Lezen Intro leesvaardigheid

Wat ga je deze periode doen?

  • De volgende toets NL gaat over leesvaardigheid
  • 60% van het examen NL bestaat uit Leesvaardigheid en daarnaast moet je bij andere vakken ook heel goed lezen. Waarom is lezen eigenlijk zo belangrijk?
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Wat ga je deze periode doen?

  • De volgende toets NL gaat over leesvaardigheid
  • 60% van het examen NL bestaat uit Leesvaardigheid en daarnaast moet je bij andere vakken ook heel goed lezen. Waarom is lezen eigenlijk zo belangrijk?

Slide 1 - Diapositive

Wat ga je vandaag leren?
               Aan het eind van de les herken je 6 tekstdoelen.
           
               Aan het eind van de les ken je 3 verschillende                        leesmanieren.

Slide 2 - Diapositive

Tekstdoelen
Je begrijpt een tekst beter als je beseft met wat voor soort tekst je te maken hebt en wat het doel van de schrijver is. 


Slide 3 - Diapositive

Hoeveel tekstdoelen gaan we in deze les herhalen/ behandelen?
A
3
B
5
C
6
D
8

Slide 4 - Quiz

1. Informeren
De auteur wil: 
  • informatie geven
  •  iets nieuws laten weten


Slide 5 - Diapositive

2. Uitleggen
De auteur wil: 

  •   iets uitleggen 
  •  een instructie geven.


Slide 6 - Diapositive

3. Mening geven

De auteur wil: 
  • zijn/ haar  mening laten zien 
  • de mening van anderen bekend maken


Slide 7 - Diapositive

4. Overtuigen 
De auteur wil: 
  • Jou overtuigen van zijn/ haar mening. 
  • Zij/ Hij kan je ook willen waarschuwen of adviseren.


Slide 8 - Diapositive

5. Amuseren
De auteur wil:

  •  amuseren/ vermaken
  • Hij/ zij  wil graag bepaalde gevoelens bij jou oproepen.


Slide 9 - Diapositive

6. Activeren
De auteur wil:

  • dat je iets gaat doen!


Slide 10 - Diapositive

Welke 6 tekstdoelen weet je?

Slide 11 - Question ouverte

Opdracht:
Je hebt net 6 tekstdoelen geleerd/ herhaald. 
Zoek nu bij elk tekstdoel een afbeelding van internet. 
Zet de 6 tekstdoelen in een word-document en zet het juiste plaatje erachter.  

Slide 12 - Diapositive

Schrijf één ding op wat je deze les hebt geleerd en niet meer vergeet.

Slide 13 - Question ouverte

Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed
hebt begrepen.

Slide 14 - Question ouverte

Leesmanieren
Niet elke tekst moet je op dezelfde manier lezen. Dat hangt af van wat jouw doel is met de tekst. Zo lees je een hoofdstuk van Economie heel anders dan de gebruiksaanwijzing van jouw mobiele telefoon. 

Er zijn 3 manieren om een tekst te lezen:

Slide 15 - Diapositive

1. Verkennend lezen
Je onderzoekt of je de tekst wilt gaan lezen.

  • bekijk de titel en de bron
  • bekijk de afbeeldingen
  • lees de tussenkopjes
  • lees eventueel de inleiding

Slide 16 - Diapositive

2. Grondig lezen
Je leest de hele tekst, want je wilt de tekst begrijpen.

  • denk aan wat je al weet 
  • stel vragen aan jezelf
  • probeer voor je te zien wat je leest

Slide 17 - Diapositive

3. Zoekend lezen
Je zoekt gericht naar informatie die je nodig hebt. Je leest niet de hele tekst

- Kijk naar de andere gedrukte woorden. 
- Let op opvallende tekens, tabellen, grafieken en afbeeldingen.

Slide 18 - Diapositive

Moet je de hele tekst lezen bij zoekend lezen?
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje
D
Misschien

Slide 19 - Quiz

Welke andere manieren van lezen ken je?

Slide 20 - Question ouverte