herhaling persoonlijke voornaamwoorden 3e naamval

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2,3

Herzlich Willkommen

Kapitel 9

Wiederholung derde naamval

Grammatik

Voorzetsels voor de 3e naamval .

Persoonlijk voornaamwoord in de 3de naamval.

Vragend voornaamwoord in de 3de naamval.

Sleep het Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord in de 3E nv.

mij

jou

hem

jullie

haar

ons

het

hen

u

mir

uns

ihm

ihm

ihr

dir

euch

ihnen

Ihnen

Noem de voorzetsels waarna de 3e naamval komt.

Gehst du mit ...... (ons) nach Berlin?

1. wir
2. ons
3. uns
4. sie

Du bist nach ..... (hem) an der Reihe.

1. er
2. ihm
3. ihr
4. ihn

Mit ..... (wie) hast du gestern geredet?

1. wie
2. wer
3. wem
4. wen

Ich bekomme noch Geld von ...... (jullie)

1. ihr
2. euch
3. euer
4. sie

Wartest du? Ich komme gleich zu ..... (jou)

1. dir
2. dich
3. du
4. mich

Hebben jullie nog vragen?

Vertaal van het NL naar het Duits:
de taart

Vertaal van het NL naar het Duits:
het blikje

Vertaal van het NL naar het Duits:
kopen

Vertaal van het NL naar het Duits:
nodig hebben

Vertaal van het NL naar het Duits:
pinnen

Vertaal van het NL naar het Duits:
Tot ziens

Vertaal van het NL naar het Duits:
zonder

Vertaal van het NL naar het Duits:
de patat