OEFENEN GRAM.KGT2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 2

Oefenen voor de toets

pv

ond

vdw

hele ww

lv 

wwg

tijdproef

Dat heb je mooi gemaakt!
heb =

1. PV
2. OND
3. WWG

Kunnen jullie dat probleem zelf oplossen?
kunnen =

1. PV
2. OND
3. WWG

De man schonk een boek.
een boek=

1. lv
2. OND
3. WWG

Wij moeten de trein naar Apeldoorn halen.
wij =

1. PV
2. OND
3. WWG

De dokter heeft de patiënt grondig onderzocht.
heeft onderzocht =

1. PV
2. OND
3. WWG

Lotte geeft Hendrik een roos.
Lotte =

1. PV
2. OND
3. WWG

Ik heb gisteren heerlijk gegeten.
Heb =

1. PV
2. heel ww
3. vdw

Ik heb gisteren heerlijk gegeten.
gegeten =

1. PV
2. heel ww
3. vdw

Wij moeten zelf onze boodschappen doen.
doen =

1. PV
2. heel ww
3. vdw

Harrie en Henk lezen de gebruiksaanwijzing.
lezen =

1. PV
2. heel ww
3. vdw

Wij gaan brood kopen.
brood =

1. PV
2. heel ww
3. lv

Bas is zijn huiswerk aan het maken.
zijn huiswerk =

1. PV
2. lv
3. hele ww

Melissa zit een ijsje te eten.
eten=

1. PV
2. lv
3. hele ww

Kon je het weer niet laten?
ond =

De politieman wilde hem aanhouden.
pv =

Harrie geeft Henk een klap.
ond =

Maak een zin in de t.t. waar het woordje 'maken' een pv is.

benoem het werkwoord

Je krijgt zometeen een paar zinnen. 

Benoem het woord wat apart genoemd wordt. 

Wij hebben gisteren de brieven ontvangen.

ontvangen = ...

Deze computers zijn gerepareerd.

Gerepareerd = ...

Ik help mijn vader verhuizen.

help = ...

Wij willen dat heel graag weten.
willen =

Pas bij de volgende zin de tijdproef toe:
Sarah moest haar oma bellen.

Noteer alle voltooid deelwoorden uit dit stukje tekst:

Cactussen zijn planten die langdurige droogte kunnen overleven. Ze komen voor in warmere gebieden. Talloze soorten, vooral de kleinere, worden gekweekt als kamerplant.
Cactussen hebben een breed uitgegroeid wortelstelsel. De stengels zijn dik en bevatten speciale weefsels waarin water wordt opgeslagen.

Ik vond deze oefening

1. gemakkelijk
2. moeilijk
3. een beetje tussenin
4. ik weet het niet

(extra) oefening! 

Maak een zin in de verleden tijd met het werkwoord gegeten, waarin gegeten niet de persoonsvorm is, maar de vorm heeft van het voltooid deelwoord