H 2.1 Koers en kaart

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Zet de eenheden uit het metriek stelsel op volgorde van groot naar klein

km

dam

cm

mm

m

hm

dm

Wat gaan we doen vandaag

Wat gaan we doen vandaag

• Uitleg H 2.1 Koers en kaart.
• Te leen koershoekmeter, eind van de les weer in het blikje.
• Toelichting vrijdag, koerswandeling.
• Zelfstandig werken.
  

Leerdoelen H2.1 Koers en Kaart

- Het kennen van de 16 windrichtingen.

- Weten wat een koers is, een koers kunnen aflezen en uitzetten

     (uitzetten = zelf tekenen).

- Weten welke (wind)richting een koershoek ongeveer heeft.

- Het kunnen werken met schaal en een schaallijn.

H2.1 Koers en kaart

Windrichtingen

Noord , Oost, Zuid , West

Kompas

De windrichting van
de gele pijl is

1. NNO
2. NOO
3. ONN
4. ONO

De windrichting van
de rode pijl is

1. ZWZ
2. ZZW
3. WZZ
4. ZWW

Wanneer de wind uit het noordoosten
komt, naar welke kant blaast hij dan?

1. NO
2. ZO
3. ZW
4. NW

De koershoekmeter

Hiernaast zie je een koershoekmeter:

- verdeling in 360 graden. 

- windrichtingen staan er op.

Met een koershoekmeter is handig om  een bepaalde koers (richting) te meten of tekenen.

Je kan ook een geodriehoek gebruiken.

Voorbeeld: Een vissersboot vaart van Urk naar Den Oever. 

                     Welke koers vaart de boot?

1. Teken een lijn van Urk naar Den Oever.
2. Leg de koershoekmeter met het midden op het vertrekpunt Urk.
3. Draai de noordpijl van je koershoekmeter naar het noorden.
4. Draai de rode lijn. Hij moet op de lijn Urk - Den Oever komen.
5. Lees de koers af.

De koers van Urk naar 

Den Oever is 309^o

Urk

Den Oever 

Welke windrichting hoort bij de koershoek?

O

ZO

ZW

90 graden

135 graden

225 graden

Schaal

Als je een afstand hebt opgemeten en met de schaal hebt omgerekend, heb je de afstand hemelsbreed.  Dat betekent in een rechte lijn.

Dat kan alleen door de lucht ( met een vliegtuig of luchtballon) of 

op open water (bijv. een  boot op zee).

Maar de route over de weg is niet kaarsrecht, 

daarom is er een vuistregel: 

afstand over de weg = 1,2 x afstand hemelsbreed

Schaallijn

Op een kaart wordt meestal met een schaal gewerkt.

• schaal 1 : 800 000 betekent "1 cm op de kaart is in het echt 800 000 cm".
• Je weet 800 000 cm = 8 km
• Dus je kunt ook zeggen "1 cm op de kaart is in het echt 8 km."
• Bijvoorbeeld 3 cm op de kaart is 3 x 8 = 24 km in het echt.
• Bij een schaal kun je ook een schaallijn tekenen. Bij bovenstaand voorbeeld ziet dit er zo uit:
  
  
• Hiermee kun je de afstanden makkelijker schatten.

                     Huiswerk

         Alle opgaven van H 2.1

Wat vonden jullie van de les?

😒🙁😐🙂😃