(be)drog

(on)bewuste beïnvloeding
Priming and framing: de mindf*ck in optima forma
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

(on)bewuste beïnvloeding
Priming and framing: de mindf*ck in optima forma

Slide 1 - Diapositive

'Met hypnose bied ik iemand een alternatieve manier aan om naar de werkelijkheid te kijken. Ik breng iemand in een frameset waarin ik hem een nieuwe ervaring vertel waarin hij gaat geloven, en vervolgens wordt dat zijn werkelijkheid.'


Victor Mids, Mindf*ck

Slide 2 - Diapositive

Framing
Het zodanig presenteren van een onderwerp dat de ontvangers die wijze van denken overnemen.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Vidéo

Bewust of onbewust?
Wat bepaalt de manier waarop onderwerpen worden gepresenteerd?
- Bewuste factoren: agenda (belang)
- Onbewuste factoren: normen en waarden, gewoonten, cultuur

Slide 6 - Diapositive

Terug naar 100, volgens VVD
‘We doen dit om een crisis te voorkomen.’ Oftewel: wij maken hier een moeilijke beslissing die het land behoedt voor een nóg ergere situatie. Die ergere situatie is voor de VVD dat de bouwsector vastloopt en dus is dat het perspectief dat ze schetsen: samen de schouders eronder zodat Nederland kan ‘blijven draaien’.

Slide 7 - Diapositive

Terug naar 100, volgens CDA
'De maatregel is nodig zodat ‘boeren, bouwers en baggeraars weer aan de slag kunnen’. Zij zijn nu het slachtoffer dat geholpen moet worden.

Slide 8 - Diapositive

Terug naar 100, volgens D66
We gaan met z’n allen minder hard rijden om zowel de natuur als de bouwsector te beschermen.

Slide 9 - Diapositive

Verschil tussen de kranten
Telegraaf: ‘VVD slaat linksaf’
Nrc.next: ‘Coalitie vindt een uitweg’
Trouw: ‘Eerste stappen om de bouw weer op gang te helpen’
Volkskrant: ‘De maximumsnelheid wordt verlaagd, maar daardoor bent u straks gemiddeld juist sneller thuis’.

Slide 10 - Diapositive

Welk frame wordt bij de stelling 'niemand kan multitasken' gebruikt:?
Nog even dat rapport aftikken, het nieuws checken, een driegangen diner in elkaar draaien én een portemonnee terugvinden…en dat allemaal tegelijkertijd. Tja, dat moet wel een vrouw zijn! De multitaskvaardigheden van vrouwen zijn wijdverbreid bekend en krijgen in sommige verhalen bijna mythische proporties. Zie jij jezelf als buitengewoon uitstekend multitaskende vrouw? Dan zal dit artikel misschien wel even slikken zijn. Want uit Duits onderzoek blijkt nu dat vrouwen helemaal niet beter kunnen multitasken dan mannen. Sterker nog: eigenlijk kan niemand het en gaat de snelheid én kwaliteit van je werk er alleen maar op achteruit.
A
Vrouwen zijn beter in multitasken dan mannen
B
Je moet afscheid nemen van je overtuiging ten bate van de feiten
C
Vrouwen kunnen veel tegelijkertijd
D
Je bent dom als je niet vertrouwt op onderzoek

Slide 11 - Quiz

Welk frame wordt bij de stelling 'we laten ons graag beïnvloeden door anderen' gebruikt:?
“Als echt ál je collega’s opstaan, naar buiten gaan en in de sloot lopen, doe jij dat dan ook?” Zelden zegt iemand volmondig ‘ja’. Opvallend, want het principe van sociaal bewijs is één van de sterkste psychologische effecten. We doen nu eenmaal héél erg graag wat de rest doet en we laten ons hierdoor dan ook maar wat graag beïnvloeden!
A
Iedereen laat zich beïnvloeden door anderen
B
Een mens is een sociaal wezen
C
Niemand laat zich graag beïnvloeden
D
Wat we denken en wat we doen loopt nogal eens uiteen

Slide 12 - Quiz

Drogredeneringen framen ook
Persoonlijke aanval
Ontduiken bewijslast
Cirkelredenering
Vertekenen standpunt
Bespelen van je publiek
Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
Verkeerde vergelijking
Overhaaste generalisatie
Vals dilemma
Onjuist beroep op autoriteit
Overdrijven voor- en nadelen
Onjuist beroep op kenmerk/eigenschap

Slide 13 - Diapositive

Persoonlijke aanval
Bespelen van het publiek
Wat weet jij nou van voetbal, je kan nog geen deuk in en pakje boter trappen.
Ieder weldenkend mens zal het ermee eens zijn dat we minder vlees moeten gaan eten.

