4.5 de Franse Revolutie

Schrijf op je wisbordje een antwoord op de vragen.
a: Leg uit welke 2 problemen Lodewijk de 16e erfde van zijn voorganger.
b: Welk probleem was er in Frankrijk in het voorjaar van 1789?
Eerder klaar: Leg uit wat we bedoelen met Trias Politica.

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Schrijf op je wisbordje een antwoord op de vragen.
a: Leg uit welke 2 problemen Lodewijk de 16e erfde van zijn voorganger.
b: Welk probleem was er in Frankrijk in het voorjaar van 1789?
Eerder klaar: Leg uit wat we bedoelen met Trias Politica.

Slide 1 - Diapositive

Lesplanning
1. Leerdoel(en)
2. Uitleg met aantekeningen.
3. Checkvraag bij de uitleg.
4. Werkboek maken/nakijken opdrachten.
5. Korte samenvatting leerdoel(en).

Slide 2 - Diapositive

Leerdoel: ik kan uitleggen hoe de Franse Revolutie verliep.
Ik ben de geruïneerde,  hij heeft zich vetgemest en we weten niet wat we met hem moeten doen.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Lien

Aanloop naar de Franse Revolutie
  • voorjaar 1789: hongersnood Frankrijk.
  • 4 mei 1789: Staten-Generaal bijeen: 300 leden voor 1e en 2e stand, 600 voor de 3e stand. Stemming was echter per stand niet per persoon, zo kon 3e stand nooit wat veranderen. 3e stand boos.
  •  3e stand gaat apart in de Kaatsbaan vergaderen als Nationale Vergadering. Wilden grondwet maken, macht koning inperken, standensamenleving afschaffen.

Slide 5 - Diapositive

14 juli 1789: Bestorming van de Bastille=begin van de Franse Revolutie.
  • Koning Lodewijk XVI laat alle standen vergaderen in Nationale Vergadering.
  • Koning laat leger Parijs omsingelen.
  • 14 juli 1789: Hongerige burgers bestormen de Bastille, als gevangenis het symbool van de macht van de koning. Hiermee begon de Franse Revolutie.
  • Hierna kwam overal de arme, hongerige boerenbevolking in opstand. Rijke landhuizen, kloosters werden geplunderd, eigendomspapieren verscheurd, verbrand.

Slide 6 - Diapositive

Verklaring van de Rechten van de Mens en van de Burger
  • 4/5 aug 1789: de Nationale Vergadering schaften de voorrechten van de adel en geestelijkheid af en de ‘Verklaring van de Rechten van de Mens en van de Burger’ werd opgesteld. 
  • Iedereen gelijk voor de wet, geen standen meer, eerlijke belastingen. 
  • Sep. 1791: koning was na vlucht met gezin naar Parijs gebracht en tekende de grondwet.

Slide 7 - Diapositive

Leg uit waarom de grondwet er niet voor zorgde dat het gewone volk meer politieke in vloed kreeg.

Slide 8 - Question ouverte

Te doen
Maken werkboek par 4.5 vraag  84, 85, 87, 88, 91.

Leren par 4.2,4.3, 4.4+begrippen+tijdlijn.
Klaar dan maken succescriteria, cornell schema/ flashcards/ 4.8 afsluiting/ oefentoetsen maken par. 4.5


Slide 9 - Diapositive

Samenvatting leerdoelen
Gebruik de 5W en H vragen of het cornell schema
(wie, wat, waar, waarom, wanneer en hoe).
Schrijf in max. 5 zinnen een samenvatting van de lesstof van vandaag.
timer
2:00

Slide 10 - Diapositive

Schrijf op je wisbordje een antwoord op de vraag.
Leg uit waarom vrouwen en 'gewone burgers' niet tevreden waren met de grondwet.

Eerder klaar: noem een verlichte denker met zijn idee.

Slide 11 - Diapositive

Lesplanning
1. Leerdoel(en)
2. Uitleg met aantekeningen.
3. Checkvraag bij de uitleg.
4. Werkboek maken/nakijken opdrachten.
5. Korte samenvatting leerdoel(en).

