Hoofdstuk 10 paragraaf 10.1 Elektronenoverdracht

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

10.1 Elektronenoverdracht

Lesdoel:

Je leert wat een redoxreactie is

en je leert een redoxreactie herkennen.

Is de stelling juist of onjuist: Bij een redoxreactie worden uitsluitend elektronen afgestaan

1. Juist want dat is per definitie een redox.
2. Juist want elektronen overdragen wil zeggen afstaan.
3. Juist want de atomen veranderen van lading.
4. Onjuist, een atoom staat elektronen af en een ander neemt ze op.

Worden er elektronen opgenomen of afgestaan door ijzer:

Fe(s)→Fe​2+​​

1. Opgenomen want er ontstaat een positieve lading
2. Afgestaan want er ontstaat een positieve lading

Worden er elektronen opgenomen of afgestaan door Bromide:

2Br​−​​→Br​2​​

1. Opgenomen want er ontstaat het neutrale broom
2. Afgestaan want er onstaat het neutrale broom

Worden elektronen opgenomen of afgestaan door het proton in deze reactie:

2H​+​​(aq)→H​2​​(g)

1. Is geen redox want een proton heeft te maken met een zuur-base reactie
2. afgestaan want er onstaat een neutraal deeltje
3. opgenomen want er ontstaat een neutraal deeltje

Wat is een redoxreactie?

1. Een reactie waarbij geladen deeltjes worden overgedragen
2. Een reactie waarbij protonen worden overgedragen
3. Een reactie waarbij neutronen worden overgedragen
4. Een reactie waarbij elektronen worden overgedragen

Welk van de onderstaande reacties is een redoxreactie?

→

1. 2K(s)+Cl​2​​(g)→2KCl(s)
2. 2Al(s)+3Br​2​​(l)→2AlBr​3​​(s)
3. BaCl​2​​(s)→Ba​2+​​(aq)+2Cl​−​​(aq)
4. Ag​+​​(aq)+Cl​−​​(aq)→AgCl(s)

Uitleg

Aluminium is neutraal voor de pijl maar             geworden na de pijl. Broom is neutraal voor de pijl maar           geworden na de pijl. Aluminium heeft 3 elektronen afgestaan. Broom heeft een elektron opgenomen. Elektronen gaan van aluminium naar broom. Dus redoxreactie.

2Al(s)+3Br​2​​(g)→2AlBr​3​​(s)

Al​3+​​

Br​−​​

Uitleg

Kalium is neutraal voor de pijl maar         geworden na de pijl. Chloor is neutraal voor de pijl maar          geworden na de pijl. Kalium heeft een elektron afgestaan. Chloor heeft een elektron opgenomen en wordt chloride. Dus een redoxreactie.  

2K(s)+Cl​2​​→2KCl(s)

K​+​​

Cl​−​​

Schrijf op de reactievergelijking van het onstaan van lithiumchloride uit de elementen

Antwoord

Let op dat chloor lid is van BrINClHOF 

Deze reactie is een redoxreactie want kalium voor de pijl heeft geen lading terwijl na de pijl kalium-ion is gevormd met lading +1 dus heeft een elektron afgestaan aan chloor dat chloride wordt met lading -1. KCl is de verhoudingsformule van de ionen.

2K(s)+Cl​2​​(g)→2KCl(s)

Een reductor is een deeltje dat een elektron afstaat tijdens een redoxreactie. Welke van de deeltjes is een reductor, met andere woorden welk deeltje kan een elektron afstaan?;

1. Fe
2. Fe​2+​​
3. Fe​3+​​
4. Geen van de drie

Een oxidator is een deeltje dat een elektron opneemt. Een heel bekende oxidator is zuurstof. Hoeveel elektronen neemt 1 atoom zuurstof op?

1. 1 elektron
2. 2 elektronen
3. 3 elektronen
4. 4 elektronen

Geef reactievergelijking van de volledige verbranding van koolstof. Is dit een redoxreactie?

Huiswerk

Lees nog eens de tekst van paragraaf 10.1 goed door.

Maak de opgaven 1  t/m 5