§9 ZD-Meewerkend voorwerp

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?

Oftewel, wat is het doel van deze les?

Na deze les weet je hoe je het meewerkend voorwerp in een zin kunt vinden

Slide 2 - Diapositive

Bekijk de volgende zinnen:
De jury / overhandigt / de winnares / een gouden medaille / voor haar prestatie.
Het publiek / geeft / de winnares / een staande ovatie.
In deze zinnen is de winnares het meewerkend voorwerp (mv). 


Een meewerkend voorwerp geeft aan voor wie iets bestemd is. Het is vaak een mens of een dier. Het meewerkend voorwerp komt voor bij werkwoorden die iets te maken hebben met ‘vertellen’ (antwoorden, beloven, uitleggen) of met ‘geven’ (overhandigen, betalen).

Slide 3 - Diapositive

Een meewerkend voorwerp kan beginnen met aan, maar dat hoeft niet. Als het niet met aan begint, kun je aan er meestal voor zetten. Als aan wel in de zin staat, kun je het vaak weglaten. Soms moet je dan wel de woordvolgorde veranderen:

De ober / heeft / de menukaart / gegeven / aan de gasten (mv).
De ober / heeft / de gasten (mv) / de menukaart / gegeven.
Zo vind je het meewerkend voorwerp
Bekijk de zin: Heeft Thirza aan haar zusje een geheimpje verteld?


Slide 4 - Diapositive

Zo vind je het meewerkend voorwerp
 
Zoek de persoonsvorm en verdeel de zin in zinsdelen.
Heeft / Thirza / aan haar zusje / een geheimpje / verteld?

Noteer werkwoordelijk gezegde, onderwerp en lijdend voorwerp (als dat er is).

wg = heeft verteld
ow = Thirza
lv = een geheimpje

Slide 5 - Diapositive

Stel de vraag Aan wie + werkwoordelijk gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?
Vraag: Aan wie heeft Thirza een geheimpje verteld?

Het antwoord op die vraag is het meewerkend voorwerp.
mv = aan haar zusje
Controleer voor de zekerheid of je aan kunt weglaten of toevoegen. Dat kan bijna altijd.
Heeft / Thirza / haar zusje / een geheimpje / verteld?

Slide 6 - Diapositive

Maken:
§ 9-MEEWERKEND VOORWERP

opdr.1-3-6
4 klassikaal

Snel klaar?
 In tweetallen maak je opdr. 2 en 5


Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag

Slide 11 - Diapositive

Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?


Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................

Slide 12 - Diapositive

H1E- 2022-2023

Slide 13 - Diapositive