Slide 12 - Diapositive

Leerdoel: Ik kan uitleggen hoe de Terreur verliep en wat de gevolgen ervan waren voor Frankrijk.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

  • Frankrijk werd een constitutionele monarchie: koninkrijk met een grondwet: Macht van de koning ingeperkt, wetten alleen nog tijdelijk tegen te houden met vetorecht. Rijke burgers en edelen kozen het parlement. 
  • Arme mannen konden door strenge regels niet gaan stemmen. Vrouwen mochten niet politiek actief zijn, konden alleen roepen op tribune van het parlement of demonstreren.

Slide 15 - Diapositive

Gematigden en radicalen
  • Gematigden: rijke burgers vonden dat de revolutie ver genoeg gegaan was. Zij hadden nu stemrecht, invloed, economische voordelen zoals afschaffing van de gildes. Wilden grondwet en beperkte macht koning. 
  • Radicalen: vooral de arme burgers die niet mochten stemmen en last hadden van de hogere broodprijzen, andere levensbehoeften. Vonden dat de revolutie verder moest gaan, wilden een republiek.


Danton, Marat leiders van de Gematigden. (links en midden)
Robespierre leider Radicalen. (rechts)

Slide 16 - Diapositive

Periode van de Terreur van 1792 tot 1794
  • Meer kritiek van de radicalen 1792: Leger was niet onder controle, schatkist was nog leeg, Franse edelen waren naar het buitenland gevlucht en maakten legers. Frankrijk begon een oorlog tegen Oostenrijk en verloor eigenlijk alleen.
  • Binnen de radicalen kregen de Jacobijnen  steeds meer invloed. Volgens hen waren de gematigden die de koning niet wilden onthoofden niet te vertrouwen. Het waren vijanden van de revolutie, de Republiek.
Onthoofding Lodewijk 16e in 1793.
'De revolutie vermoorde zijn eigen kinderen'= de burgers die de revolutie begonnen waren, werden er nu juist het slachtoffer van.

Slide 17 - Diapositive

  •  De Jacobijnen wilden ook afrekenen met de kerk. De revolutionaire ideeën moesten op scholen onderwezen worden en zich verspreiden door heel Europa. Gelijkheid, hogere lonen, betere werkomstandigheden waren belangrijk. 
  • Jacobijnen grijpen in Frankrijk met een staatsgreep de macht. Ze rekenden af met politici en andere belangrijke burgers die ze niet langer vertrouwden door ze te onthoofden.
1793: Onthoofding koningin Marie Antoinette 6 maanden na haar man.

Slide 18 - Diapositive

De revolutie vermoord zijn eigen kinderen.

  • De Jacobijnen met hun leider Robespierre lieten steeds meer gewone mensen zonder eerlijk proces onthoofden onder de guillotine=> periode van de Terreur
  • Robespierre was te ver gegaan toen hij ook zijn eigen partijgenoten liet oppakken. Plotseling hadden de mensen genoeg van al het moorden en werd hij in 1794 zelf onder de guillotine onthoofd.

Slide 19 - Diapositive

Reorganisatie van het leger tijdens de Terreur door de radicalen.
  • De radicalen hadden tijdens de Terreur het leger beter georganiseerd. Het leger moest nu geleid moest worden door mensen die genoeg talent hadden om dat goed te doen, niet door hun afkomst. Het leger werd vergroot door de ‘Levée en masse’ (soort dienstplicht). Hierdoor had Frankrijk een volksleger gekregen met mensen die de idealen van de Franse Revolutie wilden verspreiden.

Slide 20 - Diapositive

Leg uit wat de zin de Revolutie vermoorde zijn eigen kinderen te maken heeft met de periode van de Terreur.

Slide 21 - Question ouverte

Te doen
Maken werkboek par 4.5 vraag 94, 95, 96.

Leren par 4.2,4.3, 4.4+begrippen+tijdlijn.
Klaar dan maken succescriteria, cornell schema/ flashcards/ 4.8 afsluiting/ oefentoetsen maken par. 4.5


Slide 22 - Diapositive

Samenvatting leerdoelen
Gebruik de 5W en H vragen of het cornell schema
(wie, wat, waar, waarom, wanneer en hoe).
Schrijf in max. 5 zinnen een samenvatting van de lesstof van vandaag.
timer
2:00

Slide 23 - Diapositive