5.2 Planten groeien

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

5.2 

Planten groeien

Lesplan

- Herhaling 5.1

- Leerdoelen 

- Uitleg 5.2

- Zelfwerkzaamheid

- 5.2 testen

Herhaling 5.1

Sleep de taken naar de juiste plek

Dit orgaan is voor de voortplanting. Hier ontstaan zaden, waaruit nieuwe planten groeien.

Water met mineralen opzuigen en verankering in de grond

Hierin lopen de nerven die zorgen voor vervoer van water en stoffen. 

Dit houdt de plant overeind. Hierin lopen dunne 'buisjes' die water en stoffen naar de bladeren en bloemen vervoeren.

Hoe heet onderdeel 2?

Wat was de functie van een huidmondje?

1. Water opnemen
2. Het maken van voedingsstoffen
3. Zorgen dat een boom groen blijft
4. Het uitwisselen van gassen

Welk beschrijving hoort bij welk soort vat?

Bastvaten

Houtvaten

Hierdoor stroomt water met mineralen vanaf de wortels naar de bladeren

Hierdoor stroomt water met voedingsstoffen vanuit de bladeren naar de wortels en bloemen

Leerdoelen 5.2

- Aan het einde van de les kan de leerlingen de verschillende fases benoemen bij plantengroei

- Aan het einde van de les kan de leerling beschrijven om welke 2 manieren bomen kunnen groeien. 

Een zaad

- ontkieming begint als het zaad water opneemt

- Uit het zaad groeit een kiemplantje

- Eerste blaadjes boven de grond zijn de zaadlobben, twee helften van het zaad.

Verdere groei

Plant groeit verder door celdeling. De cellen delen zich in tweeën. 

Gebeurt vooral in de groeipunten: Topjes van stengels en wortels

Celgroei: cel neemt water op en groeit in lengte

Lengtegroei: combinatie van celgroei en celdeling waarbij de wortel en stengel langer worden. 

Hoe groeien bomen

- uit eindknop nieuwe tak, heet uitlopen. 

- Boom bevat groeilaagjes, maakt nieuwe houtcellen.

Nieuwe laag ontstaat en stam word dikker

Lichte ringen: in het voorjaar

donkere ringen: in de zomer

Aan de slag

Lees: paragraaf 5.2

Maak: opdrachten 5.2

Klaar:  Begin alvast aan 5.3

              Maak/leer werk van een ander vak.