Brugklas - herhaling grammar unit 1+2

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Herhaling grammar unit 1+2

New Interface 1HV

Pak je schrift erbij en schrijf op welke onderwerpen je nog lastig vindt.

Hoe noemen wij de "personal pronouns" in het Nederlands?

Geef voorbeelden van personal pronouns:

Wat betekent het werkwoord "to be"?

Welke vormen heeft het werkwoord "to be"?

Welke vertalingen van het lidwoord "een" ken je in het Engels?

Wanneer gebruik je het lidwoord "a"?

Wanneer gebruik je het lidwoord "an"?

Welke aanwijzende voornaamwoorden ken je in het Engels?

Hoe schrijf je 25 voluit in het Engels?

Hoe schrijf je 18 voluit in het Engels?

Schrijf voluit in het Engels:
Het is negen uur.

Schrijf voluit in het Engels:
Het is kwart voor een.

Waar moet je aan denken als je de dagen en maanden in het Engels schrijft?

Als je rangtelwoorden in het Engels (bijvoorbeeld 1e) verkort op wil schrijven, welke letters komen dan achter het cijfer?

Schrijf voluit in het Engels:
dinsdag twee mei

Hoe zeg je in het Engels:
Ik heb een pen.

Hoe zeg je in het Engels:
Hij heeft een antwoord.

Wat is het meervoud van "radio"?

Wat is het meervoud van "woman"?

Hoe zeg je in het Engels:
Ik kan haar niet helpen.

Hoe noemen we de present simple in het Nederlands?

Als je de juiste vorm van het werkwoord in moet vullen in de present simple, waar moet je dan uit kiezen?

Wanneer kreeg je ook al weer werkwoord+s?

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
I ... (play) hockey every week.

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
He ... (work) in an office.

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
John ... (go) to school every day.

Ik denk dat ik de grammar goed genoeg ken voor de toetsweek.

ja

nee

bijna

Ik vond dit een nuttige les.

ja

nee