Algoritmes ontrafeld: Hoe beïnvloeden ze ons dagelijks leven?

Algoritmes ontrafeld: Hoe beïnvloeden ze ons dagelijks leven?

Leerdoel

Aan het einde van de les kunnen de leerlingen benoemen hoe algoritmes werken en hoe deze hun dagelijks leven beïnvloeden.

Wat weten jullie al over algoritmes?

Wat zijn algoritmes?

Algoritmes zijn stapsgewijze instructies die computers volgen om taken uit te voeren.

Hoe werken algoritmes?

Algoritmes nemen input, voeren berekeningen uit en produceren output.

Voorbeelden van algoritmes

Denk aan algoritmes die sociale media gebruiken om je nieuwsfeed te personaliseren of algoritmes die je zoekresultaten aanpassen.

Hoe beïnvloeden algoritmes ons dagelijks leven?

Algoritmes bepalen welke content we te zien krijgen, welke advertenties we krijgen en welke informatie we vinden.

Bias in algoritmes

Algoritmes kunnen gebaseerd zijn op vooroordelen en discriminatie reproduceren.

Privacy en persoonlijke gegevens

Algoritmes gebruiken onze persoonlijke gegevens om gepersonaliseerde ervaringen te bieden, maar dit kan ook privacyrisico's met zich meebrengen.

Hoe kunnen we algoritmes beïnvloeden?

We kunnen algoritmes beïnvloeden door bewuste keuzes te maken over wat we delen, welke platforms we gebruiken en door kritisch te zijn.

Interactieve oefening: Algoritmeontwerp

Laat de leerlingen in groepjes een algoritme ontwerpen voor een dagelijkse taak, zoals het maken van een lunchpakket.

Quiz: Algoritmes in het dagelijks leven

Test de kennis van de leerlingen met een korte quiz over algoritmes in het dagelijks leven.

Reflectie: Algoritmes en ons dagelijks leven

Laat de leerlingen nadenken over hoe algoritmes hun dagelijks leven beïnvloeden en hoe ze hiermee om kunnen gaan.

Samenvatting

Herhaal de belangrijkste punten over algoritmes en hun invloed op ons dagelijks leven.

Vragen en antwoorden

Geef de leerlingen de gelegenheid om eventuele vragen te stellen en beantwoord deze zo goed mogelijk.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.