Bosbranden in Australië

• NT2
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Bosbranden in Australië

Leerdoelen

• Aan het einde van de les kun je uitleggen waarom bosbranden vaker voorkomen in de zomer in Australië
• Aan het einde van de les kun je alle informatie opzoeken in de tekst. 
• Aan het einde van de les kun je deze tekst kort samenvatten. 

Wat weet je al over bosbranden in Australië?

Welke nieuwe woorden uit de tekst ken je?

Met welke woorden kun je dit plaatje omschrijven? 

Met welke woorden kun je dit plaatje omschrijven? 

Maak een zin met dit woord.

Bosbranden

Maak een zin met dit woord.

• Vrijwilligers

Maak een zin met dit woord.

blussen

Maak een zin met dit woord.

- gevaarlijk

- heet 

- de brandweer 

- traag 

- overleven 

Maak een zin met dit woord.

het woud, het bos

Gevolgen van de bosbranden voor mensen en dieren

• Verlies van mensenlevens
• Verwoesting van huizen
• Schade aan bossen
• Verlies van voedsel voor dieren
• Lijden van koala's en kangoeroes

Oorzaken en omstandigheden van bosbranden in Australië

• Grotere bosbranden tijdens de zomer
• Hitte, droogte en wind
• Sinds november aan de gang
• Meer dan 20 mensenlevens geëist
• Duizenden huizen verwoest
• Veel bossen vernietigd

Moeilijkheden bij het blussen van de branden

• Hitte, droogte en wind maken het moeilijk
• Vrijwilligers proberen te helpen
• Eucalyptusbomen dienen als brandstof
• Groot gebied om te blussen
• Branden verspreiden zich snel

Werk in groepjes

- Maak een korte samenvatting van de tekst. 

- Volg de instructies.

- Presenteer je werk. 

Terugkijken

Toets

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Welke woorden uit de tekst vind je moeilijk?

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.