VCA Hoofstuk 6 arbeidsmiddelen Marco

Welke veiligheidsvoorwaarden zijn van toepassing bij het werken met gereedschapsmachines
A
De machine moet een CE-markering hebben.
B
Er moet een noodstop op de machine aanwezig zijn.
C
Er moet een gebruiksinstructie bij de machine zitten.
D
Machines moeten zijn aangesloten op de stofzuiginstallatie.
1 / 17
suivant
Slide 1: Quiz
VcaBeroepsopleiding

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Welke veiligheidsvoorwaarden zijn van toepassing bij het werken met gereedschapsmachines
A
De machine moet een CE-markering hebben.
B
Er moet een noodstop op de machine aanwezig zijn.
C
Er moet een gebruiksinstructie bij de machine zitten.
D
Machines moeten zijn aangesloten op de stofzuiginstallatie.

Slide 1 - Quiz

Welke PBM's moet je dragen bij het werken met gereedschapsmachines?
A
Gehoorbescherming, oogbescherming.
B
Stofmasker, gehoorbescherming, handschoenen.
C
Gehoorbescherming, oogbescherming, handbescherming.
D
Laskap, lasbril, veiligheidsschoenen.

Slide 2 - Quiz

Op de gereedschappen in de werkplaats zitten verschillende veiligheidsvoorzieningen. Geef aan bij welke machine de veiligheidsvoorzieningen horen.
1. Kolomboormachine
2. Vast opgestelde slijpmachine.
3. Cirkelzaagmachine
a. spouwmes en spouwmessupport.
b. beschermruit.
c. verstelbare beschermkap.
d. Leunspaan.
e. Duwhout.
f. Krullenkwastje.  

Slide 3 - Question de remorquage

Antwoord vorige vraag:
1= b en f.
2= b en d.
3= a, c en e.

Slide 4 - Question ouverte

Welke van onderstaande uitspraken is juist?
A
De cirkelzaagmachine moet maandelijks gecontroleerd worden?
B
De leunspaan van de slijpmachine moet regelmatig worden bijgesteld.
C
Je moet je werkstuk goed vasthouden als je gaat boren met de kolomboor.

Slide 5 - Quiz

Voor je werkzaamheden heb je een elektrische boormachine en cirkelzaag nodig. Voordat je begint controleer je de machines. Waar let je op?
A
De machines moeten dubbel geïsoleerd zijn?
B
De machines moeten een Ex-markering hebben.
C
De machines moeten voorzien zijn van noodstop en dodemansknop.
D
De machines moeten goed onderhouden en gekeurd zijn.

Slide 6 - Quiz

Welke informatie staat op een slijpschijf?
A
Vervaldatum / uiterste gebruiksdatum.
B
minimum toerental.
C
Type slijpmachine
D
toepassing (doorslijpschijf) en soort materiaal.

Slide 7 - Quiz

Welke eisen stel je aan een hamer?
A
De steel mag niet meer dan 1 beschadiging hebben.
B
Het gewicht van de kop moet op de hamer staan.
C
Kop en steel moet stevig bevestigd zijn.

Slide 8 - Quiz

Waarom kan je bij het aandraaien van een moer beter een ringsleutel gebruiken dan een steeksleutel.
A
Het is veiliger voor gebruiker.
B
Een ringsleutel past beter op de moer.
C
Je kunt dan meer kracht zetten.

Slide 9 - Quiz

Welke van onderstaande beweringen is juist?
A
Als je een doos opent met een mes, snijd je het beste langs de zijkant naar je toe.
B
Het blad van een handzaag moet goed zijn aangespannen met de tanden vooruit.
C
Het blad van een schroevendraaier moet altijd scherp zijn.
D
Handgereedschap dient regelmatig te worden onderhouden en gecontroleerd.

Slide 10 - Quiz

Welke veiligheidsmaatregelen moeten worden genomen om veilig te werken met hijswerktuigen?
A
Het hijswerktuig moet worden opgesteld op een stabiele ondergrond en goed worden bestempeld.
B
Je mag binnen het draaibereik van de hijskraan werken als je een veiligheidsvest aan hebt.
C
Hijstoebehoren moeten regelmatig worden vervangen om schade door slijtage te voorkomen.

Slide 11 - Quiz

Bij een hijskraan moeten de volgende documenten zitten:
A
Kraanboek
B
Keuringscertificaten hijtoebehoren
C
Hijstabellen
D
Deskundigsheidsbewijs (TCVT)

Slide 12 - Quiz

Welke van onderstaande uitspraken is/zijn juist?
A
Een staalkabel mag je niet gebruiken als er gebroken draden en rafelige splitsen aan zitten.
B
Staalkabels moeten na gebruik worden schoongemaakt en onderhouden met zuurvrije olie of vet.
C
Als je meerdere staalkabels gebruikt om een metalen bak te hijsen mag je maximale sprijdhoek tussen de kabels niet groter zijn dan 120
D
Een handtakel mag je gebruiken als je geen hijskraan kan gebruiken.

Slide 13 - Quiz

Zet onderstaande handelingen bij hijswerk in de juiste volgorde.
A
Kies kettingen die geschikt zijn voor de last.
B
Draai de schalmen en sluitingen helemaal aan.
C
Controleer het kettingwerk op beschadigingen.
D
Reinigen en onderhoud.

Slide 14 - Quiz

Antwoord vorige vraag:
A
C
B
D

Slide 15 - Question ouverte

Welke voorschriften met betrekking tot veilig werken met de heftruck moeten worden gevolgd?
A
Je moet als chauffeur tenminste 18 jaar oud zijn.
B
De heftruck heeft een veiligheidsgordel. Deze moet je tijdens het rijden dragen.
C
Je moet (wettelijk verplicht) een heftruckcertificaat hebben.
D
Als de lading te hoog is, moet je achteruit rijden.

Slide 16 - Quiz

Waarmee moet je rekening houden bij het vervoeren van een lading op een palletwagen?
A
Dat de last aan beide zijden maximaal 75 cm uitsteekt.
B
Dat de last gelijkmatig is verdeeld over de vorken.
C
Dat de lading niet hoger is dan 1,5 meter.

Slide 17 - Quiz