Le dictionnaire

Le dictionnaire
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Le dictionnaire

Slide 1 - Diapositive

Inhoud
De ‘tilde’ ~4
  • of ronde haakjes (…)
Rechte haken […]
I en II

Slide 2 - Diapositive

De ‘tilde’         ~

Dit teken staat meestal in de plaats van het gezochte woord

--> Je zoekt bijvoorbeeld de vertaling van ‘ter plaatse’. Dat zoek je niet bij ‘ter’, maar bij ‘plaats’. Daar vind je: ter ~e

Slide 3 - Diapositive

Schrijf op bij welk woord je de volgende woorden vind en geef de vertaling

Slide 4 - Diapositive

Uit alle macht

Slide 5 - Question ouverte

Als vriend behandelen

Slide 6 - Question ouverte

  • of ronde haakjes (…)
Tussen ronde haakjes staat een synoniem van het woord, dus een ander woord dat hetzelfde betekent. 

Voorbeeld:  deining. 

•(opschudding) mouvement, agitation 
•(het golven) houle, bercement. 


Slide 7 - Diapositive

Onze KRAAN lekt al een week.

Slide 8 - Question ouverte

Ik heb een lekke BAND.

Slide 9 - Question ouverte

Rechte haken […]  
Tussen rechte haken staat extra informatie. Achter het woord ‘femme’staat bijvoorbeeld: [v] en achter ‘homme’ staat [m]. Op die manier geeft het woordenboek aan of het woord mannelijk of vrouwelijk is. Het woordenboek geeft ook de meervoudsvorm tussen haakjes.

Slide 10 - Diapositive

Wat is het meervoud van 'krant' in het Frans ?

Slide 11 - Question ouverte

I en II
Een zelfde woord kan soms ook in verschillende woordsoorten voorkomen, bijvoorbeeld ‘wrak’. 
-  het wrak = een kapot schip --> een zelfstandig naamwoord
- gammel, bijv. een wrak schuurtje --> bijvoeglijk naamwoord

Slide 12 - Diapositive

Welke vertalingen vind je voor 'enkel'?

Slide 13 - Question ouverte

Werkwoorden
In het woordenboek staan alleen hele werkwoorden. 
Soms vind je achterin het woordenboek een overzicht van de grammatica. 

Slide 14 - Diapositive