Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
wat is een CAO?
A
afspraken over de Arbeidsvoorwaarden
B
ingeschreven staan bij het UWV
C
redenen om te willen werken
D
een bedrijf die daklozen helpt aan werk
Slide 2 - Quiz
Voor wie geld een CAO?
A
iedereen binnen een bedrijfstak
B
alle werknemers van NL
C
iedereen van een bepaald bedrijf
Slide 3 - Quiz
Arbowet
Arbeidstijdenwet
Slide 4 - Question de remorquage
Wat voor ondernemingsvormen zijn er?
Slide 5 - Question ouverte
De ondernemingsvorm van bedrijven op de beurs:
A
Eenmanszaak
B
VOF
C
BV
D
NV
Slide 6 - Quiz
Wat is arbeidsverdeling?
A
Elke werknemer doet evenveel werk
B
Elke werknemer doet waar hij/zij goed in is
C
Elke werknemer werkt evenveel uren
Slide 7 - Quiz
Wat is een organigram?
A
Een soort van salaris
B
Een verdeling van de functies binnen een bedrijf.
C
Hierop zie je wat iedereen verdient.
Slide 8 - Quiz
Wie staat er bovenaan in het organigram?
A
Schoonmaker
B
Directeur
C
Manager
D
Verkoper
Slide 9 - Quiz
Tot welke productiesector behoren deze bedrijven? Sleep ze naar de juiste sector.
Primaire sector
Secundaire sector
Tertiaire sector
Quartaire sector
Aannemersbedrijf
ING Bank
Ziggo
Mosselvisser
School voor voortgezet onderwijs
Slide 10 - Question de remorquage
Jack is 19 jaar en is leidinggevende bij een supermarkt. Collega's die al 20 jaar daar werken willen niet naar Jack luisteren. Op wat voor manier wordt de Algemene wet gelijke behandeling overtreden.
A
Geslacht
B
Leeftijd
C
Afkomst
D
Religie
Slide 11 - Quiz
Je betaalt belasting en premies over je inkomsten.
Je doet vrijwilligerswerk.
=
Je betaalt geen belasting over je salaris
=
Zwart werk
Grijs werk
Wit werk
Slide 12 - Question de remorquage
Structurele werkloosheid
Conjucturele werkloosheid
Frictiewerkloosheid
Seizoenswerkloosheid
Regionale werkloosheid
Soorten weerkloosheid
Werkloosheid is in Groningen hoger dan in de randstad
Het gaat slecht met de economie en je hebt tijdelijk geen werk
Je bent kort werkloos voordat je na je opleiding een goede baan vindt
Je werkt bij de receptie op een camping in Zuid-Frankrijk
Werkloosheid door blijvende veranderingen, bijv machines ipv mensen of verhuizing fabriek naar lagelonenlanden
Slide 13 - Question de remorquage
Van welk soort werkloosheid is sprake? "De ijsboer in de winter"
A
frictie werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Seizoenswerkloosheid
D
Conjuncturele werkloosheid
Slide 14 - Quiz
In Amsterdam is meer werkloosheid dan in Heerenveen. Over welke soort werkloosheid hebben we het hier?
A
Regionale werkloosheid
B
Seizoenwerkloosheid
C
Frictiewerkloosheid
Slide 15 - Quiz
Productiefactoren
Natuur
Kapitaal
Arbeid
Bomen
Graan
Machine
Vrachtwagen
Personeel
Werknemer
Slide 16 - Question de remorquage
Bereken de afschrijving per jaar. Bastiaan heeft voor € 20.000 een auto gekocht en hij wil die in 6 jaar afschrijven. Hij verwacht de auto na die 6 jaar nog voor € 2.000 te kunnen verkopen.
A
€ 1.000
B
€ 1.500
C
€ 2.000
D
€ 3.000
Slide 17 - Quiz
Bedrijfskolom
Chocoladefabriek
Supermarkt
Opkoper
Cacaoplantage
Groothandel
Slide 18 - Question de remorquage
Wat is toegevoegde waarde?
A
De waarde die een klant toevoegt aan een product
B
De waarde die een bedrijf toevoegt aan een product
C
Alleen bedrijven die een product verkopen
D
Alleen bedrijven die een product uit de natuur halen