Starttaal vooraf T5 H1 extra: letterlijk/figuurlijk

Letterlijk of figuurlijk?
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Letterlijk of figuurlijk?

Slide 1 - Diapositive

Quiztime!
                       Is het letterlijk of figuurlijk taalgebruik?

Schrijf de juiste letter op je wisbordje.                    L = letterlijk
                                                                                                   F = figuurlijk

Slide 2 - Diapositive

Letterlijk taalgebruik


als je iets precies zegt 
zoals je het bedoelt.


figuurlijk taalgebruik


als je iets anders 
bedoeld dan wat je zegt.






neem de betekenis van het woord niet letterlijk!

Slide 3 - Diapositive

Quiztime!
                       Is het letterlijk of figuurlijk taalgebruik?

Schrijf de juiste letter op je wisbordje.                    L = letterlijk
                                                                                                   F = figuurlijk

Slide 4 - Diapositive

Marshairo klimt
in een grote boom.
Letterlijk taalgebruik
Figuurlijk taalgebruik

Slide 5 - Diapositive

Max is een boom
van een vent.
Letterlijk taalgebruik
Figuurlijk taalgebruik

Slide 6 - Diapositive

Zoey trekt de stoute schoenen aan.
Letterlijk taalgebruik
Figuurlijk taalgebruik

Slide 7 - Diapositive

Ik kan geen goede knoop maken. 
Figuurlijk taalgebruik
Letterlijk taalgebruik

Slide 8 - Diapositive

De meester struikelde over zijn eigen woorden.
Letterlijk taalgebruik
Figuurlijk taalgebruik

Slide 9 - Diapositive

Valentijn maakt zich
uit de voeten.
Figuurlijk taalgebruik
Letterlijk taalgebruik

Slide 10 - Diapositive

Joya verroert geen vin.
Letterlijk taalgebruik
Figuurlijk taalgebruik

Slide 11 - Diapositive

Ryano schudt een gum
uit zijn mouw.
Letterlijk taalgebruik
Figuurlijk taalgebruik

Slide 12 - Diapositive

Jongleren is voor Ibrahim een koud kunstje.
Letterlijk taalgebruik
Figuurlijk taalgebruik

Slide 13 - Diapositive

Naomi draagt een roze bril.
Letterlijk taalgebruik
Figuurlijk taalgebruik

Slide 14 - Diapositive

Einde!
Snap je het verschil?

Slide 15 - Diapositive