Verdieping ouderenzorg deel 2

Verdieping ouderenzorg 
les 2
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
doelgroepenMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Verdieping ouderenzorg 
les 2

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze periode 
week 2:  ouderen en dementie + werken aan de presentatie

Week 3: presentaties + ouderen en depressie
Week 4: presentaties + fysieke/psychische klachten
week 5: presentaties
week 6: inhalen 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelstelling
We hebben kennis opgehaald over dementie aan het einde van de les 

We zijn de verdieping in gegaan en hebben nieuwe dingen geleerd over dementie

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

planning
Terugblik
Verdieping
Afsluiting

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem kenmerken van dementie, naast vergeetachtigheid

Slide 6 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe wordt het genoemd als iemand zich niet meer netjes gedraagt en zijn manieren verliest door dementie?
A
Manierenverlies
B
Decorumverlies
C
Waardenverlies
D
Formatieverlies

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dementie is een ziekte waaraan de patiënt uiteindelijk sterft, wat is de levensverwachting van iemand met dementie?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Dementie....
is officieel geen ziekte, maar een combinatie van symptomen die we samen dementie noemen.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onomkeerbaar
Dementie is  een onomkeerbaar proces. 

In 5 % van de gevallen is dementie tijdelijk, door: een hersenoperatie, medicijnvergiftiging of een zeer ernstige depressie

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

symptomen
moeite met:
  • Denken/begrijpen
  • Leren van nieuwe dingen
  • Taal goed gebruiken
  • Onthouden van dingen
  • Hierdoor moeite met: spreken, lezen, schrijven en rekenen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opvallend
Dementie veroorzaakt gedrags- en persoonlijkheidsverandering.

Versterking karaktereigenschappen.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoek op internet op: wat kan een gedragsverandering zijn bij dementie? Zoek een voorbeeld.

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vormen van dementie
  • Alzheimer
  • Vasculaire dementie 
  • Frontotemporale dementie
  • Korzakov
    minder voorkomend:
  • Lewy body dementia
  • Parkinson
  • Ziekte van Creutzfeldt-Jakob
  • Dementie bij Huntington
  • Dementie bij syndroom van Down



Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ziekteverloop en symptomen
1. Bedreigde ik -beginnende dementie
Beginnend- vergeetachtig voor omgeving nog niet altijd zichtbaar 
2. De verdwaalde ik - matige ernstige dementie
Matig- meer complexere taken, overzicht houden bijv financiën, 'verdwaaldgevoel' 
3. De verborgen ik - ernstige dementie
Ernstig- orientatieproblemen, herkent
bijv mensen niet meer, tijdsbesef 
4. De verzonken ik - ernstige dementie
Taalproblemen en volledige afhankelijkheid 

Slide 16 - Diapositive

 Bedreigde ik = beginnende dementie
Verdwaalde ik = matig ernstige dementie
Verborgen ik = ernstige dementie (volledig afhankelijk)
Verzonken ik = (cliënt kan niet meer lopen, spreekt nauwelijks, ligt vaak in foetushouding als pasgeboren baby)

Zie thema 4.13 PBSD

stadium 1 
stadium 2
stadium 3
stadium 4
Beginnende dementie

bedreigde ik
matig ernstige dementie

verdwaalde ik
ernstige dementie: deels afhankelijk

verborgen ik
ernstige dementie: helemaal afhankelijk

verzonken ik

Slide 17 - Question de remorquage

Bespreek:
- Per stadium wat de zorgvrager nog wel kan en wat niet.
- Welke begeleiding heeft de zorgvrager per stadium nodig?
Kijkvraag filmfragment
Waaraan merk je dat deze patiënten dementie hebben?

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Waaraan merk je dat deze patiënten dementie hebben?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Verdieping

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dementie - verschijnselen
Karakter en/of gedragsveranderingen
Angst
Apathie, passiviteit
Agitatie, agressie 
Stemmingswisselingen, woede-aanvallen
Depressie
Wanen en hallucinaties
Ontremming, decorumverlies
Liegen
Weglopen, zwerven
Cognitieve stoornissen
Afasie = taalstoornis
Apraxie = problemen met volgorde handelingen
Agnosie = niet herkennen van personen, voorwerpen, geuren
Abstract denken = moeite met vooruit denken, spreekwoorden begrijpen, rekenen etc.
Beoordelingsvermogen = niet in zien wat wel en niet kan


Desoriëntatie
Tijd
Plaats
Persoon

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mevrouw de Boer heeft dementie. Zij heeft steeds meer moeite om zelfs de simpelste dingen te onthouden. Sinds enkele dagen heeft zij ook moeite met het zetten van koffie. Met haar spieren is echter niets mis. Zij kan aangeleerde handelingen niet langer goed uitvoeren.

Vraag: Hoe wordt deze stoornis in het uitvoeren van aangeleerde handelingen genoemd?
A
Afasie
B
Apraxie
C
Agnosie
D
Amusculi

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sommige mensen met dementie herkennen personen, voorwerpen en geuren niet meer, ondanks goed werkende zintuigen.

Hoe wordt dit symptoom genoemd?
A
Agnosie
B
Afasie
C
Apraxie
D
Apersonie

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk verschijnsel
vertoont deze meneer?
A
Afasie
B
Apraxie
C
Agnosie
D
Agressie

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Stelling:
Een van de eerste verschijnselen van een dementie is de aantasting van het .....
A
Kortetermijngeheugen
B
Langetermijngeheugen
C
Oriëntatievermogen
D
Spraakvermogen

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De meest voorkomende vorm van dementie is .....
A
De ziekte van Alzheimer
B
Vasculaire dementie
C
Lewy body dementie
D
Frontotemporale dementie

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn zorgvragers met dementie een doelgroep waarmee jij in de toekomst graag zou willen werken?
0100

Slide 28 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat uit deze les ga je niet meer vergeten?

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions