Omzet, BTW en Winst

Programma
Afzet, Omzet, BTW
Bruto netto winst
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Programma
Afzet, Omzet, BTW
Bruto netto winst

Slide 1 - Diapositive

Omzet berekenen
Bekijk de gegevens hiernaast.
Bereken de omzet van de winkel

Slide 2 - Diapositive

Omzet berekenen
Bekijk de gegevens hiernaast.
Bereken de omzet van de winkel



Omzet = Afzet x verkoopprijs
16 x € 59,80 = € 956,80

Slide 3 - Diapositive

BTW

Slide 4 - Diapositive

De btw

Slide 5 - Diapositive

BTW
BTW = Belasting over de Toegevoegde Waarde
  • Indirecte belasting 
  • 9% BTW - basisbehoeften
  • 21% BTW - overige behoeften

Slide 6 - Diapositive

Inclusief btw

Slide 7 - Diapositive

BTW/OMZETBELASTING

Slide 8 - Diapositive

Consumentenprijs
  • Consumentenprijs/Winkelprijs = verkoopprijs inclusief BTW


  • = verkoopprijs exclusief BTW + BTW
  • Formule 9% BTW: Consumentenprijs = verkoopprijs exclusief BTW : 100 x 109
  • Formule 21% BTW: Consumentenprijs = verkoopprijs exclusief BTW : 100 x 121

Slide 9 - Diapositive

Rekenen met BTW
Verkoopprijs jas € 125 en btw is 21%. 
Bereken de consumentenprijs

Slide 10 - Diapositive

Rekenen met BTW
Verkoopprijs jas € 125 en btw is 21%. 
Bereken de consumentenprijs

  1. BTW berekenen:
    € 125 : 100 x 21 = € 26,25
  2. Consumentenprijs berekenen
    € 125 + € 26,25 = € 151,25

Slide 11 - Diapositive

Inclusief BTW

Stel een tv kost € 600,- exclusief BTW
Wat is de consumentenprijs?

Slide 12 - Diapositive

Uitwerking

verkoopprijs exclusief BTW = 100%
btw = 21%
consumentenprijs inclusief BTW = 121%
dus € 600,- : 100 = x 21% = € 126,-
consumentenprijs = € 600,- + € 126,- = € 726,-
Dus verkort is dan € 600,- x 1,21 = € 726,-

Slide 13 - Diapositive

BTW
Een frikandellenbroodje kost inclusief BTW € 1.25. De BTW is € 0,09.
Wat kost het broodje exclusief BTW?

Slide 14 - Diapositive

Uitwerking
Broodje kost € 1,25 - € 0,09 = € 1,16

Slide 15 - Diapositive

Welke bedrijfskosten kun je benoemen?

Slide 16 - Diapositive

Bedrijfskosten

Alles wat een bedrijf betaalt voor de productie van goederen en diensten.

Slide 17 - Diapositive

personeelskosten
Brutoloon
sociale lasten/loonheffing

nettoloon

ondernemersloon

Slide 18 - Diapositive

huisvestingskosten
  • huur bedrijfspand
  • energiekosten
  • onderhoudskosten
  • verzekeringskosten

Slide 19 - Diapositive

verkoopkosten
  • promotie/reclame kosten
  • kosten voor drukwerk
  • kosten voor gratis drankjes (representatie)
  • website, diverse acties

Slide 20 - Diapositive

algemene kosten
  • reis- en verblijfskosten
  • administratieve kosten
  • assurantiekosten
  • wasserijkosten
  • abonnementen/contributie
  • schoonmaakkosten

Slide 21 - Diapositive

Schema winst berekenen

Slide 22 - Diapositive

Aan het werk!
Wat: Onderdeel G en H (blz 16 t/m 18)
Hoe: zelfstandig in stilte of op fluistertoon met buur
Hulp: Rekenboekje, buur, daarna mw. de Boer
Tijd: tot einde van de les
Uitkomst: je kunt omzet, winst en btw berekenen.
Klaar: Maak de proeftoets op blz 19 t/m 21

Slide 23 - Diapositive