit 11 (Teams)

Lesson 4 -  Mediadossier

Examen valkuilen

• Meerkeuze vragen
• Open vragen 
• Citeervragen 
• Juist / Onjuist vragen
• Tijdsnood

Examen valkuilen

• Meerkeuze vragen
• Open vragen 
• Citeervragen 
• Juist / Onjuist vragen
• Tijdsnood

VOORAF (alleen)

Schrijf op welke vraagsoorten je fout had en welke vragen dit zijn. Doe dit bij alle foutjes.

Bv: 3 open vragen - vraag 7, 12 en 30

DAARNA (samen)

Werk samen op je laptop. Pak het examen er online bij en ga samen jullie foutjes bij langs. Kopieer en plak het gedeelte waar je antwoord staat.

Go to Teams > bestanden > 

Examen Idioom > U11 zinnen

1. Vertaal de dikgedrukte woorden. Kan je uit de context van de zin de vertaling halen? Of ken je het woord al?
2. Check of je het goed hebt.  
3. Vertaal de zin zo goed mogelijk naar het Nederlands. 

• Je mag je laptop gebruiken om woorden op te zoeken, maar gooi niet de hele zin in Translate o.i.d. 

• Doe 1 blz per keer. Deel het op in stukjes

Mediadossier

Pick 2 assignments and start! :)

Teams > Bestanden > Freedom Writers

Doe onderzoek! Zoek informatie over de film online, er is heel veel materiaal

Weektaak

M4B

Homework:

Exam idiom sentences

(Teams)

Lesson 1 - TL Exam

3rd lesson. Try to finish your exam.

Check your work & grade

Lesson 2 - TL Exam / Exam Idiom

Finish your exam if you haven't. Check & Grade

-----------------------------------

Exam Idiom sentences (Teams)

Lesson 3 - TL Exam

Make an inventory of the mistakes. What kind of questions do you need to work on?

Lesson 4 -  Mediadossier

Start your movie assignments. What do you need?

Examen 

www.alleexamens.nl  -  vmbo TL 2017 Tijdvak 1

Try to finish your exam. 

Check when you are done!

How did you do?

Go to Teams > bestanden > 

Examen Idioom > U11 zinnen

1. Vertaal de dikgedrukte woorden. Kan je uit de context van de zin de vertaling halen? Of ken je het woord al?
2. Check of je het goed hebt.  
3. Vertaal de zin zo goed mogelijk naar het Nederlands. 

• Je mag je laptop gebruiken om woorden op te zoeken, maar gooi niet de hele zin in Translate o.i.d. 

• Doe 1 blz per keer. Deel het op in stukjes

Weektaak

M4C

Lesson 1 - TL Exam

Make an inventory of the mistakes. What kind of questions do you need to work on?

Lesson 2 - Mediadossier

Start your movie assignments. What do you need?

Lesson 3 - Exam Idiom

Finish the sentences of unit 11 (Teams)

Lesson 4 -  Mediadossier

Go to Teams > bestanden > 

Examen Idioom > U11 zinnen

1. Vertaal de dikgedrukte woorden. Kan je uit de context van de zin de vertaling halen? Of ken je het woord al?
2. Check of je het goed hebt.  
3. Vertaal de zin zo goed mogelijk naar het Nederlands. 

• Je mag je laptop gebruiken om woorden op te zoeken, maar gooi niet de hele zin in Translate o.i.d. 

• Doe 1 blz per keer. Deel het op in stukjes

Weektaak

M4D

Lesson 1 - TL Exam / Exam Idiom

Finish your exam if you haven't. Check & Grade

-----------------------------------

Exam Idiom sentences (Teams)

Lesson 2 - TL Exam

Make an inventory of the mistakes. What kind of questions do you need to work on?

Lesson 3 - Mediadossier

Start your movie assignments. What do you need?

Lesson 4 -  Exam Idiom

Finish the sentences of unit 11 (Teams)

Examen valkuilen

• Meerkeuze vragen
• Open vragen 
• Citeervragen 
• Juist / Onjuist vragen
• Alineavragen
• Tijdsnood

Examen valkuilen

• Meerkeuze vragen
• Open vragen 
• Citeervragen 
• Alineavraag
• Juist / Onjuist vragen
• Tijdsnood

VOORAF (alleen)

Schrijf op welke vraagsoorten je fout had en welke vragen dit zijn. Doe dit bij alle foutjes.

Bv: 3 open vragen - vraag 7, 12 en 30

DAARNA (samen)

Werk samen op je laptop. Pak het examen er online bij en ga samen jullie foutjes bij langs. Maak de vragen opnieuw. Kopieer en plak het gedeelte waar je antwoord staat.

Mediadossier

Pick 2 assignments and start! :)

Teams > Bestanden > Freedom Writers

Doe onderzoek! Zoek informatie over de film online, er is heel veel materiaal

Go to Teams > bestanden > 

Examen Idioom > U11 zinnen

1. Vertaal de dikgedrukte woorden. Kan je uit de context van de zin de vertaling halen? Of ken je het woord al?
2. Check of je het goed hebt.  
3. Vertaal de zin zo goed mogelijk naar het Nederlands. 

• Je mag je laptop gebruiken om woorden op te zoeken, maar gooi niet de hele zin in Translate o.i.d. 

• Doe 1 blz per keer. Deel het op in stukjes

Lesson 3 -

Lesson 4

Weektaak

Lesson 1 - Leesexamen

Check your answers from TL 2019 TV 1. Which questions did you find difficult?

Lesson 2 - Grammar

Past Simple vs. Continous

worksheets

Lesson 3 - Writing

Write about yourself and the things you have done. 

Use the past tenses

Hand in in class

Lesson 4 - Oral exam

Prepare your presentation

Leesexamen

Check your exam TL 2019 TV1: which questions did you find difficult?

• Meerkeuze
  
• open vragen
  
• juist/onjuist
  
• Ander, namelijk ......

Go to www.examenblad.nl

choose an exam and pick 10 questions you find difficult. Answer them, check and correct.

Are you done? Either work on Exam Idiom or continue reading Exam texts

Grammar

Past Simple & Continuous

Past simple

Aangeven dat iets in het verleden plaatsvond / gebeurde.

Werkwoord + ed of irregular (onregelmatig)

I walked for hours yesterday.

I made a shocking discovery.

Past continuous

Aangeven dat iets op een bepaald moment in het verleden aan de gang was.

Verleden tijd to be (was/were) + ing

He was looking down the hill.

They were searching all night long.

Past simple + continuous

Combinatie: geeft aan dat er iets gebeurde (simple) terwijl er iets anders aan de gang was (continuous).

He broke his leg when he was skiing. 

I was looking around when I saw him standing there.

Past simple + continuous

Use the past simple or past continuous:

1. Lucy ____ (go) to her interview.

2. He ____ (always fall) in love when he ____ (be) younger.

3. When she ____ (break) her arm, the doctor ____ (give) her two weeks off.

4. By the time we got there, everyone ____(go) home. 

Past simple + continuous

Use the past simple or past continuous:

1. Lucy went to her interview.

2. He was always falling in love when he was younger.

3. When she broke her arm, the doctor gave her two weeks off.

4. By the time we got there, everyone was going home. 

Past simple or Past continuous?

I was having a shower.

1. Past simple
2. Past continuous

Dus..... Maak maar af:
De past continuous duurt ......
en de past simple duurt.....

1. KORT LANG
2. LANG KORT

When I _______ at the party, everyone _______. (past simple/continuous)

1. arrived, was dancing
2. had arrived, was dancing
3. arrived, danced
4. had arrived, danced

Past simple of past continuous:

She ________ when the shark _______ her.

1. surfed; attacked
2. was surfing; attacked
3. surfed; was attacking
4. was surfing; was attacking

Past Simple vs Past Continuous:

Hoe zet je een werkwoord in de Past Simple vorm?

1. werkwoord + (e)d
2. werkwoord + ing
3. werkword + was/were +ing
4. werkwoord + t

Past simple or Past continuous?

She played the piano.

1. Present Simple
2. Past Simple

Past Simple / Past Continuous

She ... (feel) pretty sick yesterday

1. Past Continuous
2. Past Simple

past simple/past continuous

You ... (study) when she called.

1. Present Perfect
2. Past Simple
3. Past Continuous
4. Present simple

In een zin met de past continuous EN de past simple, onderbreekt de .............. de .................... .

1. past simple de past continuous
2. past continuous de past simple

Writing

Write about yourself and about things you have done and really would like to do

200 words

Hand it in during class