het werkwoord (herhaling en oefening)

Het werkwoord
herhaling en oefening
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Klassieke TalenVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolBasisschoolvwoLeerroute VGroep 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Het werkwoord
herhaling en oefening

Slide 1 - Diapositive

Wat is belangrijk?
- 4 stammen
- 4 tijden
- vormen
- vertaling
- imperativus

Slide 2 - Diapositive

* Heb je (al) een vraag?
* Wat vind je lastig?

Slide 3 - Question ouverte

4 stammen
Er zijn 4 werkwoordsstammen: A / E / I / mk

Je ziet welke stam het is aan de laatste letter:
van de infinitivus haal je -re af = praesensstam

vocare -re = voca dus A-stam
verschil E-stam en mk-stam is te zien aan het streepje

Slide 4 - Diapositive

Geef de stam van:
vocare - venire - timēre - tollere

Slide 5 - Question ouverte

4 tijden
praesens - o.t.t.                   : ik leer

imperfectum - o.v.t.                   : ik leerde    

perfectum - v.t.t.                       : ik heb geleerd

plusquamperfectum - v.v.t.                   : ik had geleerd

Slide 6 - Diapositive

Geef nu zelf de vertaling van de 4 tijden van het werkwoord 'komen' in de 1e mv

Slide 7 - Question ouverte

Geef nu de vertaling van het werkwoord 'zijn' in de 4 tijden
in de 3e mv (pr/impf/pf/plsqpf)

Slide 8 - Question ouverte

4 tijden - vormen
Het principe bij alle 4 de tijden =

stam + uitgang

bij het imperfectum en plusquamperfectum heb je ook nog 
'kenletters' (-ba- en -era-)

Slide 9 - Diapositive

praesens
stam + uitgang (o s t mus tis nt)

'uitzonderingen' : 
A-stam : 1e ev = -o ipv -ao    voco
I-stam : 3e mv = + -u-      audiunt
 E-stam : geen
mk-stam : 2e ev t/m 2e mv = +-i-   /  3e mv = +-u-

Slide 10 - Diapositive

schrijf het rijtje uit van:
dicere (zeggen)

Slide 11 - Question ouverte

imperfectum
stam + (e)ba + uitgang (m s t mus tis nt)

let op:
bij de I-stam en de mk-stam heb je -eba-
bij de A-stam en de E-stam heb je -ba- 

vb. dare = dabam  / tradere = tradebam  / dormire = dormiebam

Slide 12 - Diapositive

Welke vorm bestaat NIET?
A
ridebamus
B
venibant
C
protegebas
D
nuntiabat

Slide 13 - Quiz

perfectum en plusquamperfectum
.
Voor deze twee tijden heb je eerst de perfectumstam nodig:

A-stam = stam +v
I-stam = stam +v
E-stam = stam -e +u
mk-stam = onregelmatig    [alleen fu- en potu-]

Slide 14 - Diapositive

Maak de perfectumstam van:
custodire - monēre - cogitare

Slide 15 - Question ouverte

Wat zijn de uitgangen van het perfectum?

Slide 16 - Question ouverte

Perfectum
perfectumstam + uitgang
'ik heb gelopen'

PLUSQUAMPERFECTUM
perfectumstam + era + uitgang
'ik had gelopen'

Slide 17 - Diapositive

Hoe ziet het perfectum 2e ev van 'custodire' eruit?
A
custodisti
B
custodiuistis
C
custodivisti
D
custodevisti

Slide 18 - Quiz

Hoe ziet dan het plusq.pf. van 'custodire' eruit? 3e ev

Slide 19 - Question ouverte

tot slot: imperativus
gebiedende wijs

enkelvoud = -e                   loop!

 meervoud = -(i)te                loop!

Slide 20 - Diapositive

Heb je nog een vraag?

Slide 21 - Question ouverte