2 Renaissance architectuur schilderkunst beeldhouwkunst

CARMELMUSEUM
TENTOONSTELLING RENAISSANCE
Lesopdracht
Loop door het museum en maak de opdrachten.
Lever aan het eind van de les je werk in bij je docent.


Je hebt na deze les alle basisinformatie over de renaissance verzameld. 
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

CARMELMUSEUM
TENTOONSTELLING RENAISSANCE
Lesopdracht
Loop door het museum en maak de opdrachten.
Lever aan het eind van de les je werk in bij je docent.


Je hebt na deze les alle basisinformatie over de renaissance verzameld. 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Lien

RENAISSANCE
ARCHITECTUUR - SCHILDERKUNST - BEELDHOUWKUNST

Slide 3 - Diapositive

DEZE LES

Je gaat de architectuur, schilderkunst en beeldhouwkunst van de renaissance verkennen.

Je gaat flashcards maken over de begrippen uit het boek 'Beeldende Begrippen' die horen bij de Renaissance.

Slide 4 - Diapositive

Tussen 1300 en 1500
Aanzien van de kerk vermindert (reformatie)

Mens wordt zelfbewuster door rijkdom en macht. Mens werkt aan ontplooiing: HUMANISME
Steden krijgen meer invloed: stichten universiteiten.

Wetenschap komt tot bloei.

Ontdekkingsreizen
REFORMATIE
HUMANISME
UNIVERSITEITEN
WETENSCHAP
ONTDEKKINGSREIZEN

Slide 5 - Diapositive

Ontstaan van Renaissance in Italië
  • Geografische ligging ideaal voor handel.
      Men komt in aanraking met andere culturen.
  •  Men leeft op resten van de klassieke oudheid
  •  Door stadstaatjes flinke concurrentie.

Slide 6 - Diapositive

ARCHITECTUUR

Slide 7 - Diapositive

KLASSIEKE ELEMENTEN IN DE BOUWKUNST   
KIJK
KLIK OP DE AFBEELDING VOOR EEN VERGROTING

Slide 8 - Diapositive

SLEEP DE TEKST NAAR DE JUISTE AFBEELDING
Gebouwen worden opgebouwd uit wiskundige vormen; kubus, cilinder, balk, bol, koepel, enz..
Klassieke elementen
Centraalbouw 

Slide 9 - Question de remorquage

Slide 10 - Vidéo

Bekijk de Tempietto van Bramante (leerboek pag. 44).
1. Noem drie elementen die overeenkomen met de bouwwerken
uit de Griekse oudheid.
2. Noem ook drie elementen die geheel niet overeenkomen met
de architectuur uit de Griekse oudheid.

Slide 11 - Question ouverte

Bekijk de Tempietto en het Palazzo Medici (leerboek pag. 43 en 44). 
Welk gebouw hoort bij de vroege renaissance en welke bij de hoge renaissance? 
Palazzo Medici: vroegrenaissance, er is sprake van gesloten muuroppervlakken, horizontale geledingen, verfijning van de materialen en vormen naar boven toe.
Tempietto: hoge renaissance, centraalbouw, ruimtelijker, plastischer exterieur.

Slide 12 - Question de remorquage

Bramante gebruikte voor de bouw van de Tempietto wiskundige vormen en verhoudingen, zoals een cilinder die twee ingeschreven bollen hoog was en een basis die precies weer tweemaal zo breed was als deze cilinder. Bramante vond het gebruik van deze vormen in een volmaakt symmetrisch ontwerp gepast voor een kapel. Wat waren de motieven hiervoor?

In de renaissancevisie op God werd deze het best gesymboliseerd door volmaakte vormen zoals de bol, de cirkel, het vierkant en de kubus. Dat waren alle vormen waar niets af gehaald of toegevoegd kon worden om ze te verbeteren.

Slide 13 - Diapositive

SCHILDERKUNST

Slide 14 - Diapositive

Bekijk De Stanza van Rafael (leerboek pag. 46).
Noem drie aspecten waaraan je kunt zien dat de schilder
zich heeft laten inspireren door de Klassieke Oudheid.

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Vidéo

BEELDHOUWKUNST
Het meest gebruikte materiaal is marmer. 
Dit was in Italië voor handen. Maar ook brons wordt toegepast.

Slide 17 - Diapositive

OPDRACHT
Maak van de begrippen op de volgende dia Flashcards.

Benodigdheden
- 5 vellen A4 papier (haal 9 kaartjes uit 1 vel)
- schaar
- pen
- boek Beeldende Begrippen 

Slide 18 - Diapositive

Je kan de afbeelding met de begrippen vergroten.
9 kaartjes uit 1 papier
Horizontaal en verticaal in drieën vouwen, dat doe je dus zo.

Slide 19 - Diapositive

UPLOAD HIER EEN FOTO VAN JE FLASHCARDS

Slide 20 - Question ouverte