Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Schaalrekenen
Slide 1 - Diapositive
Leerdoel:
Aan het eind van deze les weet je
Wat het verschil tussen absolute en relatieve afstand is
Wat schaal is.
Wat grootschalige en kleinschalige kaarten zijn en wat de kenmerken zijn.
Hoe je moet schaalrekenen en welke stappen je daarvoor moet zetten.
Slide 2 - Diapositive
Relatieve afstand
Relatieve afstand= de afstand die je meet in reistijd.
De relatieve afstand kan altijd veranderen.
Vraag: Waardoor kan de relatieve afstand veranderen?
Slide 3 - Diapositive
Absolute afstand
Absolute afstand = de afstand die je meet langs een rechte lijn hemelsbreed.
De absolute afstand veranderd nooit!
Slide 4 - Diapositive
Schaal en schaalrekenen
Een kaart is een verkleinde weergave van een gebied. De mate van verkleining geef je weer met de schaal. Dit kan op meerdere manieren:
> Schaalstokje
> Schaalgetal Bijvoorbeeld 1: 250.000. Hierbij is 250.000 het schaalgetal
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Schaalrekenen
Vaak wordt de afstand in kilometers tussen 2 plaatsen gevraagd
De schaal staat in cm (bijv. 1: 100.000)
Om de schaal om te zetten naar km haal je 5 nullen van het schaalgetal af. kijk ook naar de volgende slide.
1 cm is dus 1 km
Slide 10 - Diapositive
Hoeveel cm is een km
1 km = 100.000 cm
Slide 11 - Diapositive
Benodigdheden:
De Grote Bosatlas
Liniaal of geo driehoek
Rekenmachine
Slide 12 - Diapositive
Stappen van schaalrekenen: Deze zijn iets anders dan in het filmpje!
1. Zoek de gegeven plaatsen op de kaart. Achterin de atlas staat het namenregister, daar kan je alle plaatsen makkelijk vinden.
2. Meet de afstand tussen de twee plaatsen met je liniaal
3. Zoek het schaalgetal op de kaart.
4. Streep bij het schaalgetal (in gedachten) 5 nullen weg. Je weet nu de afstand in kilometer. (Let op: dit kan dus ook bijvoorbeeld 0,4 km zijn, dat is 400 meter.)
5. Vermenigvuldig je gemeten afstand met het schaalgetal. De uitkomst is de afstand tussen de 2 plaatsen in km.
Slide 13 - Diapositive
Nu zelf oefenen:
timer
10:00
Slide 14 - Diapositive
De opdracht: Bereken de afstand tussen de plaatsen. Schrijf op in je aantekeningenschrift
Opdr 1: Den Haag - Groningen _______ cm.
Schaal = 1: ____________ 1 cm = _______ km.
Afstand = _________________ km
Volg nu de stappen voor deze 2 afstanden:
Opdr 2: Parijs - Madrid
Opdr 3: New York - Rio de Janeiro
Vermenigvuldigen!
timer
10:00
Slide 15 - Diapositive
De antwoorden
Opdracht 1: Den Haag-Groningen
16.4 cm gemeten. Schaal is 1: 1.200.000 > 1 cm = 12 km. 16.4 x 12 = 196.8 km
Opdracht 2 :Parijs-Madrid
7 cm gemeten. schaal is 1: 15.000.000 > 1cm = 150 km. 7 x 150= 1050 km
Opdracht 3: New York-Rio de Janeiro
13,6 cm gemeten. schaal is 1: 60.000.000 > 1cm = 600 km. 13,6 x 600 = 8160 km
Slide 16 - Diapositive
Wat staat er altijd op een kaart!
1. De titel van de kaart
2. Een noordpijl of windroos (?)
3. De schaal als schaalgetal of schaalstokje
4. De legenda (uitleg van de symbolen)
Slide 17 - Diapositive
Legenda uitgebreid of simpel
Slide 18 - Diapositive
Opdracht route van huis naar school
Kijk eerst op Google Maps voor de afstand en wat je onderweg tegenkomt: weiland of huizenblokken, winkels, speeltuintje, park,
een kerk, een grote weg, een spoorlijn? Verzin hiervoor symbolen of kleuren.
Maak bij je kaart een legenda = uitleg van kleuren en symbolen.
Kies een schaal zodat de hele route op je A4 kaart past.
Vermeld het schaalgetal en op de achterkant je naam/namen.