Voltooid tegenwoordige tijd = vtt
1. eindigt op een -d, -t of -en en er staat vaak ge- voor
2. je gebruikt 't ex kofschip om d of t te kiezen
fietsen > gefietst (zwak werkwoord)
gooien > gegooid (zwak werkwoord)
lopen > liep > gelopen (sterk werkwoord)