Mercredi le 27 novembre (h2b-s48)

Salut!
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Salut!

Slide 1 - Diapositive

On va...
- parler français
- huiswerk nakijken 
- gram II uitleggen: bijvoeglijke naamwoorden (aparte vormen)
- oefenen met de grammatica


Slide 2 - Diapositive

Foto beschrijven
Beschrijf deze twee foto's in het Frans. 
Je begint je zin met: Het is een.....

Slide 3 - Diapositive

Huiswerk gemaakt?
- afmaken: ex 23 p.109 (uitwerken in je schrift)
- afmaken: Grammaire II ex. 16a p.101






Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Uitleg via video
Libre Service
p.131-132



Slide 7 - Diapositive

Aparte vormen
Sommige bijvoeglijke naamwoorden hebben een aparte vorm in de vrouwelijke vorm.
Beau ==> belle 
Nouveau ==> nouvelle 
Deze complete lijst vind je terug in je tekstboek blz 132 onder de uitzonderingen.

Let op bij het meervoud: beau ==> beaux / nouvelle ===> nouvelles

Slide 8 - Diapositive

Sleep de bijvoeglijke naamwoorden naar het juiste vakje. 
vieille
belles
bonne
nouveaux
bons
beaux
vieux
nouveau
bon
beau
blanches
longues
belle

Slide 9 - Question de remorquage

Wat is de vrouwelijke vorm van: long?

Slide 10 - Question ouverte

Wat is de mannelijk meervoud vorm van: bon?

Slide 11 - Question ouverte

De vrouwelijke vorm van beau is ...

Slide 12 - Question ouverte

De vrouwelijke vorm van gros is ...

Slide 13 - Question ouverte

De vrouwelijke meervoud vorm van vieux is ...

Slide 14 - Question ouverte

Wat is hier de juiste vorm en plaats van het bijvoeglijk naamwoord: blanc?
A
Elle porte des blanches chaussures.
B
Elle porte des chaussures blanches.
C
Elle porte des chaussures blanche.
D
Elle porte des chaussures blancs.

Slide 15 - Quiz

Wat is hier de juiste vorm en plaats van het bijvoeglijk naamwoord: nouveau?
A
Elle a acheté des nouveaux pantalons.
B
Elle a acheté des pantalons nouveaux.
C
Elle a acheté des nouveaus pantalons.
D
Elle a acheté des nouvelles pantalons.

Slide 16 - Quiz

Mannelijke woorden met klinker
beau - nouveau - vieux
bel - nouvel - vieil

Exemples:
un bel enfant
le nouvel élève
le vieil hôtel

Slide 17 - Diapositive


Zet het bijvoeglijk naamwoord op de juiste plaats en in de juiste vorm. Schrijf de zin opnieuw.
(nouveau) Il a acheté un...........album.............

Slide 18 - Question ouverte

Maintenant: - maken grammatica II: exercices 16C en D

Slide 19 - Diapositive

les devoirs
- leren: apprendre 5 p. 115 en p. 131
- leren apprendre 8 p. 117

-afmaken: Grammaire II ex. 16c-16d

Slide 20 - Diapositive