maak van een bedrijvende een lijdende zin

Hoe maak je van een bedrijvende een lijdende zin?
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hoe maak je van een bedrijvende een lijdende zin?

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Onderwerp is

Slide 3 - Diapositive

Onderwerp is

Slide 4 - Diapositive

Wat is een bedrijvende zin?

Slide 5 - Diapositive

Dat is een zin waar:
A
een lijdend voorwerp staat
B
waar het onderwerp niks doet
C
waar het onderwerp actief is
D
waar een bepaling in staat

Slide 6 - Quiz

Dus wat is dan een lijdende zin?

Slide 7 - Diapositive

een lijdende zin is een zin:
A
een lijdend voorwerp staat
B
waar het onderwerp het gezegde niet uitvoert.
C
waar het onderwerp het gezegde wel uitvoert.
D
waar een bepaling in staat

Slide 8 - Quiz

Kies of de volgende zinnen lijdend of bedrijvend zijn.

Slide 9 - Diapositive

Het dressuur wordt door Inna goed uitgevoerd
A
lijdend
B
bedrijvend

Slide 10 - Quiz

Inna ontvangt een prijs.
A
lijdend
B
bedrijvend

Slide 11 - Quiz

Mijn moeder prijst mijn oom uitbundig.
A
lijdend
B
bedrijvend

Slide 12 - Quiz

foto's van het uitzicht worden gemaakt door de stoere man
A
lijdend
B
bedrijvend

Slide 13 - Quiz

Stappenplan bedrijvend->lijdend
1. Zoek de persoonsvorm
2. Zoek het onderwerp
3. Zoek het lijdend voorwerp

4. Start de zin met het lijdend voorwerp
5. Gevolgd door een vorm van... worden
6. Gevolgd door .............door wie het gedaan is

Slide 14 - Diapositive

Maak van de volgende zin een lijdende zin.

Slide 15 - Diapositive

Mijn vader beklimt de heuvel

Slide 16 - Question ouverte

Thijs gooit de bal.

Slide 17 - Question ouverte

Lies pakt het pakje uit.

Slide 18 - Question ouverte

Ik snap bedrijvend/lijdend

Slide 19 - Question ouverte