Les 7: Hofcultuur: Renaissance Bouwkunst

HOFCULTUUR
Renaissance & Barok
BOUWKUNST
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
TekenenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

HOFCULTUUR
Renaissance & Barok
BOUWKUNST

Slide 1 - Diapositive

Even opfrissen: architraafbouw
Een Griekse tempel is een rechthoekige zaal op een verhoging van drie treden.
Hierop staan zuilen (3 bouwordes: ....   ....   .... ).
Bovenaan een zuil bevindt zich het kapiteel. Hierop rust een soort dwarsbalk van steen: de .....
Hierboven zien we een driehoekig dak, het ..... Hierin worden beelden geplaatst.

Slide 2 - Diapositive

Griekse tempel in Paestum (I)
Romeinse tempel in Nîmes (F)
Zoek de verschillen

Slide 3 - Diapositive

Dit stuk van een zuil heet
A
kapitaal
B
Dorisch
C
kapiteel
D
bovenstuk

Slide 4 - Quiz

Welke zuil is dit?
A
Dorische zuil
B
Ionische zuil
C
Korinthische zuil

Slide 5 - Quiz

Welke zuil is dit?
A
Dorische zuil
B
Ionische zuil
C
Korinthische zuil

Slide 6 - Quiz

Welke zuil is dit?
A
Dorische zuil
B
Ionische zuil
C
Korinthische zuil

Slide 7 - Quiz

  Vitruvius (± 85 – 20 v.Chr)

  • Legt de grondbeginselen van de moderne bouwkunst
  • De menselijke maat (humanisme)

  • Gulden snede en andere maatverhoudingen
  • Vitruvius stelde drie eisen aan een gebouw: Firmitas (stevigheid), Utulitas (bruikbaarheid) en Venustas (schoonheid). 

Slide 8 - Diapositive

Renaissance

Slide 9 - Diapositive

De Dom in Florence
Begin 15e eeuw associëren rijke opdrachtgevers de gotiek (middeleeuwen) met hun vijand Milaan.
 Ze zien zich in Florence liever als erfgename van het oude Rome en zoeken daar hun inspiratie.


De koepel van de Dom is 
gebaseerd op die van het 
Romeinse Pantheon in 
Rome. 

Slide 10 - Diapositive

Kenmerken Renaissance-architectuur:


  • invloed van de klassieke cultuur
  • centraalbouw (zie ronde kerk) en ---->
  • symmetrie en harmonie
  • ideale maatverhoudingen
  • eenvoud, platte gevels

Slide 11 - Diapositive

0

Slide 12 - Vidéo


Bestaande kerken krijgen nieuwe gevel die past bij de nieuwe denkbeelden

Veel nieuwe kerken worden ontworpen als centraalbouw 
Alberti -gevel van de Santa Maria Novella
Donato Bramante -Tempietto 1502
Het Tempietto was het eerste volledig ronde koepelkerje sinds de Romeinse tijd. Op een onderbouw van drie treden staat de cella, omgeven door een collonade. De cella wordt omgeven door een balkon, en bekroond met een koepel.
              Kerken

Slide 13 - Diapositive

Santa Maria Novella

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Klassieke invloeden in Renaissance-bouwkunst
Klassieke bouwelementen:

- zuilen en pilasters (naar (laat-)klassiek voorbeeld)
- timpaan, pilasters of halfzuilen als omlijsting van vensters, deuren 
- in portalen werd het triomfboogmotief toegepast. 
- opbouw van de gevel in drie lagen 

De zuilenorden Dorisch, lonisch, Corintisch werden door elkaar toegepast. In hoge muren werden de drie zuilenorden boven elkaar gebruikt, telkens door een horizontale lijst gescheiden.


classicisme

Slide 16 - Diapositive

Alberti bouwde in 1451 het Palazzo Rucellai. In Italië bouwde elke rijk geworden bankiersfamilie een palazzo. Deze paleizen kregen naar voorbeeld van het Romeinse atriumhuis een open, vierkante of rechthoekige binnenhof met galerij. Daaromheen kwamen vier vleugels die naar buiten een afgesloten symmetrisch geheel vormden. De gevel van deze luxe stadspaleizen kreeg het aanzien van een middeleeuws fort, met een gesloten straatmuur van ruw gehakte, grote stenen.
        Palazzo's

Slide 17 - Diapositive

0

Slide 18 - Vidéo

Kenmerken van deze stadspaleizen 
  • Lijkt op middeleeuwse burcht maar met klassieke elementen
  • Rondbogen
  • Gevelindeling met drie lagen
  • Elke verdieping andere zuilenorde (afgekeken van Colosseum)
  • Afronding met zware kroonlijst 


Slide 19 - Diapositive

Kenmerken Renaissance bouwkunst
 'Villa Rotonda'
Naast de stadspaleizen bezat de adel vaak villa's in de natuur in de omgeving van de stad.

Streven naar harmonie:
- symmetrie 
- toepassing van maatverhoudingen en de gulden snede
- eenvoudige, herkenbare vormen (cilinder, kubus en halve bol)
- centraalbouw
- horizontaal en verticaal in evenwicht, evenwichtige verhoudingen tussen hoogte, breedte en diepte volgens de richtlijnen van Vitruvius:
    - verticale accenten met vlakke pilasters
    - horizontale accenten door opbouw in drie lagen.
  
Villa

Slide 20 - Diapositive

Bij de villa's worden tuinen aangelegd volgens de uitgangspunten van de renaissance.
Men laat zien dat de mens de natuur beheerst en ordent naar eigen inzicht.
Drinkwater (schaars!) in de vorm van fonteinen en spuwers is statussymbool.

Vraag
welke typische renaissancekenmerken heeft het ontwerp?
Tuinen

Slide 21 - Diapositive

Maniërisme
Laat Renaissance: opmaat naar barok

  • Binnen de architectuur geen eenduidige stijl, verwijst naar gebouwen waarbij naar meer expressie is gezocht.

  • 'kolossale orde': doorlopende zuilen of pilasters over meer dan één verdieping, onafhankelijk van de maten van vensters en bouwlagen. Daardoor wordt de blik omhoog geleid, en geeft de voorgevel een verticaal accent. 

  • De gevels kregen meer decoratie: levendiger uitstraling. 

  • Afwijkend gebruik van klassieke elementen

  • Geen centraalbouw, kruisvorm keert terug



Slide 22 - Diapositive



Waarom is dit maniërisme?

Let op de toepassing van de klassieke elementen. 

G. della Porta: Il Gesu, voorgevel ca, 1584

Slide 23 - Diapositive

Waaraan zie je dat 'Il Gesu' een maniëristische kerk is?

Slide 24 - Question ouverte

Zelfstandig werken / huiswerk
  • maken vragenblok Renaissance 1 & 4 
(je mag ook blijven zitten, dan doen we er
eentje samen)

  • lezen en samenvatten blz. 46 t/m 50 
over barok (tot bouwkunst)

  • verder werken aan analyse-opdracht
Kolossale orde

Slide 25 - Diapositive

Presentaties
24/11:   kathedraal van Florence + schilderij Kyra?
1/12:      
8/12:
15/12:   barok interieur kerk: Maaike & Mare
22/12:   Vivaldi 4 jaargetijden 

Slide 26 - Diapositive