Krediet ontvangen en uitgeven

• Dienstverlening en Producten
• WO
• Studiejaar 4

Themamiddag 1 
CAR-MODEL en de praktijk! 

Wat gaan we vandaag doen?

- startvraag ( denk terug aan vroeger)

- CAR-MODEL ( hoe werkt het en hoe is het zichtbaar?)

- Welke kenmerken moet een docent laten zien per criteria?
- 5 rollen van de docent (behalve de coach ;) + observatieopdracht

- afsluiter +reflectievraag

- 

Wie was dit voor jou?

Er zijn leraren aan wie je graag terugdenkt. Van wie je de naam nog weet. In de klas van die leraren “gebeurde het gewoon”, leek het min of meer vanzelf te gaan. Dat je er hard werkte en veel leerde, merkte je amper: het waren bijna bijproducten van het plezier dat je met elkaar had.

Welke docent was dit voor jou en hoe heeft deze docent deze ervaring voor jou gecreëerd? Wat is het meest blijven hangen?

 pedagogisch klimaat

Het pedagogisch klimaat is het geheel van aanwezige en gecreëerde omgevingsfactoren, die invloed hebben op het welbevinden van de leerlingen.  De leervoorwaarden en de persoonsvorming staan daarbij centraal.

Er zijn diverse factoren die een positief effect hebben op de ontwikkeling van het kind en het leerklimaat in de groep.

• De eerste factor is het opdoen van positieve ervaringen.
• De tweede factor is de mate van welbevinden.
• De derde factor is het stellen van grenzen.

De leerling wil het gevoel gezien en gehoort te worden in de les.

De leerling wil het gevoel hebben dat hij/zij iets kan.

De leerling wil het gevoel hebben zelf een keuze te mogen maken in de les.

CAR MODEL

Relatie, autonomie en competentie als de drie psychologische basisbehoeften om ontwikkeling en motivatie te kunnen waarborgen. Grofweg zou je deze drie begrippen als volgt kunnen ‘vertalen’:

Relatie: anderen waarderen mij en willen met mij omgaan…

Autonomie: ik kan het zelf, hoewel niet altijd alleen…

Competentie: ik geloof en heb plezier in mijn eigen kunnen…

Welke niveaus?/ Hoe maak ik dat zichtbaar?

opdracht

hoe: in tweetallen
wat: Combineer de karakterkaartjes met het bijbehorende thema van het CAR-model.

Hoelang: 5 minuten

observeren

Neem het observatiedocument erbij!

We gaan per rol kijken naar de verbale en non-verbale kenmerken van een docent.
Per fragment volgt een vraag

00:47

Benoem 1 verbaal en 1 non-verbaal element uit dit eerste fragment. Geef van minstens 1 van de 2 aan wat je het krachtigst vindt.

01:49

Wat valt je op aan de non-verbale uitingen van de presentator?

04:05

Welke verbale kenmerken vielen jou het meest op en waarom?

05:54

Hoe kijk jij naar de afsluiter van deze les? Geef een toelichting

En ik? (reflectie)

Bekijk in tweetallen het observatiedocument. Vergelijk de verbale en non-verbale kenmerken.

Waar zie jij voor jezelf de meeste groei? Wat doe je gevoel al steeds meer?  

Welke elementen van het CAR-MODEL heb je deze middag gezien van ons? Licht dit toe!