Workshop Luistervaardigheid Combi 22

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Nederlands

Donderdag 12 oktober 2023

Opbouw les

• Terugblikken: schrijfopdracht
• Schrijfopdracht 'ballonvaart' voordragen 
• Luisteropdracht
• Afronden

De ballonvaart

een eigen verhaal met gebruik van fantasie

Sanne & Mara

- Waar gaan ze dit doen?

- Wat is een ballonvaart?

- Wat zien of beleven ze? En hoe loopt dit af (min. 100 woorden)

In de tekst moet staan:

• Hoofdpersonen Sanne & Mara
• Wat gaan ze doen?
• Waar gaan ze ballonvaren?
• Wat is een ballonvaart? 
• Wat gebeurt er & hoe loopt het af? (minimaal 100 woorden)

Doelen luisteren

Niveau 1F

 

• Ik kan hoofdzaken uit een fragment halen. 

• Ik ken de luisteren strategieën.

• Ik kan mijn mening geven over een fragment.

• Ik kan aantekeningen bij een fragment maken.

Globaal luisteren

• Je luistert naar de belangrijkste informatie.

• Je hoeft niet alles te weten en luistert alleen naar de informatie die voor jou belangrijk/interessant is.
  
  
• Voorbeeldsituatie: interview op televisie

Selectief luisteren

• Je luistert naar specifieke informatie, omdat jij deze informatie wilt weten of nodig hebt.

• Je let op informatie die je herkent: datum, tijd, locatie, namen van personen/dingen/gebouwen.
  
  
• Voorbeeldsituatie: omroepbericht op het station

Intensief luisteren

• Je wilt alle informatie weten en begrijpen.

•  Je let op signaalwoorden, het onderwerp en verschillende deelonderwerpen. 

• Bij beeldfragmenten let je ook op de beelden: deze bevatten vaak extra informatie.
  
  
• Voorbeeldsituatie: (video)instructie op je werk

Signaalwoorden

Dit zijn woorden die een bepaalde samenhang aanduiden:

• want
• omdat
• maar
• bijvoorbeeld
• dus 
• tot slot

Ook belangrijk bij luisteren:

• Wat weet ik al van het onderwerp?

• Welke aanwezige informatie is er al?

• Welke beelden of foto's zijn er?

• Welke signaalwoorden herken ik?

Aantekeningen maken

Soms moet je ook aantekeningen maken, terwijl je luistert. Het is belangrijk om dan korte aantekeningen te maken. Geen hele zinnen. 

• Noteer het onderwerp en eventueel deelonderwerpen
• Noteer alleen de belangrijkste zaken, gebruik steekwoorden.
• Gebruik signaalwoorden om verbanden aan te geven.

Vragen beantwoorden

Op het examen moet je vragen beantwoorden bij een luisterfragment. 

Het is dan belangrijk om eerst de vraag en de antwoorden te lezen. 

Vandaag oefenen we dit iets anders.

• Maak gebruik van je voorkennis en aanwezige informatie, inclusief eventuele beelden.

• Luister goed naar signaalwoorden om verbanden te herkennen.

Opdracht 1

Niveau 1F:

We kijken naar fragment 1. 

Welke belangrijke zaken heb jij gehoord in fragment 1? 

• Maak aantekeningen. 
• Schrijf de hoofdzaken in 3-4 zinnen op (samenvatting). 
• Wat vind jij van ....(mening geven)?

Terug naar Opdracht 1

• Samenvatting (3-4 zinnen) 

• Wat vind je er van?

Opdracht 2

Niveau 1F:

We kijken naar fragment 2. 

Welke belangrijke zaken heb jij gehoord in fragment 1? 

• Maak aantekeningen. 
• Schrijf de hoofdzaken in 3-4 zinnen op (samenvatting). 
• Wat vind jij van ....(mening geven)?

Terug naar Opdracht 2

• Samenvatting (3-4 zinnen) 

• Wat vind je er van?

Opdracht 3

Niveau 1F:

We kijken naar fragment 3. 

Welke belangrijke zaken heb jij gehoord in fragment 1? 

• Maak aantekeningen. 
• Schrijf de hoofdzaken in 3-4 zinnen op (samenvatting). 
• Wat vind jij van ....(mening geven)?
• Na dit filmpje komen er een aantal meerkeuzevragen.

Terug naar Opdracht 3

• Samenvatting (3-4 zinnen) 

• Wat vind je er van?

Wat is de maximale snelheid in Belgie?

1. 100
2. 120
3. 110
4. Geen maximale snelheid

Wat is een nadeel van een flitspaal?

1. Je kunt opzoeken waar ze staan.
2. Radiogolven zijn slecht.
3. Het is ouderwets.
4. Er wordt een foto gemaakt.

Hoe hoog is een boete gemiddeld?

1. 40 euro
2. 60 euro
3. 50 euro
4. 70 euro

Opdracht 4

Niveau 1F:

We kijken naar fragment 4. 

Welke belangrijke zaken heb jij gehoord in fragment 1? 

• Maak aantekeningen. 
• Schrijf de hoofdzaken in 3-4 zinnen op (samenvatting). 
• Wat vind jij van ....(mening geven)?
• Na dit filmpje komen er een aantal quiz-vragen.

Waarom wil Willem (jongen met hoed) liever friet in een bakje in plaats van in een zakje?

1. Dan komt de friet en de saus niet door elkaar.
2. Dat is beter voor het milieu.
3. Dat ziet er mooier uit.
4. Dan kun je meerdere sauzen kiezen.

Zet deze in goede volgorde van het productie- proces:

Folie

Bakje

Kristallen

Hoeveel bakjes worden er per dag geproduceerd?

1. 100.000
2. 1.500.000
3. 1.000000
4. 2.000.000

Opdracht 5

Landenmarkt - opdracht

Informatie delen over 'India'.

Opdracht 5 - Groepsopdracht

Maak een

 flyer of

powerpoint

• gebruik dit filmpje
• zoek informatie (op internet)

Terugkijken

Kijk opnieuw naar de doelen van de les. Heb jij de doelen gehaald?

1F:

• Ik kan hoofdzaken uit een tekst halen. 
• 
  
• Ik oefen met luisterstrategieën.
  
• 
  
• Ik kan mijn mening geven over een fragment.
  
• 
  
• Ik kan aantekeningen bij een fragment maken.