4.6 Quiz herhaling Hfst 4

Wat was een van de oorzaken van de eerste wereldoorlog?
A
Geld tekort
B
Onvrede
C
Nationalisme
D
Hitler
1 / 27
suivant
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, g, t, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Wat was een van de oorzaken van de eerste wereldoorlog?
A
Geld tekort
B
Onvrede
C
Nationalisme
D
Hitler

Slide 1 - Quiz

De wapenwedloop is
A
Een strijd wie het meeste wapens had
B
Een weddenschap om wapens
C
Een bondschap
D
Een bepaald soort wapen

Slide 2 - Quiz

De centralen bestonden uit
A
Frankrijk en Engeland
B
Rusland
C
Azie
D
Duitsland en oost-hongarije

Slide 3 - Quiz

De aanleiding voor de oorlog was
A
Een ruzie
B
Onvrede
C
Een moord
D
Een vechtpartij

Slide 4 - Quiz

De eerste wereldoorlog was een
A
Een vriendelijke oorlog
B
Een korte oorlog
C
Een wapenoorlog
D
Loopgravenoorlog

Slide 5 - Quiz

Hoe heette het verdrag waarin Duitsland werd gestraft?
A
Verdrag van Parijs
B
Verdrag over Duitsland
C
Verdrag van de eerste wereldoorlog
D
Het verdrag van Versailles

Slide 6 - Quiz

Wat is de Volkenbond?
A
een vredesverdrag
B
organisatie die nieuwe oorlogen moest voorkomen
C
een straf voor Duitsland

Slide 7 - Quiz

Dawesplan

A
1919
B
1924
C
1933
D
1998

Slide 8 - Quiz

Het Dawesplan
A
was een mislukking
B
is door Duitsland niet geaccepteerd
C
is door Frankrijk aangeboden aan Duitsland
D
heeft Duitsland financieel geholpen

Slide 9 - Quiz

wanneer was de economische crisis
A
1930
B
1931
C
1928
D
1929

Slide 10 - Quiz

Wat was de aanleiding van de economische crisis?
A
De landbouwcrisis
B
De beurskrach
C
De vele leningen die verstrekt werden
D
De verzadiging van de markt

Slide 11 - Quiz

De economische crisis ontstond in ...
A
Duitsland
B
Frankrijk
C
VS
D
GB

Slide 12 - Quiz

Een gevolg van de economische crisis was...
A
Wereldwijde werkeloosheid
B
Duitsland hoefde geen schuld meer te betalen
C
Verdrag van Versailles werd ondertekent
D
WO1 begon

Slide 13 - Quiz

Welk kenmerk hoort niet bij het Facisme?
A
Democratisch bestuur
B
Nationalisme
C
Persoonsverheerlijking
D
Geweld

Slide 14 - Quiz

Op welk punt is fascisme anders dan nazisme?
A
jodenhaat
B
geweld is goed
C
democratie
D
trots op eigen volk

Slide 15 - Quiz

Wat is propaganda?
A
Politieke reclame
B
Politieke steun
C
Politieke tegenstand
D
Politieke opstand

Slide 16 - Quiz

Wat is geen belofte van Hitler?
A
Weg met de Duitsers
B
Weg met de Weimarrepubliek
C
Weg met het verdrag van Versailles
D
Weg met de werkloosheid

Slide 17 - Quiz

Het is 1933...
Hitler was..
A
leider van de grootste partij van Duitsland
B
minister president
C
dictator
D
leider van Duitsland

Slide 18 - Quiz

Waar hoort het volgende kenmerk bij
Iedereen is gelijk
A
Communisme
B
Fascisme

Slide 19 - Quiz

Wie kwam er aan de macht na de Februarirevolutie?
A
Lenin
B
Voorlopige Regering
C
Doema
D
Stalin

Slide 20 - Quiz

Voor wie komt Lenin op?
A
Boeren en arme mensen
B
De Tsaar
C
Niemand
D
Alleen zichzelf

Slide 21 - Quiz

De opvolger van Lenin?
A
Stalin
B
Chroetsjov
C
Brezjnev
D
Gorbatsjov

Slide 22 - Quiz

In het Rusland van Stalin was vrijheid van meningsuiting toegestaan
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quiz

Welk kenmerk past bij deze bron?

A
Censuur
B
Persoonsverheerlijking
C
Showprocessen
D
Strafkampen

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Vidéo

Slide 26 - Vidéo

Slide 27 - Vidéo