Slide 14 - Question de remorquage

Cirkelredenering
Vertekenen van het standpunt
Wie zwijgt, stemt toe.
Vanzelfsprekend had ik er geen motief voor, want anders had ik het wel gedaan.

Slide 15 - Question de remorquage

Verkeerde vergelijking
Vals dilemma
In Nederland kies je je partner zelf.
Je bent voor Amerika of voor de terroristen.

Slide 16 - Question de remorquage

Ontduiking van de bewijslast

Slide 17 - Diapositive

Donald Trump: Handelsakkoorden hebben een negatief effect op nationaal inkomen en welvaart.
Economen: Hoewel de winst niet gelijk verdeeld is, zijn zowel het gemiddelde inkomen als het gemiddelde vermogen in de VS sinds de jaren 80 aanzienlijk gestegen.

Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie

Slide 18 - Diapositive

Onjuist beroep op autoriteit

Slide 19 - Diapositive

Middelen framing
- Beelden
- Tekst (opbouw, stijlfiguren, beeldspraak)

Slide 20 - Diapositive

Framing met beelden
Ingrediënten: aardappelen, plantaardige oliën (zonnebloem, koolzaad, maïs, in wisselende hoeveelheden), barbecue hamsmaak [suiker, aroma's (bevat MELKCOMPONENTEN, uipoeder, peterselie, paprika-extract), kaliumchloride, zuurteregelaars (citroenzuur, natriumacetaten), weipoeder (van MELK), kleurstof (paprika-extract)

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Connotatie (bijklank)
‘Heb je dat meisje gezien?’

‘Moet je die griet daar zien!’

Slide 25 - Diapositive

Framing door connotatie
terroristen – vrijheidsstrijders
hypotheekrenteaftrek – villasubsidie
herstructurering van woonwijken – sloop
middagdutje – powernap
alternatieve genezers – kwakzalvers

Slide 26 - Diapositive

Framing boeren
Miskende agrariër
In dit frame gaat het niet zozeer over geld, maar over erkenning. Boeren produceren ons eten, zonder boeren geen leven in Nederland! Daarbij wordt binnen dit frame ook geregeld aangehaald hoe belangrijk de landbouw is voor onze economie. Daar mogen we wel wat meer waardering voor hebben, in plaats van altijd de boeren in de rol van bad guy neer te zetten. De media en politiek krijgen in dit frame de schuld van het beroerde imago dat de agrarische sector heeft gekregen, maar ook de consument mag wel eens op bezoek komen om te zien hoe hard het leven op een boerderij écht is en met hoeveel overtuiging er gewerkt wordt. Als zelfs Schiphol wordt gematst ten koste van de vele mensen die ons voedsel mogelijk maken, dan toont dat hoe respectloos boeren behandeld worden.

Slide 27 - Diapositive

Framing boeren
Boerengrootkapitaal
Boeren moeten niet zeuren, want zij zijn minder zielig zijn dan ze zich voordoen: de boerenlobby is sterk, zij horen bij de groep met het meeste vermogen, het zijn geen ‘boertjes’, maar megabedrijven, het zijn ‘milieuvervuilers’ en ‘dierenbeulen’.

Slide 28 - Diapositive

Stelling
Frame bij de stelling
Sterftax, het zal je maar overkomen, in een toch al zo moeilijke tijd.
Successierechten moeten worden afgeschaft.

Slide 29 - Question de remorquage

Welke argumentatie wordt hier gebruikt?
Het was geen leuk festival want...

A
Enkelvoudige argumentatie
B
Onderschikkende argumentatie
C
Nevenschikkend, afhankelijke argumentatie
D
Nevenschikkend, onafhankelijke argumentatie

Slide 30 - Quiz

De schooldagen in Nederland moeten maximaal 6 uur duren.
In andere landen met kortere schooldagen zijn de prestaties van leerlingen veel beter.
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Nevenschikkend onafhankelijk
C
Nevenschikkend afhankelijk
D
Onderschikkend

Slide 31 - Quiz

Mijn broer en zus zijn allebei boos op mijn ouders.
Mijn broer heeft huisarrest gekregen.
Mijn zus krijgt geen extra zakgeld.
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Onderschikkende argumentatie
C
Nevenschikkend, afhankelijk
D
Nevenschikkend, onafhankelijk

Slide 32 - Quiz

Priming
Zodanig activeren van de hersenen dat associaties geactiveerd worden die de ontvangst van een daarop volgende boodschap beïnvloeden. Het beïnvloedt het oordeel van het publiek.

Slide 33 - Diapositive

We hebben het vaak niet door!!
Onderzoekers hebben aangetoond dat bewust gedrag maar een deel van 5% heeft in het totale gedrag. Die andere 95% bestaat dus uit onbewust gedrag.

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Vidéo