V3 lezen H6
1 / 15
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
De vrouw die daar fietst is vrolijk.
Noteer de bijvoeglijke bijzin indien deze aanwezig is.
Noteer de bijvoeglijke bijzin indien deze aanwezig is.
Slide 2 - Question ouverte
De zon die daar schijnt is lekker warm in de zomer maar Tim vindt er niks aan.
Noteer de bijvoeglijke bijzin indien die aanwezig is.
Noteer de bijvoeglijke bijzin indien die aanwezig is.
Slide 3 - Question ouverte
Maar toch, waarom zou deze onbekende iets slechts van plan zijn?
Benoem de woordsoort van 'deze' en 'iets'.
Benoem de woordsoort van 'deze' en 'iets'.
Slide 4 - Question ouverte
Een oplettende man ziet iemand rondscharrelen bij zijn buren en hij vertrouwt het niet.
Welke woordsoort heeft 'iemand'?
Welke woordsoort heeft 'iemand'?
A
betrekkelijk voornaamwoord
B
bepaald hoofdtelwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
onbepaald voornaamwoord
Slide 5 - Quiz
Een oplettende man ziet iemand rondscharrelen bij zijn buren en hij vertrouwt het niet.
Welke woordsoort heeft 'het'?
Welke woordsoort heeft 'het'?
A
lidwoord
B
persoonlijk voornaamwoord
C
lijdend voorwerp
D
bezittelijk voornaamwoord
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
Welke functies kan een inleiding hebben?
Slide 8 - Carte mentale
Wat kan een slot niet bevatten?
A
uitsmijter
B
Aanleiding
C
samenvatting
D
hoofdgedachte
Slide 9 - Quiz
Waar staat een kernzin niet?
A
Laatste zin van de alinea
B
Tweede zin van de alinea
C
Eerste zin van de alinea
D
voorlaatste zin van de alinea
Slide 10 - Quiz
Signaalwoord
tijd
Signaalwoord
conclusie
Signaalwoord
doel-middel
doel-middel
Intussen
Daarmee
Dus
Daarna
Tijdens
Daartoe
Met de bedoeling
Vandaar
Slide 11 - Question de remorquage
Is een betoog objectief of subjectief?
A
objectief
B
subjectief
C
allebei
D
geen van beide
Slide 12 - Quiz
OBJECTIEF
SUBJECTIEF
Slide 13 - Question de remorquage
OBJECTIEF
SUBJECTIEF
Slide 14 - Question de remorquage
Je gaat nu aan de slag met het lezen van de teksten en het maken van de vragen. Op welke manier ga je die tekst nu lezen? Wat ga je doen?
