GMKDAinfectieziekten

• FPZ
• MBO
• Studiejaar 1

GMK periode 2 

Geneesmiddelenkennis voor doktersassistenten

Hoofdstuk  5  mond, neus ,keel en oren

Hoofdstuk 8 maagdarm kanaal 

Hoofdstuk  9 luchtwegen 

Hoofdstuk 13 infectieziekten 

Hoofdstuk 14 urinewegen  

Infectie ziekten 

2 weken  

Voorbereiden vragen uit module 

bespreken vragen in de les met uitleg en informatie 

geneesmiddelenlijst invullen 

kaartjes 

Leerdoelen 

kenmerken van de meest voorkomende ziekteverwekkers benoemen

meest gebruikte middelen tegen diverse soorten ziektekiemen herkennen en de belangrijkste aandachtspunten benoemen

uitleg geven over het ontstaan van resistentie bij sommige ziektekiemen 

Tegen welke groep micro organismen zijn antibiotica werkzaam?

1. virussen
2. bacteriën
3. schimmels
4. parasieten

Wat zijn twee belangrijke bijwerkingen van antibiotica?

Wat zijn pathogenen?

Wat wordt bedoeld met blind begonnen met antibiotische therapie?

Wat betekenen de termen bacteriocide en bacteriostatisch?

Leg uit wat het verschil is tussen een smalspectrum – en een breedspectrum antibiotica?

Wat zijn veelvoorkomende bijwerkingen van antibiotica?

Verklaar waarom vrijwel alle antibacteriële middelen diarree veroorzaken. 

Waarom is het belangrijk dat het antibioticum regelmatig over de dag wordt

Waarom is het belangrijk dat het antibioticum helemaal wordt afgemaakt? 

. Wat zijn de twee oorzaken van het ontstaan van resistentie?

. Wat is antibioticaresistentie?

In welke groepen kunnen we de antibacteriële middelen verdelen?